Imprimer

Rev. Fr. Herman Sommer, SMA (Hermanus Cornelius)

1937-2021

Herman Sommer

Born in the Diocese of Haarlem - Amsterdam (Schagen)

03 -

04-1937

He became a member of our Society

15 -

07 -1962

Ordained to the Priesthood

12 -

12 -1962

 

1963 -

 

1964 : Tirocinium, Winneba, Ghana

1964 -

1968 : Sunyani, Wenchi, assistant priest / parish priest

1968 -

1969 : Leeuwarden, Eindhoven, NL, assistant priest

1969 -

1970 : Louvain Catholic University, B, study liturgy

1970 -1971 : Kumasi, chaplain KNUST

1971 - 1972 : Duayaw Nkwanta, hospital chaplain

1972 -

1975 : Bechem, chaplain TTC

1975 -

1976 : SMA Winneba

1976 -

1980 : Nijmegen, NL, Catholic University, secretary catechetical institute

1980 -

1982 : SMA London, prefect of studies

1982 -

1994 : Richmond Fellowship College, UK, tutor and pastoral supervision

1994 -

1997 : Leeuwarden, NL, Parish Priest

1997 -

1999 : London, UK, the Grail community

1999 -

2006 : De Rijp, NL, parish priest

2006 -

2014 : De Rijp, retired

2014 -

2021 : Berkhout, retirement home "de Berkenhof'

       

Father Herman was in declining health for the past few years.

He passed away peacefully in retirement home "de Berkenhof', Berkhout, on April 15, 2021.

t Eternal rest grant unto him o Lord t

Antonio Porcellato SMA Superior General

De Eucharistieviering van afscheid zal in besloten kring plaats vinden in de Sint Bonifatius Parochiekerk, Rechtestraat 164 in De Rijp, op Woensdag 21 April 2021, waarna hij ter ruste zaf worden gelegd in het priestergraf van het parochiële kerkhof aldaar.

Afkomst

Herman Bommer, zoon van Petrus (Piet) Sommer (t 1949) en Maria Hendrika Bruin (* 1911

- t 1998) is geboren in Schagen in het bisdom Haarlem op 3 april 1937 en daags erna daar gedoopt in de Sint-Christophoruskerk met de doopnamen Hermanus Cornelius. Na hem worden er nog enkele jongens in dit gezin geboren. Volgens gegevens is zijn vader 'technician'. Uit de eigen aantekeningen van Herman blijkt dat het gezin in 1938 in Leeuwarden woont en daarna naar Groningen verhuist. Hier ontvangt Herman op 15 juli 1947 het sacrament van het vormsel in de parochiekerk van Sint-Joseph, de huidige kathedraal van het bisdom Groningen. Vader Bommer overlijdt op 19 oktober 1949. Herman is dan pas 12 ja r.

Opleiding

Hoe hij in contact gekomen is met de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën is niet helemaal duidelijk, maar in september 1950 begint Herman op 13-jarige leeftijd in Huize Nieuw Herlaer in Sint-Michielsgestel aan zijn opleiding tot priestermissionaris. Zoals destijds gebruikelijk volgt drie jaar later de verhuizing naar het missiecollege in Cadier en Keer voor het vervolg van zijn middelbare opleiding en aansluitend in 1956 naar Aalbeek voor de eigenlijke priesteropleiding aan het grootseminarie van de S.M.A. ln 1957 treedt hij officieel toe tot de S.M.A. en in 1962 legt hij de eeuwige eed af.

Tijdens de studie in Cadier en Keer en Aalbeek blijkt Herman Bommer geen bolleboos te zijn. Hij is wel "nieuwsgierig, volhardend, werkzaam, eerlijk en gedienstig", zoals rapporten uit die tijd hem omschrijven, maar hij  moet veel moeite doen om de studie goed af te  ronden. ln persoonlijk opzicht lukt het hem niet altijd om de juiste draai in een groep te vinden. Een probleem dat ook in zijn latere leven meermaals de kop op steekt. Vlak voor zijn wijding is er grote waardering voor het feit dat Herman hard gewerkt heeft om zijn studie toch goed af te ronden. Hij wordt dan omschreven ais iemand die naar de missie verlangt.

