Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 28 mars 1905 à Wolder dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 28 juillet 1929 prêtre le 17 décembre 1932 décédé le 14 mai 1979 |
1933-1949 missionnaire en Gold Coast décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 14 mai 1979, |
Pater Joseph BASTIAENS (1905 - 1979)
Afkomst.
Josephus Joannes Bastiaens, zoon van Nicolaas Bastiaens en Maria Leenders (+ 10.12.1929), werd geboren te Wolder, Oud-Vroenhoven, op 28 maart 1905. Later werd deze plaats gean¬nexeerd door Maastricht. De ouders van Jos hadden in Wolder een boerde¬rij. Familiegegevens zijn niet in het S.M.A.- ar¬chief aanwe¬zig. Jos had, in latere jaren, een zus te Reuver, bij wie hij tijde¬lijk ingewoond heeft.
Opleiding.
Jos begon zijn priesteropleiding bij de paters van de Heilige Familie te Kaatsheuvel en studeerde daar van oktober 1922 tot juli 1926. Vervolgens ging hij naar het kleinsemina¬rie te Hasselt, bisdom Luik (B) van okt. 1926 tot maart 1927 en te Offémont van maart 1927 tot juli 1927.
Hij begon noviciaat en philosophie bij de Afrikaanse Missiën te Chanly, België, op 1 oktober 1927. We mogen aanne¬men dat de bemiddeling van zijn dorpsgenoot uit Wolder, pro¬vinci¬aal Paulissen, hierin een rol heeft gespeeld. Op 28 juli 1929 werd Jos, door eedaflegging te Chanly, lid van de Soci¬teit.
Hij behoorde tot de eerste groep studenten die in 1929 hun theologische studies begonnen in het recent aangekochte Je¬zuïetencollege 'Ore Place' te Hastings in Engeland. Aan het eind van het eerste trimester ontving hij een brief van pro¬vinciaal Paulissen, gedateerd 10 december 1929, waarin deze schreef:
"Ik kom u een zeer treurig nieuws mededeelen: het heeft Onzen Heer behaagt uwen goeden vader tot zich te roepen!
H¬e¬d¬en, d¬i¬n¬s¬d¬ag, tegen twee uur heeft hij een beslag gekregen, is nog kunnen bediend worden, waarna hij ge¬storven is. Met uwe dierbare familie vereenigd, hebben wij het beter gevonden U niet telegraphisch te informe¬ren. Ge zoudt uw vader toch niet meer levend getroffen hebben - en uwe komst hier zou de reeds zoo groote smar¬ten nog vergroot heb¬ben."
Tijdens het vierde jaar theologie, op 17 decem¬ber 1932, werd hij in de kapel van het seminarie te Hastings, door Mgr. P. Amigo priester gewijd.
Missionaris.
Pater Jos Bastiaens werd benoemd voor het nieuwe vicariaat van Kumasi, waar zijn dorpsgenoot Mgr. Paulissen enkele maanden vóór hem arriveerde als eerste bisschop van dat vicariaat.
Jos vertrok op 29 september 1933 en werd, na aankomst, benoemd voor de missiepost Bekwai, waar Willem Meelberg nog overste was, doch het jaar erop vervangen werd door Harrie (Henk) Smets. Bekwai had in die jaren een uitgebreid district.
Daar heeft pater Bastiaens, na zijn taalstudie, tot begin 1939 rondget¬rokken van buitenstatie naar buitenstatie, dopend en pre¬kend, actief voor kerk en school, voor het geestelijke en het materiële. Een belangrijke taak bij de opbouw van een financieel zelfstandige kerk, inclusief het onderhoud van de priesters, was: de parochianen bewust te maken van de noodzaak van hun financiële bijdrage hiertoe. Ook dit aspect was bij pater Bastiaens in goede handen: hij was zich (als boeren¬zoon?) de belangrijkheid van financiën zeer bewust!
Na zijn vakantie in 1939, vertrok hij op 31 december, ten gevolge van de oorlog, met de trein naar Lissa¬bon om van daar¬uit verder met de m.s. 'Amstel¬kerk' naar Afrika te reizen.
Hij werd benoemd tot assistent te Jamasi bij overste Piet Maassen. Deze kreeg na anderhalf jaar een overplaatsing en volgde Jos Bastiaens hem in deze missiepost op als over¬ste. Daar heeft hij gedurende de overige jaren van de oorlog ge¬werkt en is, na de oorlog, als een van de laatsten, op vakan¬tie gegaan, omdat hij ook als een van de laatsten vóór de oorlog van vakantie was teruggekeerd. Regelmatig ging hij even op bezoek bij zijn bisschop en dorps¬genoot, zodat ze zoete herin¬neringen konden ophalen over hun geliefde Wolder. Met name Mgr. Paulissen kon zijn geliefde Limburg en Maastricht moei¬lijk vergeten.
Veel steun ondervond pater Bastiaens, wat sentimenteel van nature, van zijn vriend Jos Mulders uit Bechem. Samen bespra¬ken ze kritisch het werk van pater Gerritje de Leeuw, die op geheel eigen wijze, in hun districten werkzaam was, of was geweest.
