Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
Le Frère Antoon van den DUNGEN né le 18 avril 1905 à s-Hertogenbosch dans le diocèse de 's-Hertogenbosch, Hollande membre de la SMA le 23 mai 1926 serment perpétuel le 23 mai 1932 décédé le 12 décembre 1997 |
1929-1948 Ore Place, Hastings décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 12 décembre 1997, |
Pater Antoon van den DUNGEN (1905 - 1997)
Geboren.
Antonius Johannes Maria van den Dungen, zoon van Engelbertus van den Dungen en Netta Goossens, werd geboren te 's Hertogen¬bosch op 18 april 1905. Een oudere zus trad in bij de zusters Franciscanessen van Veghel en overleed als Zr. Waltruda in 1992 op 90-jarige leeftijd.
Opleiding.
Op 5 april 1923 brachten de ouders en een tante de bijna 18-jarige Antoon van den Dungen naar Blitterswijck om broeder te worden in de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën. Hij begon zijn noviciaat op 8 juli, doch moest wegens ziekte zijn noviciaat onderbreken. Een half jaar, van november 1923 tot mei 1924, bracht hij weer thuis door, voordat hij opnieuw zijn noviciaat kon beginnen. Op 23 mei 1926 legde hij zijn eerste eed af en werd, als broeder Xaverius, lid van de Sociëteit. Later (in 1984) zou hij hierover schrijven:
"Het leven in een klooster, vooral als broeder, was in die dagen heus niet gemakkelijk en Blitterswijck was daarop geen uitzondering. De regels waren streng, en de overgang was voor mij dan ook erg groot. Ik heb heel wat teleurstellingen moeten verwerken, en heel wat moeilijk¬heden gekend en moeten overwinnen, maar ik kan nu toch in alle oprechtheid zeggen, dat ik blij ben en God dankbaar dat ik toen die beslissing genomen heb en de eed van trouw aan God gedaan, steeds heb gehouden".
Missionaris.
In plaats van een benoeming voor de missie, bleef hij na zijn eedsaflegging eerst enkele jaren te Blitterswijck. Hij was als schoenmaker opge¬leid. In januari 1929 werd hij over¬ge-plaatst naar Engeland, eerst naar Whitson Court, en in september 1929 naar de nieuwe S.M.A. vestiging: seminarie 'Ore Place' te Hastings. Hij werkte daar, met enkele andere broe¬ders, in de tuin, maar was ook zoals hij het zelf formuleerde: 'Jack of all trades and master of not¬hing'. Hij was inderdaad in Ore Place timmerman, schilder, metselaar, loodgieter, elektricien en wat al niet, zonder daarvoor opleiding gehad te hebben. Hij verhuisde mee in 1939 naar 'the Wilderness' toen het seminarie vanwege de oorlog door het leger gevorderd werd.
Het vertrek van drie broeders uit de Sociëteit in het begin van de oorlog en nog meerderen nadien bracht hem erg aan het weifelen of er voor hem wel toekomst zou zijn in de Sociëteit. Na de oorlog bracht hij dat opnieuw ter sprake bij het provin¬ciale be-stuur. Uiteindelijk kreeg hij in 1948 de toezegging voor de missie en de opdracht zich voor te bereiden en kennis op te doen over pannenbakkerij. Broeder Xaveer ging hiervoor naar Susteren.
Op 27 september 1949 vertrok hij met enkele andere missiona¬rissen met de ss. 'Para' naar Afrika. Hij werd benoemd voor het vicariaat van de Beneden Volta in de britse mandaatgebied van de Goud¬kust, later Ghana. Daar ging hij werken in een pannenbakkerij, dat opgezet was door de missie. Dit werd geen succes en moest, binnen een jaar na aankomst van broeder Xaveer, die in Ghana al gauw kortweg 'the Bro' genoemd werd, gesloten worden. Hierna werd hij benoemd voor de drukke¬rij te Dzelukope. Regionaal Ben Gootzen schreef in november 1950 naar Oosterbeek:
"Broeder Xaverius maakt het uitstekend: een aanwinst voor het Vicariaat. Energiek, enthousiast, plenty sense, pret¬tige confrater; hij is in charge van de drukkerij, daar¬bij schilder, architect etc."
Spoedig hierna zat hij volledig in de bouwerij van het bisdom.
Meer dan twintig jaar heeft hij in de bouw gezeten op diverse plaatsen in het bisdom: kerken en missiehuizen, scho¬len en colle¬ges, klinieken en bungalows voor stafleden.
Meerdere keren is hij te Kpandu bij Kees Priems geweest voor weer een uitbreiding van het 'Bishop Herman College'. Zijn meest bewonderd en spraakmakend project was de kapel bij het St. Mary's seminarie te Lolobi. Broeder Xaveer was een uitste¬kend vakman en daarbij een pietje-precies: alles moest exact op maat en loodrecht zijn, waar de plaatselijke vaklui wel eens moeite mee hadden. Daarbij had hij smaak en artistieke aanleg.
De laatste paar jaren waren zeer zwaar voor hem. Hij was veeleisend voor de werklui en voor hemzelf. Zijn gezondheid ging echter achteruit. Hij was regelmatig onder behandeling bij Dr. Marquart en de rheuma begon hem steeds meer parten te spelen. Op 23 mei 1972 kwam hij definitief terug naar Neder¬land. Hij vestigde zich in huize Tafelberg te Oosterbeek. Al vrij spoedig hierna heeft hij maandenlang in het ziekenhuis moeten doorbrengen vanwege heupoperaties. Hij heeft in die tijd veel pijn geleden.