De uitzending naar Ghana komt nadat hij op 21 december 1962 in de kapel van het ziekenhuis in Heerlen door aartsbisschop Mgr. John Kodwo Amissah van Cape Coast tot priester is gewijd. Enkele maanden later vertrekt Herman Sommer naar Winneba om daar een pastoraal jaar te volgen. ln juni 1964 volgt zijn benoeming tot kapelaan in het bisdom Kumasi (sinds 1973 in het bisdom Sunyani) in het midden van Ghana.

ln februari 1968 komt Herman  op verlof terug naar Nederland. Dan blijkt dat  hij  grote twijfels heeft over zijn functioneren ais missionaris. Hij geeft te kennen het  liefst ais priester in Nederland actief te willen zijn. ln brieven uit die tijd valt te lezen dat hij dat tijdens zijn opleiding al wilde, maar dit niet kenbaar durfde te maken. Met name het bezoeken van de buitenstaties- het zogeheten bushtrekken - staat hem erg tegen. Hij wil graag in het bisdom Groningen gaan werken en er wordt zelfs een procedure tot incardinatie in gang gezet.

Het bisdom benoemt hem in augustus 1968 in een parochie in Leeuwarden, maar al na een paar weken schrijft Herman dat hij vreselijk teleurgesteld is wat hij in de parochie aantreft en toch weer liever terugkeert naar de S.M.A. Hij heeft het gevoel een verkeerde keuze te

.,1.-

hebben gemaakt. Per 1 november 1968 geeft hij zijn benoeming in Leeuwarden terug aan de bisschop van Groningen. De S.M.A. wil Herman dan weer graag uitzenden naar Ghana, maar er doen zich problemen voor met de benoeming in het bisdom Kumasi, waar hij in 1968 eigenlijk naartoe zou gaan. Daarom neemt hij in het voorjaar van 1969 een tijdelijke functie aan ais priester-assistent in Eindhoven.

Omdat er geen duidelijke berichten uit Ghana komen, begint Herman Bommer in overleg met de S.M.A. in september 1969 aan een tweejarige studie liturgie aan de Katholieke Universiteit in Leuven. Ais het eerste jaar voorbij is en hij dit met goed gevolg heeft afgerond, vraagt Herman of hij het tweede deel van de studie - het schrijven een thesis over uitvaartrituelen in Afrika - in Ghana mag doen. Het S.M.A.-bestuur ziet in dat Herman geen man is om lang achter de studieboeken te zitten en geeft hem toestemming om weer naar Ghana te gaan. Hier gaat hij aan de slag ais studentenmoderator en godsdienstleraar op een kweekschool in het bisdom Kumasi. Daarna volgt een jaar ais ziekenhuispastor in Duayaw Nkwanta en drie jaar ais leraar en chaplain aan het Teachers Training College in Bechem. Na het overlijden van confrater Kees Klaver (16 februari 1971) is Herman enige tijd chaplain aan de Kwame Nkrumah University of Science & Technology (KNUST) in Kumasi, waar hij zich goed op zijn plaats voelt. Over het afronden van zijn eigen studie wordt niet meer gesproken.

Uit correspondentie uit die tijd aan de provinciaal en vice-provinciaal blijkt dat Sommer veel moeite heeft met de ontwikkelingen binnen de Kerk in de vroege jaren zeventig, zowel in de bisdommen in Ghana ais binnen de Nederlandse provincie van de S.M.A. Hij trekt zich veel zaken persoonlijk aan en dat leidt regelmatig tot onvrede over zijn woon- en werkomgeving en tot gevoelens van overspannenheid. ln die jaren komt hij elke zomer een aantal maanden met verlof naar Nederland. Herman voelt zich een roepende in woestijn en vraagt zich af of hij in 1968 niet had moeten volharden in zijn overstap naar het bisdom Groningen.

Uit alles blijkt dat Herman Bommer niet lekker in zijn vel zit. Enerzijds heeft hij moeite om in een team te werken en anderzijds heeft hij behoefte aan sturing en bevestiging. "Hij wordt makkelijk ontmoedigd door tegenwerking of onbegrip en kan moeilijk over dingen heen stappen," concludeert een confrater in die jaren. Omdat hij niet meer de 'peace of  mind' heeft om vruchtbaar actief te zijn op de school waar hij op dat moment werkt, geeft Herman in het najaar van 1975 zijn opdracht terug. Hij keert terug naar Nederland. Hij is even in beeld voor de functie van Missiesecretaris van het  bisdom Groningen, maar wordt in februari 1977 benoemd tot assistent-secretaris van de toenmalige Nationale Raad voor

Katechese (volgens de spelling van de jaren zeventig met een k) van de Nederlandse kerkprovincie. Hij gaat in het S.M.A.-provincialaat De Fest in Nijmegen wonen.

