Société des Missions Africaines –Province de Hollande
né le 3 août 1921 à Cadier en Keer dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1942 prêtre le 16 juillet 1946 décédé le 29 juin 1995 |
1946-1978 propagandiste et en même temps aide dans la décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 29 juin 1995,
|
Pater Sjeng JACOBS (1921 - 1995)
Afkomst.
Johannes Hubertus Jacobs, zoon van Gerardus Jacobs (+ 1972) en Jose¬phina Wijckmans (+ 1977), werd geboren te Cadier en Keer op 3 augus¬tus 1921. Vader was postbesteller en Sjeng, zoals hij thuis genoemd werd, was de oudste in een groot gezin. Meerdere van zijn broers hebben kortere of langere tijd in het missie¬huis gestudeerd en één ervan zelfs nog even in Aalbeek (philo¬sophie), doch geen van hen is doorgegaan voor het pries¬ter¬schap.
Opleiding.
Sjeng ging na de lagere school in zijn geboortedorp naar het nabijgelegen missiehuis te Cadier en Keer in 1933. Na zijn middelbare opleiding ging hij, in september 1940, naar het grootseminarie te Aalbeek, waar hij zijn hogere studies (phi¬los¬op¬hie en theologie) deed. In 1941 moest hij een operatie onder¬gaan (struma). Op 15 juli 1942 werd hij lid van de Socië-teit door aflegging van de eed, die werd afgenomen door pro¬vinciaal raadslid Pierre Wouters, hiertoe gesubdelegeerd door provinci¬aal ten Have. Drie jaar later nam de provinciaal zelf hem de eeuwige eed af, waardoor hij permanent lid werd van de Sociët¬eit. Daags erna werd hij door Mgr. Lemmens subdia¬ken gewijd. Op 16 juli 1946 werden hij en Stef Kersten priester gewijd. Drie andere klasgenoten, die na de zomervakantie 1944 niet konden terugkeren naar het seminarie en de hongerwinter 'bo¬ven de rivieren' moesten doorbrengen, werden pas in decem¬ber 1946 gewijd.
Missionaris.
Pater Sjeng Jacobs werd benoemd als propagandist voor Limburg. Propaganda en administratie waren, evenals provincialaat en drukkerij, gevestigd te Bemelen. Toen Bemelen echter werd opge¬heven en de propaganda verhuisde naar Huize Tafel¬berg in Oosterbeek, kreeg Sjeng, volgens zijn zeggen, van de toenmali¬ge provinciaal het advies:
"waarom ga je niet bij je ouders wonen? Een en ander regelen we later wel".
Er bestaan twijfels of dit ooit gebeurd is. Feit is, dat pater Jacobs tot febru¬ari 1978 propagan¬dist voor Limburg en ooste¬lijk Brabant is geweest, opererend vanuit het ouder¬lijk huis, Rijksweg 40 te Cadier en Keer. Hij scheen zich daar niet ongelukkig bij te voelen en zou, naar zeggen, niet graag van verblijf willen veranderen.
In de loop van deze jaren heeft hij zich bezigge¬houden met het werven van studen¬ten, fondswerving en zelatri¬cen, schoolbezoek en boekjesver¬koop, en tenslotte de missie¬busjes, wat tijdens de laatste jaren praktisch nog zijn enig¬ste bezigheid was. Maandelijks kwamen de propagandisten in Oosterbeek tezamen om verslag uit te brengen aan het hoofd van de propaganda (Eer¬den, van Eijk etc.) en hun afrekening te maken met de chef van de admini-stratie (Keijsers etc.).
Reeds op het seminarie zag men hem als een ijverige, gods¬vruchtige en hardwerkende jongeman, nauwgezet en ernstig, met een redelijk verstand en een fenomenaal geheugen. Hij was echter niet origineel en had geen visie of fantasie, maar wist wat hij wilde en was erg nieuwsgierig. Zijn medewerkers in de propaganda zullen hem hierin herkennen. In de loop der jaren ontwikkelde hij zijn eigen methode, zijn eigen werkwij¬ze. Van zijn aangewende gewoontes week hij niet snel af b.v. op weg van Cadier en Keer naar Oosterbeek zou hij altijd in Arcen, in steeds hetzelfde restaurant aan de Maas, een kopje koffie drinken. Hij bleef op jacht naar nieuwtjes, maar gaf zelf weinig informatie prijs. Andere propagandisten leve¬rden een zak met geld in zoals ze dat uit de missiebusjes verzameld hadden, Sjeng had altijd alles keurig ingewisseld tegen pa¬piergeld.
