Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 24 octobre 1907 à Scheveningen dans le diocèse de Rotterdam, Hollande membre de la SMA le 27 juillet 1927 prêtre le 20 décembre 1930 décédé le 13 janvier 1985 |
1931-1970 missionnaire en Gold Coast Axim, Eikwe, Dunkwa, Cape Coast décédé à Oosterbeek, Hollande, le 13 janvier 1985, |
Pater Wout SAMUELS (1907 - 1985)
Afkomst.
Wouter Petrus Samuels, zoon van Petrus Samuels (+ 1947) en Adriana van Engelen (+ 1933), werd geboren te Scheveningen op 24 oktober 1907 en op dezelfde dag gedoopt in de kerk van de H. Antonius abt. Thuis werd de kleine Walter genoemd, doch we komen ook wel de namen Wouter, Wout of Woutje tegen. Hij groeide op in een groot gezin. Vader her-trouwde na de dood van Wout's moeder, en ook in dit tweede huwelijk werden meerde¬re kinderen geboren. Vier jongere broers, waarvan één uit het tweede huwelijk, volgden Wout naar het seminarie te Cadier en Keer, doch ze hebben daar hun studies niet voltooid. Eén van hen is tijdens de oorlog door de Duitsers gefusilleerd.
Opleiding.
Na de lagere school te Scheveningen, ging Wout naar het semi¬narie te Cadier en Keer op 1 oktober 1919. Onder leiding van Père Hirsch begonnen 26 jongens aan de 'sixième'. Tijdens het 2de trimester poseerden nog 21 studenten voor een foto. Van deze zijn er 7 priester gewijd (C. Breukel, Th. Cup, P. De¬rickx, A. Keijsers, G. v.d. Leeuw, W. Samuels en H. Sevriens); ook broeder Kees van Gennip was van deze klas.
Wout Samuels werd op 29 december 1922 in het missiehuis te Cadier en Keer gevormd. Na de middelbare opleiding ging hij in 1925 naar Chanly voor noviciaat en philosophie. Op 27 juli 1927 werd hij, door eedaflegging, lid van de Sociëteit en begon hierna zijn theologie te Bemelen. Na twee jaar verhuisde deze naar Hastings in Engeland, waar hij studeerde van 1929 tot 1931. Na verkregen dispensatie van Rome wegens leeftijd, werd hij op 20 december 1930 in de kapel van het seminarie te Hastings door Mgr. Amigo tot priester gewijd. Op Kerstdag 1930 droeg hij zijn eerste plechtige H. Mis op in de St. Josephka¬pel, Duindorp.
Missionaris.
Pater Samuels werd benoemd voor de Goudkustmissie. Hij vertrok op 3 november 1931 naar Afrika en kwam daar aan op 22 novem¬ber. Aan boord was ook provinciaal Paulissen voor zijn eerste officiële visitatie-reis naar west-afrika, doch in feite vooral vanwege de gerezen moeilijkheden met Mgr. Hauger.
Na aankomst werd een bezoek gebracht aan de bisschop te Cape Coast en daar vernam pater Samuels dat hij benoemd was voor de Nzema. Op 2 december 1931 kwam hij te Axim aan. De overste daar was de elzas¬ser pater Joseph Stauffer, die hem zou intro¬du¬ceren in het missiewerk.
Op 22 december 1931 landden in Accra de eerste 5 zusters-catechisten van het H. Hart (Menton) in Afrika, om een convent te openen te Eikwe. De volgen¬de dag bracht Mgr. Hauger ze naar Axim, waar ze in het zieken¬huis overnachtten.
Op 24 december ging de bisschop met de zusters en hun bagage op een lorrie over het strand naar Eikwe. Ook pater Samuels ging mee, doch hij reisde verder door naar Half Assini, waar hij de kerst¬week zou invallen voor de ziekgeworden pater Koch. Op 30 december ging hij terug naar Axim. Op 11 januari 1932 vertrok¬ken de Nzema-priesters voor hun jaarlijkse retrai¬te, die gegeven zou worden door de bezoekende provinciaal Paulis¬sen, naar het onlangs voltooide seminarie te Amisano. Mgr. Hauger was nog steeds te Eikwe en pater Samuels bleef alleen achter te Axim. Na de retraite kwam Mgr. Hauger naar Axim, waar hij op 22 januari 1932 's morgens aan 76 personen het H. Vormsel toediende en in de namiddag het buitenstatie¬kerkje te Ancobra, een paar mijlen buiten Axim, inzegende. De volgende morgen las pater Samuels daar de H. Mis en ging toen door naar Eikwe, waarvoor hij benoemd was.
