Société des Missions Africaines - Province de Hollande
![]() |
Le Père Martin KEINHORST né le 28 octobre 1911 à Amsterdam dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1934 prêtre le 18 décembre 1937 décédé le 16 décembre 1997 |
1968-1946 New Herlaer, professeur au moyen séminaire décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 16 décembre 1997 |
Pater Martin KEINHORST (1911 - 1997)
Afkomst.
Martinus Hendrikus Keinhorst, zoon van Franciscus Louis Chris¬tianus Keinhorst (1878 - 1973) en Joanna M. de Keijzer (1¬883 - 1960), werd geboren te Amsterdam op 28 oktober 1911 en dezelf¬de dag gedoopt in de parochiekerk van de H. Dominicus. Vader was van beroep koffiebrander en woonde met zijn gezin van zes kinderen, waarvan er één jong overleed aan kinkhoest, in de van Hogendorpstraat 50.
Opleiding.
Na de lagere school in Amsterdam, ging Martin in 1926, via bemiddeling van propagandist Jan Verhagen, naar de onlangs geopende opleiding voor missionarissen te Nieuw Herlaer, St. Michielsgestel, en daarna naar het missiecollege te Cadier en Keer. In 1932 ging hij voor de studie van de philosophie naar het seminarie te Bemelen, waar hij op 25 juni 1934 zijn eerste eed aflegde als tijdelijk lid van de Sociëteit. Theologie studeerde hij in het seminarie 'Ore Place' te Hastings in Engeland. Als student was men tevreden over hem: over zijn gedrag, zijn capaciteiten, zijn gezondheid. Wat zijn karakter betreft: 'habituellement sérieux - joyeux - un peu versatile' en wat aanleg betreft: 'goûte la musique, joue l'harmonium'. Tijdens het vierde jaar theologie werd hij in de kapel van het seminarie te Hastings door Mgr. Peter Amigo tot priester gewijd op 18 december 1937.
Missionaris.
Pater Martin Keinhorst werd benoemd voor het kleinse¬minarie Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel, waar hij leraar wis- en natuur¬kunde werd en leraar duits in de grammatica ("omdat ze bij ons thuis een duitse herder hadden" zei hij later geksche-rend). Hij had echter moeite om, met name in de wiskunde, deze weerbarstige materie aan de hiervoor minder begaafde en ge¬nteresseerde leerlingen over te brengen. Na de bevrijding, in 1945 volgde zijn benoeming voor de missie. Tijdens het af¬scheidsfeest met drie andere vertrek¬kende confraters uit Herlaer gaf hij als nestor van hen met zijn sonore stem de afscheidsspeech en zei op ludieke wijze tegen de studenten:
"Acht jaar lang hebben ze me naar de tropen verwenst en nu is het dan zover!"
Hij vertrok met de eerste grote groep missionarissen na de oorlog op 22 april 1946. De ouderen onder hen zaten allemaal in deze vertrekkende groep. In Afrika zaten confraters te sprin¬gen om zo snel mogelijk op vakan¬tie te gaan. Iedereen was intus¬sen meer dan zes jaar in de tropen en sommigen bijna het dubbele.
Pater Martin Keinhorst werd benoemd voor Sefwi Asafo, de meest noordelijke statie van het vicariaat Cape Coast, waar Huub Somers, die nu al bijna elf jaar onafgebroken in de Goudkust werkte, overste was. Reeds in oktober 1946 mocht pater Kein¬horst overnemen, zodat pater Somers op vakantie kon. Martin kreeg de juist aangekomen Herman Engberink als assistent.
Na twee jaar werd hij benoemd tot leraar ('mathematics') aan het seminarie te Amisano. In juni 1950 ging hij op vakantie naar Nederland.