Vanaf mei 1959 hielp hij mee in de parochie van Keer en ver¬leende, op verzoek, ook assistentie in omliggende parochies en kloosters. In de loop der jaren werd zijn betrok-kenheid bij de familie, de parochie, het dorp en de omgeving steeds intenser. Na de dood van zijn vader in 1972 voelde hij zich verantwoor¬delijk voor de verzorging van zijn moeder. Regelmatig was hij te vinden bij zijn zus, die het postagent¬schap in het dorp beheerde. Sinds juli 1976 werd hij officieel assistent in de parochie Cadier en Keer. Met pater Bruinsma verzorgde hij assistentie bij de Zusters in Blankenberg. In mei 1977 werd hij beheerder van het gemeenschapshuis "Keerhoes" in het dorp. Kort hierna nam hij afscheid van zijn werk in de propa¬gan¬da.
Zijn dienstbaarheid aan parochies en kloos¬ters in de omgeving, met name het lezen van Heilige Missen, groeide. Zijn moeder kwam te sterven, waardoor de verantwoor¬delijkheid voor een stuk verzorging verviel en hij zich vrijer kon bewegen. Van de gemeente had hij een bejaardenwoning van de nieuwbouw in de Kerkstraat toegewezen gekregen. In oktober 1982 werd hij rector van het bejaar¬dencentrum Dr. Ackenshuis te Gulpen. Bijna vier jaar is hij dat geweest, doch hij begon zich steeds meer bekneld te voelen door de polarisa¬tie en verschil van kerkvisies. Als regionaal bejaardenhuis waren hier nogal mensen uit nabuurdorpen. Steeds opnieuw waren er conflicten tussen de deken van Gulpen en de nabe¬staanden van de overle-dene en voelde Sjeng zich inge¬klemd. Sinds jaar en dag begon hij bijna elk antwoord op een vraag met zijn stereo¬type antwo¬ord: 'Ja..nee', en nu werd hij dikwijls gedwongen tot een stell¬ingname, terwijl hij eigenlijk de moeilijkheden wilde omzeilen en vrede wilde houden met alle partijen. Met ingang van 1 september 1986 nam hij ontslag.
Vanaf 1 februari 1987 werd hij door de bisschop van Roermond benoemd tot assistent van de parochie van de H. Barbara te Scheulder. Na anderhalf jaar nam hij eindel¬ijk het besluit om pastoor van deze gemeen¬schap te worden.
Op 9 oktober 1988 werd pater Sjeng Jacobs officieel door deken Drs. J. Haffmans van Gulpen als pastoor te Scheulder geïns¬tal¬leerd. Geheel in stijl volgde hierna voor genodigden een diner in 'de Pastorij' te Cadier en Keer. Hij is niet lang pastoor geweest. Reeds met ingang van 1 september 1989 verleende Mgr. Gijsen van Roermond hem, op zijn verzoek vanwege medische redenen, eervol ontslag.
Overleden.
Pater Sjeng Jacobs trok zich nu als emeritus terug in zijn bejaardenwoning in het dorp, hoewel hij door bleef gaan assis¬tenties te verlenen. Ook maakte hij, in oktober 1991, bij het notariskantoor in Heer zijn wettelijk testament. In oktober 1993 moest hij de assistentie in huize Blankenb¬erg opgeven. In januari 1994 werd hij als geïndiceerde bejaarde opgenomen in het kloosterbejaardenoord "Keerderberg" van het missiehuis. De diagnose was, dat hij vanaf 1986 kleine infarctjes heeft gehad, wat toenemende loopfunctiebeperking met zich meebracht. Sjeng kwam dan ook vrij snel hierna in een rolstoel terecht.
Zijn toestand ging steeds verder achteruit. In juni 1995 zag men het einde naderen. Hij ontving de ziekenzalving en de familie kwam om beurten de wacht bij hem houden. Op 29 juni 1995 is hij op 73-jarige leeftijd gestorven.
De begrafenis vond plaats in de parochiekerk te Cadier en Keer op 3 juli 1995. Er was veel volk in de kerk. De fanfare, waarvan Sjeng ere-lid was, was in volle sterkte aanwezig. Ook waren er vertegenwoordigers van omliggende parochies en kloos¬ters, waar Sjeng regelmatig assisteerde of de H. Mis las. Arjen Rijpkema ging voor in de dienst, geassisteerd door pastoor Jan van Frankenhuijsen. Mgr. Fons Castermans, hulpbis¬schop van Roermond, was op het priesterkoor 'in ornaat' aanwe¬zig. Ook meerdere collega's en confraters hadden in de kerk p¬laatsgenomen. Provinciaal Storcken ging voor in de absoute. Volgens eigen wens en testamentaire beschikking werd hij begraven op het parochiekerkhof te Cadier en Keer. Zijn wens om ook begraven te worden in het graf van zijn ouders, kon echter niet gerealiseerd worden.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer
- Onze Krant, nr. 105, september 1995.
Recherchez .../ Search...