Hij wist zich in huize 'Tafelberg', tevens kloosterbejaarden¬oord, uitmuntend bezig te houden. Zijn natuurlijk gevoel voor lijnen, vormen en kleur stelde hem in staat om tekeningen te maken, ware kunstproducten, die in verschillende S.M.A.-hui¬zen, en bij confraters in hun kamer, de muren sierden. Hij genoot ook van de kleurenpracht in het dagelijks leven. Hij zei:
"in onze jeugd was de kleding van de mensen allemaal donker en somber, doch gelukkig is daar nu veel meer kleur in gekomen en soms is het nu echt een lust voor het oog".
Met de jaren namen zijn krachten af en werden de physieke gebreken talrijker. In 1984 schreef hij een open brief aan zijn zus Anny in het bejaardenoord te Groesbeek, en aan zijn neven en nichten. Deze brief moest verstuurd worden na zijn overlijden. Hij schreef:
"Als je deze brief zult ontvangen, betekent dit, dat God mij geroepen heeft om rekenschap te geven van de tijd, de gaven en talenten die Hij me geeft toevertrouwd.
Zoals je weet, heb ik van mei 1983 tot mei 1984 vrij veel gesukkeld en de meeste tijd daarvan in het hospitaal. Ik heb daar heel veel tijd gehad om eens goed na te denken over mijn roeping naar het klooster: Blitterswijck, Engeland, en de Missie. Daar ben ik werkzaam geweest van 1949 tot 1972. Voor mij zijn dat de mooiste jaren van mijn leven.
Ik ben nu 79 jaar, maar niets wijst erop dat ik spoedig zal sterven, maar ja, de beste jaren zijn wel voorbij, en vandaar dan deze brief (hieruit ook hierboven reeds geciteerd JvB)
Ik ben nu een oude man, werken kan ik niet meer, en ik voel me vooral sinds het overlijden van mijn broer Jo en later van mijn zus Miemie, erg eenzaam en alleen..... Ik ben niet bijzonder bang om te sterven, en als God mij roept hoop ik kalm en rustig tot Hem terug te gaan... Nu je deze brief leest is het dan zo ver en ben ik voorgoed van je allen heengegaan".
In 1986 vierde hij zijn 60-jarig kloosterjubileum. Provinciaal Harrie van Hoof hield een homilie over roeping. Als regionaal en provinciaal kende hij broeder Xaveer in Afrika en Neder¬land, in de moeilijke tijd van omschake¬ling van Afrika naar Neder¬land en daarna in de tijden van pijn, ziekenhuisop¬names en weerloos¬heid. Ook ging hij niet voorbij aan de moei¬lijkhe¬den in het leven van een broeder-missionaris en met name van deze jubila-ris. Hij zei o.a.:
"Gods wegen zijn niet onze wegen. Misschien zijn er vele 'wegomleg¬gingen' geweest, zelfs versperrin¬gen die moesten worden opgeruimd. We kunnen ook door woestijnge¬bied getrokken hebben, waar het moeilijk was ons nog te oriënteren en we gevaar lie¬pen het spoor helemaal bijster te raken. Het kan een 'Ore Place' in Engeland geweest zijn of ook een ware 'Wilderness', waar het moeilijk werd om nog rechte lijnen te blijven trekken. Of dan toch nog meer mogelijkheden in Afrika, waar gelegenheid was om te bouwen - met zand en steen, met hout en ijzer - huizen, scholen, kerken. En dat met een vaste grondslag van bouwen aan de stad van God en dat koninkrijk der hemelen, ook op aarde.
Dat klinkt dan wel mooi, maar hoeveel eenzaamheid kan daarmee gepaard gaan? Hoeveel onbegrip, kortsluiting in menselijke relaties en de geleidelijke afbrokkeling van onze eigen gezondheid, omdat we naar het voorbeeld van de Heer toch steeds meer en meer ons zelf hadden te geven".
Overleden.
Op 29 december 1992 verhuisde hij naar het missiehuis te Cadier en Keer. Hij raakte steeds meer gehandicapt en werd volkomen afhankelijk van hulp. Broeder van den Dungen was niet alleen begaafd en kunstzinnig, hij had ook een gezond verstand en gevoel voor humor en dit droeg bij aan zijn contact met het verzorgend personeel. Hij was vol dankbaarheid voor bewezen diensten in de tijd van volkomen afhankelijkheid van hulp.
In december 1992 begon de eetlust te verminderen. Hij kreeg buikkrampen en de dokter constateerde buikgriep. De nachtzus¬ter vertrouwde het niet en hield hem speciaal in de gaten. Hij is inderdaad die nacht, 12 december 1997, vredig ingesla¬pen op 92-jarige leeftijd. Na de plechtige uitvaartdienst in de kapel van het missiehuis, waarin overste Wim van Frankenhuijsen voorging in de concelebratie op dinsdag 16 december 1997, werd Antoon van den Dungen, broeder Xaveer, begraven bij zijn confraters op het nabijgelegen kerkhof.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 114, april 1998.
Recherchez .../ Search...