Zijn tweede toer, van januari 1951 tot februari 1956, is nogal afwisselend geweest. Hij begon een jaar als assistent te Agona Swedru om daarna terug te gaan naar Sefwi-Asafo en daar de pastoor op vakantie te vervangen. Hij was daar immers bekend. Na diens terugkeer ging hij terug naar Agona Swedru, waar hij ook overnam als waarnemend pastoor. Eind 1953 ging hij naar Tarkwa, om daar de pastoor te vervangen en tenslotte ging hij voor dezelfde reden naar Takoradi. Mogelijk werd hier ook van de nood een deugd gemaakt. Martin was een gevoelsmens en volgens de bemerkingen van zijn seminarieleraren 'versatile' (ongestadig, wispelturig, volgens mijn woordenboek). Hij was uitbundig en 'on top of the world' of hij was teneergeslagen en leek in de diepste diepten te zitten.
In zijn derde toer was hij pastoor te Bibiani. Ook daar kwam hij na anderhalf jaar in een gemoedsdepressie. In juli 1960 pakte hij zijn koffertje en verdween van Bibiani naar de kust. Het kerkbe¬stuur informeer¬de de aartsbisschop en verwoordde dit op een typisch afri¬kaanse wijze: "He left us unceremoni¬ously". Martin werd opnieuw benoemd voor het seminarie te Amisano en heeft daar nog vijf jaar gewerkt. Regelmatig ging hij van daaruit op zijn motortje naar het grootseminarie te Pedu. Als hij de oprijlaan opreed en de staf en studenten hoorden hem uit volle borst een aria zingen, dan wisten ze dat het weer een 'halelujah-dag' was.
In 1965 besloot pater Keinhorst definitief naar Nederland terug te keren. Hij vertrok op 30 juni 1965. Eerst had hij gedacht naar Amerika te gaan, doch het werd tenslotte toch Duitsland. Daar is hij even assistent geweest in een parochie (Ramsdorf) en rector in het ziekenhuis te Grevenboich. In 1968 ging hij naar Beieren en kreeg een aanstelling als rector in een ziekenhuis met meer dan 400 bedden te Kempten in het bisdom Augsburg. In januari 1973 kwam hij naar Nederland om zijn 94-jarige vader te begraven. Daar was een vacature in het St. Josephziekenhuis te Heemskerk, waar zijn vader gestorven was, maar Martin verkoos terug te keren naar Kempten. Kort hierna werd bij onderzoek geconstateerd dat hij diabeet was. In ¬juni 1973 kwam hij daarom terug naar Nederland en zou mee kunnen werken in de admini¬stra¬tie van de postale acties in huize Tafel¬berg te Oosterbeek. Het viel hem tegen. Hij had heimwee naar Kempten en dichtbij de familie zijn betekende ook niet zoveel meer. Hij belde naar Kempten en vroeg daarna aan de provinciaal eind augustus voor een tijdje terug te mogen om pastores te vervangen. In december kon hij zieken¬huispas¬tor worden te Do¬nauw¬orth en heeft dit aangenomen. Tot 1 april 1978 heeft hij als pastor in het ziekenhuis gewerkt, doch toen begon dit pastoraat voor hem te zwaar te worden. Hij ging naar een bejaarden¬huis en verleende daar pastorale diensten.
In maart 1980 vertrok hij uit Donauworth en ging zich privé vestigen als rustend priester te Pommels¬brunn, oostelijk van Nürnberg. Hij schreef:
"Ik heb daar een zeer goed tehuis gevonden. Naar Holland komen heeft geen zin, daar nergens een plaats te vinden is hetzij dan op een zolderkamer. In November was ik nog in Holland op retraite en heb me hierover laten informe¬ren".
In mei 1982 verhuisde hij nogmaals. Hij schreef:
"Ik ben dus naar 'de stad' verhuisd, 4 km. van Pommels¬brunn. Doch nu ben ik terecht gekomen in het aartsbisdom Bamberg. Heb de Generalvikar geschreven en laten zien wat we zo in onze leven gedaan hebben en waar geweest. Ben hartelijk welkom en willen me graag einschalten met de nodige vergoedingen. Zo goed als zeker neem ik Rei¬chenschwand voor mijn rekening, een filiaal van Hers-bruck, 4 á 5 km entfernt. De volgende week neem ik de dienst over in Hersbruck weil de Pfarrer een paar dagen op reis gaat".