Daar trof hij pater Pot aan, die deze statie een paar jaar ervoor geopend had. Eikwe was in die jaren een geïsoleerde, moeilijk te bereiken missiepost. De enige verbinding per auto ging bij eb over het strand van Axim naar Half-Assini. De meeste buitenstaties waren slechts te voet te bereiken. Bijna een jaar is pater Samuels hier ge¬weest. Toen kreeg hij, in december 1932, een overplaatsing naar Dunkwa-on-Offin, waar de zwitserse pater Jacques Fischer, die in de Goudkust James genoemd werd, overste was. In septem¬ber was pater Alfons Tillie ziek naar Europa teruggekeerd en zijn vervanger, Harrie Vughts, had begin december, op medisch advies, de boot naar Nederland moeten nemen. Op 16 december 1932 ging Wout Samuels naar Dunkwa.
Dunkwa en pater Samuels, dat zou een begrip worden. Meer dan dertig jaar heeft hij hier gewerkt. De eerste jaren was hij belast met de buitenstaties van de Wassaw en Denkyera distric¬ten, voor zover die onder Dunkwa vielen en daarbij het hele district van de Sehwi met de latere staties van Bibiani, Wiawso en Asafo. In april 1937 ging hij voor het eerst op vakantie naar Nederland.
Na terugkeer in januari 1938, werd hij opnieuw benoemd voor de buitenstaties van Dunkwa. Doch in juni 1938 werd zijn overste, pater James Fischer, benoemd tot econoom van het vicariaat en tevens om père Strebler te vervangen als pro-vicaris. Pater Samuels werd benoemd om in Dunkwa van hem over te nemen als overste van deze missie. Terwijl in Europa oorlog werd ge¬voerd, ging het mis¬siewerk in Afrika door. Bibiani en Asafo werden van Dunkwa afgescheiden als zelfstandige hoofdstaties.
Na negen en een half jaar ging pater Samuels, in juli 1947, weer op vakantie naar Nederland. Daarna ging hij nogmaals op vakantie in 1954 en 1959. Deze bracht hij door bij zijn twee¬ling-zus Gertru¬de in Vught. In mei 1962 ging hij, speciaal voor haar, voor drie maanden naar Nederland. Ze had plotse¬ling en tra¬gisch haar man verloren. Een goed jaar later, in juli 1963, is zijzelf overle¬den. Wout heeft daar erg onder geleden.
In 1950 werd de hiërarchie ingesteld en het aartsbisdom Cape Coast onderverdeeld in dekenaten. Pater Samuel werd de eerste deken van het dekenaat Dunkwa. De engelse kolonie van de Goudkust werd in 1957 de onafhanke¬lijke republiek Ghana. De engelse aartsbis¬schop W. Th. Porter had, in 1960, plaats gemaakt voor de Ghanese aarts¬bisschop John Kodwo Amissah. In de zesti¬ger jaren bouwde Herman Engbe¬rink een nieuw missiehuis te Dunkwa. Het oude missiehuis diende later als zuster¬huis voor de 'Handmaids of the Holy Chil¬d', waar de zus van aarts¬bis¬schop Amis¬sah de eerste overste van dit klooster werd.
Meerdere paters, zowel europese missiona¬rissen als afri¬kaanse priesters, hebben in die jaren langere of kortere tijd met en onder pater Samuels gewerkt. Dit waren achtereen-volgens: A. de Kok, G. Ansah, J. Mays, H. Portier, M. Geelen, H. Engbe¬rink, J. van Veen, J. Adams, M. Keinhorst, Cyril Thomas (Britse Fidei donum priester), P. Kessels en A. Bomah.
Zo heeft hij, meer dan 30 jaar in zijn geliefde Dunkwa ge¬werkt, oprecht, eenvoudig, sober. Geen man van veel woorden of lange brieven, maar wel iemand met een eigen mening, gezonde zelfspot en dikwijls met een tinteling in zijn ogen bij rake, soms dubbelzinni¬ge of relativerende opmerkingen en de daarop¬volgende rake, stomme of naïeve reacties. Hij bleef trouw aan kerk en soci¬teit, aan de essentie van de missionering zoals hij dat zag. Dit uitte zich in gebed en verkondiging, in huisbezoek en onderricht (cate¬chismus). In Dunkwa heeft hij de ontwikkeling van een heel stuk kerkgeschiedenis meegemaakt en zelf eraan meege¬werkt.
