Imprimer

Société des Missions Africaines – Province de Hollande

EVERS Joseph né le 1er mars 1910 à Meerssen
dans le diocèse de Roermond, Hollande
membre de la SMA le 30 juillet 1932
prêtre le 21 décembre 1935
décédé le 5 août 1957

1935-1939 Bemelen, directeur et responsable des Frères
1939-1941 Bemelen, propagandiste
1936-1945 Scharn, prêtre assistant
(depuis Bemelen entre 1936 et 1941)
1946-1957 missionnaire en Gold Coast
Saltpond, Cape Coast, Assin Foso

décédé à Kumasi, Ghana, le 5 août 1957,
à l’âge de 47 ans

 


Le père Joseph-Benoît EVERS (1910 - 1957)

A Kumasi (Ghana), le 5 août 1957, retour à Dieu du père Joseph-Benoît Evers, à l'âge de 47 ans.

Joseph-Benoît Evers naquit à Meersen, dans le diocèse de Roermond, en 1910. Il fit ses études à Keer, Chanly et Hastings. Il fit le serment en 1932 et fut ordonné prêtre en 1935. En 1936, le père Evers arrivait à Bemelen comme maître des novices frères. Il garda ce poste pendant trois ans. En 1939, il était propagandiste, tout en remplissant les fonctions de vicaire à Scharn.

En 1946, le père Evers était nommé au vicariat de la Côte-de-l'Or, aujourd'hui archidiocèse de Cape-Coast. Il devenait supérieur de la mission de Fossu.

Il mourut d'un cancer, à l'hôpital de Kumasi, mais son corps fut ramené au sud pour l'inhumation. L'enterrement fut très impressionnant en raison du grand nombre de fidèles présents et aussi de la présence de trois évêques, Nos Seigneurs Porter, van den Bronk et Amissah.


Pater Benoit EVERS (1910 - 1957)

Afkomst.

Joseph Benedictus Evers, zoon van Johannes Gulielmus (Willem) Evers en Philomena Eurlings, werd geboren te Raar, Meerssen, op 3 maart 1910. Benoit, zoals zijn roepnaam luidde, had meerdere broers en zusters, doch in latere jaren had hij zijn 'thuis' bij zijn zus Barbara en haar man Alphons Heuts.

Opleiding.

Benoit volgde de priestermissionaris opleiding bij de paters van Cadier en Keer. Na de lagere school in zijn geboor¬teplaats Meerssen, ging hij naar het missiehuis te Cadier en Keer voor zijn gymnasiale studies van 1923 tot 1930. Hij deed zijn philosophie te Chanly in België (1930 - 1932). Op 30 juli 1932 werd hij lid van de Sociëteit en ging daarna naar Has-tings in Enge¬land voor zijn studie van de theologie. In het vierde jaar werd hij priester gewijd op 21 december 1935 door Mgr. P. Amigo.

Missionaris.

De eerste missionaire opdracht van Benoit lag in Nederland. Hij werd benoemd voor Bemelen als Magister van de broeders en tevens hoofd van de drukkerij (of omgekeerd!). Hij werd tijde¬lijk belast met de tijd¬schriften 'Stemmen uit Lour¬des' en 'Afrikaansch Missieklokje'. Benoit had technische en artis¬tieke kwaliteiten. Vanwege interne moeilijkheden zocht het provinciaal bestuur iemand die leiding kon geven aan zowel de technische als de organisatorische kant van de S.M.A. drukke¬rij en uitge¬verij te Bemelen.

Enkele jaren later, in november 1939, werd L. van Helwegen benoemd om van Benoit in Beme¬len over te nemen met broeder W. van Leeuwen als technisch directeur van de drukkerij. Voor Benoit volgde een nieuwe benoeming: propagan¬dist in Limburg en Gelderland met assistentie in Scharn. In 1942 werd Benoit benoemd tot vaste assistent in Scharn en ging daar ook wonen. Hij bleef daar tot het eind van de oorlog en zijn vertrek naar de missie.

In mei 1946 kon hij eindelijk vertrekken naar de Goudkust (Ghana) met bestemming het vicariaat van Cape Coast. Omdat hij al wat ouder was dan de meesten van de recent uitgekomen missi¬o¬narissen, werd hij benoemd voor de kustplaats Saltpond, één van de oudste staties, waar zijn klasgenoot Frans Ramakers pastoor was. Deze werd na anderhalf jaar overgeplaatst om Asankrangwa, onder de oorlog gesloten wegens gebrek aan perso-neel, weer te openen. Benoit werd pastoor en kreeg de jonge afrikaanse priester Charles Lejeune als assistent. Ook de jonge priesters Harry Huiskamp, Wim Griffioen en Joe Adams begonnen hun missionair apostolaat onder leiding van Benoit.

In juni 1951 werd Benoit naar Cape Coast geroepen om de lei¬ding op zich te nemen van de werkzaamheden aan de kathedrale kerk. In 1950 was de hiërarchie in de Goudkust ingesteld. Het vicariaat van Cape Coast werd toen aartsbisdom Cape Coast. Hierbij paste een waardige bisschopszetel in een gerenoveerde kathedraal. Benoit heeft een prachtig plafond gemaakt in de kerk van Cape Coast en het geheel opnieuw geschilderd. Met de inlandse broeder Andrew heeft hij de altaren hernieuwd en nieuwe zetels voor pontificale diensten gemaakt voor de aarts¬bisschop en zijn assisten¬ten. Dag in dag uit beklom Benoit de ladders en maakte lange dagen op de steigers in de tropische hitte.