Tinus, zoals hij dikwijls door collega's genoemd werd, bleef een Sociëteitsmens: hij kwam regelmatig in Oosterbeek op bezoek en hield het bestuur met alle ontwikkelingen en veran¬deringen schriftelijk op de hoogte in brieven, doorspekt met duitse woorden en uitdrukkingen. In november 1983 schreef hij over zijn gezondheid en zijn hobby:
"Wel moet ik enige pillen per dag slikken, maar wie niet op deze leeftijd. Het borreltje smaakt tot nu toe goed en wat eten betreft: als ik in Fernsehen lui eten zie, krijg ik al honger.
Wat ik al doe een lieven lange dag? Prutsen - eenvoudig prutsen! Wij noemen het dan hier: basteln. Ik verdiep me in Elektronics. Radiotjes - versterkers bouwen -alarmtoe¬stelletjes etc. De laatste tijd met digitaalschaltungen bezig gehouden, maar nu zie ik dat mijn toekomst uitslui¬tend in de Computertechnik ligt".
Hij bleef regelmatig pastoors assisteren en vervangen. Doch in augustus 1984 schreef hij naar de provinciaal, dat dienst doen in de parochiekerk toch te veel voor hem werd, zijn huishoud¬ster spoedig 77 jaar werd, en het rustiger aan moet doen.
"De belangrijkste grond: ik wil zelf ook graag nog een paar jaartjes in rust en gemeenschap met de confraters in Holland leven".
Pater Keinhorst hield van gezelligheid en had altijd mensen nodig om hem heen. In oktober 1984 kwam hij naar Oosterbeek. In de beginjaren was hij regelmatig afwezig en ging zelfs nog jaarlijks, - met een paar nederlandse kazen in zijn koffer, zoals ook voorheen -, terug naar Beieren, waar hij zich blijk¬baar toch het beste thuis voelde. Hij bleef verder bezig met zijn elektronica.
Met zijn gezondheid ging het niet zo goed. Je hoorde geen aria's meer, want zijn stembanden waren gestript. Ook zijn gezicht, mogelijk mede als gevolg van zijn diabetes, werd steeds zwakker. Gevolg van het een en ander was een streng dieet en een blindenstok, als hij zich op weg begaf. Maar Tinus reisde zo graag en hield van lekker eten en drinken. Meerdere keren is hij in het ziekenhuis opgenomen omdat hij, tijdens familiebezoek of anderszins, zich weer eens niet aan de voorschriften gehouden had en de suikerspiegel weer in de war was. Martin was en bleef een gezellige confrater met Amster¬damse humor.
Gestorven.
Op 15 april 1993 verhuisde hij naar het missiehuis te Cadier en Keer. Van daaruit is hij nog een paar keer naar Oosterbeek gekomen om door te reizen naar zijn familie in het westen van het land. Hoewel nagenoeg blind, probeerde hij zo lang moge¬lijk zelfstandig te blijven. Doch de krachten bleven afnemen en hij werd steeds meer afhankelijk. Hij werd bedlegerig. Op 16 december 1997, toen 's middags broeder Xaveer begraven was, is hij daarna rond half acht overleden aan suiker¬ziekte en longkanker. Graag had hij nog met zijn klasgenoot Jan Coolen twee dagen hierna zijn zestigjarig priesterjubileum willen vieren. Hij werd 86 jaar oud.
Tijdens de plechtige uitvaartdienst in de kapel van het mis¬siehuis te Cadier en Keer op zaterdag 20 december 1997, ging overste Wim van Frankenhuijsen voor in de concelebratie. Als epistel was er de adventslezing over het licht en het evange¬lie ging over de blinde Bartimeus, die door Jezus genezen werd met de woorden 'Uw geloof heeft u gered'. De voorganger combi¬neerde licht en blindheid mooi met elkaar en paste dit toe op het leven van de overledene. Na de absoute werd pater Martin Keinhorst begraven bij zijn confraters op het missionarissen¬kerkhof daar.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 114, april 1998.
Recherchez .../ Search...