In februari 1964 werd pater Samuels benoemd tot econoom van het aartsbisdom. Hij verhuisde naar Cape Coast, waar hij met de vicaris-generaal en de kanse¬lier van het bisdom in het voormalige bisschopshuis op de missieheuvel woonde. Hij hield de financiële administratie van het aartsbisdom bij en zag toe op de 'bookstore of the C.M.P.'
Bij aanvaarding van deze nieuwe functie had hij de aartsbis¬schop ook duidelijk gezegd dat hij geen verstand had van financiën, doch dat hij zou doen wat hem werd opgedragen en dat hij de boeken naar best vermogen zou bijhouden. Toen op verzoek van aartsbisschop Amissah de amerikaanse algemene econoom van de 'Holy Cross Brothers' de financiële administra¬tie van het aartsbisdom kwam doorlichten, zei pater Samuels ongeveer het volgende tot hem:
'Als je een nieuw systeem adviseert, adviseer dan ook de benoeming van een nieuwe econoom'.
Doch de aartsbisschop was tevreden met zijn plichtsgetrouwe invulling, op zijn manier.
Elke zondag las hij de Heilige Mis voor de mensen in de school op de Amanfulheuvel. Evenals in Dunkwa bezocht hij getrouw de bijeenkomsten van de Knights of Marshall. Tijdens zijn dage¬lijkse wandeling door de stad, evenals voorheen in Dunkwa, stond hij voortdurend stil bij de mensen langs de straat, die aan het dammen waren of Owarre speelden, met als kenmerk, zijn onaf¬scheidelijke handdoek als zweetdoek om de hals.
In juni 1970 kwam pater Samuels op vakantie naar Nederland.
Twee doktoren hebben hem afgeraden nog terug te gaan naar Ghana. Door zijn veel te hoge bloeddruk en de conditie van zijn hart, moest hij heel rustig gaan leven. Hij vestig¬de zich op Huize Tafelberg te Oosterbeek en werkte wat vrij¬blijvend mee in de administratie. Regelmatig ging hij met zijn zus Corrie en haar man mee naar hun getrouwd kind in Duitsland. Vanuit Den Haag pikten ze hem dan in Oos¬terbeek op. Hij genoot van zijn oude dag, maakte nog steeds dage¬lijks zijn wandelin¬ge¬tje en maakte een praatje, met wie hij ontmoet¬te. Hij infor¬meerde regelmatig naar de gezondheids¬toe¬stand van het hondje, als hij wandelaars met deze viervoe¬ter tegenkwam en vroeg graag, met een tinteling in zijn ogen, aan bejaarde dames of het beestje niet te dik of te vet was.
Gestorven.
Zoals gezegd, dagelijks maakte hij zijn wandelingetje. Ook deed hij dat in begin 1985, al had hij hart¬klachten en vroor het de laat¬ste weken dat het kraakte. We lezen in het journaal van het provincialaat op zondag 13 januari 1985:
"Het is ook nog gaan waaien, zodat het erg guur is. Vannacht was het minstens 15 graden onder nul.
's Middags een telefoontje van Martin Geelen uit Ooster¬beek, dat pater Samuels overleden is. Hij was zijn ge¬bruikelijke ommetje aan het maken, en kon op zeker moment niet meer goed verder. Met de auto is hij opgehaald en naar de Tafelberg gebracht. Toen hij in bed gelegd was is hij kort erop gestorven".
Jan Geuskens, die hem heeft gehaald, trof hem leunend tegen een auto om zich staande te houden. Pater Samuels werd 77 jaar oud. Na het overlijden werd het provincialaat te Nijmegen geïnformeerd door Martin Geelen.
Op 17 januari was de plechtige uitvaartdienst in de kapel van het missiehuis. Omdat provinciaal van Hoof en bestuurslid van Brakel in Afrika waren, ging vice-provinciaal Han Perry voor in de concelebratie. Harrie Por¬tier, in de homilie, schetste in grote lijnen het missionaris¬leven van zijn vroegere overste te Dunkwa en herdacht hem met de tekst: 'Ik heb de goede strijd gestreden ... het geloof bewaard'. Pater Brockhoff, als overste van de Tafelberg, ver¬richtte de absoute en het af¬scheid achter in de kapel, omdat het niet aan te raden was naar het kerkhof te gaan vanwege de gladheid. De langdurige zware vorst had het onmogelijk gemaakt een graf te graven. Daarom werd pater Samuels bijgezet in het grafkeldertje onder het kruis op het kerkhof.
Bronnen:
- Archief Nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. v. Brakel: S.M.A. Missionary presence in the Gold Coast, vol. III, pg. 166.
- P.C. Meeuwenoord in 'Onze Krant, nr. 63, maart 1985.
Recherchez .../ Search...