Ook Herman van Baarsen, thans Mgr Barsen in de U.S.A., heeft zijn korte Afrika-ervaring opgedaan bij pater Bastiaens te Jamasi en Willie Huisman werd daar ingewijd in het missio¬nariswerk.
In maart 1948 ging pater Bastiaens eindelijk op vakantie. Hij was de laatste tijd aan het sukkelen met zijn gezondheid en was in de missie reeds enkele weken opgenomen geweest in het ziekenhuis wegens klachten ten gevolge van een leveraandoe¬ning. Bij onderzoek in het St. Franciscus-Gasthuis te Rotter¬dam werd inderdaad een duidelijke leverstoornis gevonden, zonder dat er van een bepaalde ziekte sprake was. Volgens Dr. ten Berg ging een en ander waarschijnlijk samen met zijn overmatige dikte. Advies was dan ook te vermageren met een vetarm dieet. Bovendien werden medicijnen voorgeschreven.
In maart 1949 ging Jos terug naar Afrika en werd nu benoemd voor een nieuwe post te Maase-Offinso. Het ging echter niet goed met zijn gezondheid en in oktober van datzelfde jaar keerde hij terug naar Nederland.
Na aankomst in Rotterdam, is hij direct van de boot naar het ziekenhuis gegaan. Daar is hij een dag of tien geweest. Aan de provinciaal schreef hij;
"Daar de dokter van Kumasi me uitdrukkelijk gezegd heeft, om niet meer naar de tropen terug te keren, heb ik mijn persoonlijke spullen ook maar mee naar Holland genomen".
Even is er sprake geweest om hem te benoemen tot huiseconoom in Keer. Dit ging echter niet door. In mei 1950 ging Jos naar het bisdom Luik, waar hij tijdelijk benoemd werd tot surveil¬lant aan het bisschoppelijk college 'Saint Roch' met een 250-tal leerlin¬gen. In september 1950 werd hij benoemd tot rector
te Les Trixhes, een dorp van 1000 inwoners achter Luik.
Op eigen verzoek is hij op 13 juni 1951 overgeplaatst en benoemd tot rector van een weeshuis te Geer bij Waremme. In juni 1953 werd hij rector te Villers-aux-Tours.
In febru¬ari 1954 werd hij benoemd tot pastoor van Dolem¬breux. Hier¬over schreef hij in december 1958:
"Het is geen drukke parochie, wat ik ook niet aan zou kunnen, want de gezondheid is toch geen 100 procent. De leverkwaal, in de tropen opgedaan, daar ben ik nog niet helemaal van genezen. in mei l.l. heb ik nog een beroerte gehad, dus ik moet het kalmpjes aan doen.
De parochie telt 530 zielen, waarvan 65 procent de chris¬telijke plichten vervult.
't Is een goed volk: ze vergeten de pastoor niet als ze vla bakken en 'n varken slachten. 't Zijn hier bijna allemaal boeren en de boter en de melk heb ik nog nooit hoeven te betalen. Dus u ziet, 't is best uit te houden."
In april 1959 werd pater Bastiaens benoemd tot pastoor van Teuven. Daar is hij geweest tot hij 65 jaar werd in 1970. Toen trok hij zich terug in een rusthuis te 's Gravenvoeren en daarna bij de Zusters "Onder de Bogen" in Maastricht.
Hij kwam in juli 1971 naar het missiehuis te Cadier en Keer doch ver¬trok in oktober alweer naar zijn zus te Reu¬ver, een weduw¬vrouw met een gehandicapt kind. In 1973 nam hij nog een assis¬tentie aan als hulprector in het bejaardencentrum 'Com¬pagne' te Maastricht. In maart 1976 trok hij zich voorgoed uit de pastoraal terug en nam definitief zijn intrek in het mis¬sie¬huis te Cadier en Keer.
Gestorven.
Vrij spoedig hierna werd het duidelijk dat zijn leven naar het einde toe liep. Tekenen van een slopende ziekte begonnen zich te openbaren. Op 14 mei 1979 om 3.45 uur is pater Jos Basti¬aens overleden, 74 jaar oud. Op vrijdag 18 mei is hij, na een plechtige Eucharistieviering in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer, begraven bij zijn collega's op het kerkhof bij het missiehuis.
'Ter herinnering' en 'in memoriam' alsook de homilie spraken over pater Jos Bastiaens als:
- altijd 'onderweg';
- als een priester, die het de laatste tijd moeilijk had met de veranderende tijd en bezorgd was voor het behoud van het geloof en de vertrouwde waarden;
- als voorbeeldig en groot tijdens zijn ziekte en sterven;
- als een leven van menselijk proberen, van tasten en zoeken, van succes en ontgoocheling, afsluitend met een specifieke diepte: de getuigenis van Dood en Verrijzenis, zoals de Heer die heeft gegeven.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A. te Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 40, juni 1979.
Recherchez .../ Search...