Op 29 december 1952 ging hij op vakantie. Doch ook in zijn vakantietijd heeft hij niet stil gezeten. Na een jaar is hij met een 'scheepsla¬ding' kisten weer naar de missie vertrokken; waarschijnlijk ook met een bijna even zo grote hoeveelheid aan proble¬men!

Benoit had problemen van financiële en materiële aard:
- met het S.M.A. bestuur, vanwege de afwikkeling geldzuive¬ring na de oorlog waarbij persoonlijk geld, missiegeld en gelden van derden betrokken waren;
- met het bisdom, omdat de realisering van zijn droom, de bouw van een technische school, niet parallel liep met de visie en planning van het bisdom.

Na terugkeer in januari 1954 kon Benoit eerst doorgaan met de renovatie van de kathedraal. Hij was hiermee nagenoeg klaar toen zijn opvolger in Saltpond, pater Jenneke van de Donk, ziek naar Nederland terug moest. Dus werd Benoit benoemd om tijde¬lijk de verantwoordelijkheid voor de Saltpond-parochie weer op zich te nemen.

Op de campus van Amisano stonden nog steeds de niet uitgepakte kisten met machinerieën en materialen. In januari 1956 kreeg Benoit zijn benoeming voor Assin Foso, waar Adolf Setz juist de bouw van een missieziekenhuisje voltooid had en nu binnen¬kort op vakantie zou gaan. Benoit volgde hem op als pastoor.

Een jaar later was al duidelijk te zien, dat het niet goed ging met zijn gezondheid. Doch Benoit wuifde dit als nietsbe¬teke¬nend weg. Iedereen zag hem steeds meer vermageren. In de tweede helft van juli 1957 kwam hij nog voor zaken naar Cape Coast en wilde 's avonds graag met iemand een filmpje pikken. Johan van Brakel ging met hem mee. 'Ik ben niet bang om dood te gaan' had hij 's middags nog tegen Piet Sanders beweerd. "Ik heb 't er niet op..... die mensen, die zo beginnen te praten ..." zuchtte Piet. Pater Evers liep, naar onze overtui¬ging, met de dood in de schoenen. Op allerlei manieren hebben zijn colle¬ga's in Cape Coast geprobeerd hem te overtuigen dat het hoog tijd werd om eens een dokter te gaan zien. Zonder concrete toezegging klom hij weer in zijn volkswagentje om de toenter¬tijd 54 mijl lange, bochtige weg terug te rijden naar Assin Foso.


Gestorven.

Na ruim een week vernamen de paters in Cape Coast, dat Benoit de 1ste augustus naar het zie¬kenhuis in Kumasi was gegaan. Op maandag 5 augustus heeft pater Piet van Strien hem de laatste sacramenten toegediend. Een paar uur later, rond 6 p.m., nadat pater Gijselaers hem nog de Apostolische Zegen gegeven had, is hij rustig en kalm gestor¬ven, 47 jaar oud. Als doodsoor¬zaak werd vastgesteld: maagkan¬ker.

De volgende dag hebben de paters van Kumasi het lichaam naar Cape Coast gebracht. Zij moesten hiervoor dwars door het Assin gebied reizen: het district van Benoit's parochie. Ze stopten in de hoofdstatie Assin Foso, de woonplaats van Benoit en zijn afrikaanse assistent pater Paul Louis. Daar werd zijn li¬chaam de kerk ingebracht en de Libera gezon¬gen. Hoewel ze om 2 uur in de namiddag uit Kumasi vertrokken waren, was het al een paar uur donker voor¬dat ze rond achten in Cape Coast aankwa¬men. Niemand had anders verwacht! Ook in leven kwam Benoit altijd 's avonds laat .. in het donker. ... waar juist de meeste missionarissen in Afrika zo'n hekel aan hebben.

Diezelfde avond nog werd het dodenofficie gezongen in de kathedrale kerk, waaraan de overledene zo lang gewerkt had.
De volgende morgen zong aartsbisschop W.Th. Porter de Hoogmis, met assistentie van de eerste Ghanese bisschop, hulpbisschop John Kodwo Amissah, en de bisschop van Kumasi, Mgr. A. v.d. Bronk. Regionaal overste Ben Gootzen begon zijn preek met de woorden:
"Benedictus EST nomen eius!".
In een lange processie werd daarna de kist met het lichaam van pater Evers naar het kerk-hof op de Jukwa-road gebracht, waar de begrafenis plaats vond.

Achteraf bleek, dat hij in Cape Coast op 27 februari 1955 een gede¬tailleerd en met de hand geschreven laatste wilsbeschik¬king had gemaakt. Pater Gootzen, waar Benoit een zeer groot vertrouwen in had, was hierin benoemd tot executeur.

Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- N. Douau: Biographies Missions Africaines 05.08.1957
- J. van der Kooij in Afrika Ontwaakt 1957, pg 149.