Op de vakgebieden catechese en liturgie wordt Herman ais zeer deskundig omschreven en hij lijkt bij de Nationale Raad voor Katechese op zijn plek te zijn. Maar ook hier gaat na enige tijd zijn ongedurigheid weer opspelen. ln 1978 wordt hij gepolst voor een functie op het generalaat van de S.M.A. in Rome en in 1979 overweegt hij weer naar Ghana te gaan om daar ais leraar en studentenpastor aan de slag te gaan. Beide plannen gaan niet door en uiteindelijk gaat Herman in 1980 op eigen verzoek naar Landen om daar Human Relations te studeren en tevens om de Engelse provincie van de S.M.A. te ondersteunen bij het begeleiden van studenten. Zijn eigen studie bij het Richmond Fellowship College bevalt

prima, maar over de Engelse S.M.A. is hij minder te spreken. Die is naar zijn mening te ouderwets en te conservatief, waardoor de studenten in zijn ogen nauwelijks aansluiting hebben met de missionaire praktijk in Afrika.

Tech heeft Herman het in Engeland naar zijn zin en zal hij er veertien jaar blijven. Na het afronden van zijn opleiding wordt hij gevraagd om ais leraar en supervisor aan het Richmond Fellowship College verbonden te blijven. De relatie met de Engelse S.M.A. wordt steeds losser, maar hij blijft aan het Richmond Fellowship voor het werkveld 'Pastoral Care and Counseling' verbonden en hij assisteert ook in parochies in de omgeving. ln een brief naar Nederland laat hij weten nooit meer naar Afrika te willen gaan.

Hoewel Herman in Londen zijn plek gevonden lijkt te hebben, maakt het bestuur van de Nederlandse S.M.A. zich toch zorgen over zijn afgezonderde leven in Engeland. Hij lijkt wat te vereenzamen. Die zorgen zijn niet geheel onterecht, want begin jaren negentig geeft Herman aan graag naar Nederland terug te willen keren om weer in het parochiepastoraat te kunnen werken. ln 1994 geeft het bisdom Groningen hem opnieuw een pastorale benoeming in Leeuwarden. Deze keer in de nieuwe fusieparochie Titus Brandsma. Herman begint hier enthousiast  aan, maar moet drie jaar later de benoeming teruggeven omdat het te zwaar voor hem is. Hij keert dan weer terug naar Londen om daar retraites te geven en ais ziekenhuispastor te gaan werken.

Zijn gezondheid begint ook langzaam achteruit te gaan. Hij heeft in die jaren veel last van jicht en gordelroos. ln 1999 keert Herman definitief terug naar Nederland om opnieuw in het parochiepastoraat te gaan werken. Deze keer in zijn geboortestreek in het bisdom Haarlem. Hij wordt pastoor van de parochies De Rijp, Oosthuizen en West-Beemster, met ais residentie de pastorie in De Rijp. Hier lijkt Herman uiteindelijk rust te vinden. Hij blijft er ais pastoor actief tot hij op 1 januari 2006 met emeritaat gaat. Oak daarna blijft hij nog enkele jaren in 'zijn' pastorie in De Rijp wonen en zijn priesterlijke diensten aanbieden, totdat zijn gezondheid dit niet meer toelaat.

ln 2014 verhuist Herman Sommer naar zorgcentrum De Berkenhof in Berkhout. Hij lijdt aan dementie en dit gaat hem steeds meer parten spelen. Mevrouw llone Kok uit De Rijp verzorgt Herman al die jaren en staat hem bij, vooral tijdens zijn moeilijke laatste jaren.

Vanaf december 2020 gaat zijn gezondheid sterk achteruit. Op 15 april 2021overlijdt Herman in de Berkenhof, waarna op 21 april de uitvaart plaatsvindt in de parochiekerk van De Rijp. ln zijn persoonlijk testament schreef Herman dat de plaatselijke pastoor de uitvaart zou moeten doen, zonder concelebranten en al helemaal zonder preek! Aan deze wens wordt door de pastoor uit Brazilië voldaan. Hij spreekt alleen zijn waardering voor Herman uit. Aansluitend aan de uitvaartdienst wordt Herman begraven in het priestergraf op het parochiekerkhof in De Rijp.

Bij de uitvaart is ook provinciaal overste Jos Pijpers aanwezig. Aan het einde van de viering zegt hij enkele woorden, waarin hij namens de S.M.A. zijn waardering en dank uitspreekt voor de toewijding en de inzet van llone Kok voor Herman. Vanwege haar inzet en haar zorg wordt zij voorgedragen ais erelid van de S.M.A. Ook confraters Gerard Noom en Alan de

Guzman zijn bij de uitvaart aanwezig. Aan deze laatste confrater uit de Filipijnen wordt de kelk van Herman overhandigd.