Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 1er septembre 1908 à Vroenhoven dans le diocèse de Liège (Belgique) membre de la SMA le 2 février 1928 serment permanent le 16 février 1934 décédé le 28 janvier 1991 |
1930-1933 Herlaer, portier 1933-1935 Blitterswijck, reliure décédé à Maastricht, Hollande, le 28 janvier 1991, |
Pater Hubertus WIJNANS (1908 - 1991)
Afkomst.
Franciscus Tossanus Christiaan Hubert Wijnans, zoon van Huber¬tus Franciscus Wijnans en Maria Elisabeth Swinnen, werd gebo¬ren te Vroenhoven in België op 1 september 1908. Thuis werd hij Frans genoemd. Zijn ouders, en ook hijzelf, hadden de nederlandse nationali-teit.
Vader was huisschilder, doch met enige artistieke aanleg, en een perfectionist in de afwerking, wat we later ook in zijn zoon herkenden.
Opleiding.
Op 26 september 1922 kwam Frans, als veertienjarige jongen, naar het missie-college te Cadier en Keer. Hij is er slechts één trimester geweest. Reeds op 3 januari 1923 is hij ingetre¬den te Blitterswijck, waar de broederopleiding gevestigd was.
Vanwege zijn jeugdige leeftijd was hij eerst een paar jaar postulant voordat hij op 2 februari 1926 werd toegelaten tot het noviciaat. Twee jaar later, op 2 februari 1928, heeft hij de eerste eed afgelegd en werd hij door provinciaal Paulissen als broeder Hubertus ¬voor twee jaar aangenomen als lid van de Sociëteit.
Missionaris.
Broeder Hubertus Wijnans ontving geen benoeming voor de mis¬sie, doch bleef te Blitterswijck, waar hij een opleiding had gehad als boekbinder. Zestig jaar later, in zijn dankbrief na zijn diamanten jubileum, schreef hij naar het bestuur:
"In plaats van de vakschool in Lomé, kwam ik in onze drukkerij. Goed gezien door pater Housmans z.g.! Zo leerde ik het mooie, en de liefde voor het vak van iemand die jaren in Lomé heeft gewerkt. Zo heb ik met veel plezier 33 jaren boeken gebonden".
Op 16 februari 1930 hernieuwde broeder Hubertus zijn eed voor 4 jaar ten overstaan van de overste pater van Ooijen en werd hij benoemd voor het missiehuis Nieuw Herlaer te St. Michiels¬gestel. Zijn functies daar waren portier en het schoonmaken van het huis. In zijn vrije tijd bleef hij zich bezig houden met boekbinden. Daar lag blijkbaar zijn kunde en interesse. In maart 1933 keerde hij dan ook als boekbinder terug naar Blit¬terswijck. Daar nam provinciaal Mouren hem op 16 februari 1934 de eeuwige eed af.
Toen dit huis werd gesloten, verhuisde hij op 17 december 1935 mee naar Bemelen, waar de drukkerij en boekbinderij werd ondergebracht. Bijna vijftien jaar heeft hij hier plichtsge-trouw en met veel toewijding gewerkt in de boekbinderij. In 1950 was hij voor de tweede keer betrokken bij het sluiten van een huis van de Sociëteit. Bemelen werd verkocht en de drukke¬rij gesloten. Broeder Hubertus verhuisde met de boekbinderij naar het seminarie te Aalbeek, waar hij vooral boeken en tijdschriften bond voor de bibliotheek, doch ook wel voor stafleden en individuele studenten. Hij was verheugd als hij 'luxe' uitgaven mocht binden en genoot mee bij het zien van een boekenkast met 'mooie ruggen', wat voor hem minstens even belangrijk leek als de inhoud van de boeken en tijdschriften.
Tijdens zijn verblijf in het seminarie te Aalbeek kreeg hij zelfs concurrentie van enkele seminaristen, die in hun vrije tijd ook met een binderijtje begonnen waren.
In maart 1957 volgde zijn overplaatsing naar het missiehuis te Cadier en Keer. Wim van Schaijk was daar jarenlang portier geweest, doch nu onlangs overleden. Broeder Hubertus werd gevraagd zijn werk als portier over te nemen. Na 33 jaar boekbinder volgden nu 18 jaren van portier. Ook dit lag hem wel. Broeder Hubertus hield wel van een praatje en had soms zelfs moeite het einde hiervan te vinden. Talloos werden ook zijn bekenden, waarmee hij in de loop der jaren goede contac¬ten opbouwde. Toen hij zijn werk als portier overgedragen had aan zuster Wilhelma OLA, bleef hij bezig. In 1984 schreef hij aan de provinciaal:
"Voor wie hier iets wil doen, is genoeg werk aan de winkel: de zuster in de refter wat helpen, de Lourdesgrot bijhouden, en verder is ons park een goede werkverschaf¬fing. Daar kan men van juli tot eind december en langer, bladeren harken. En dan ben ik ook nog 'katholiek' en moet zo het een en ander bidden".
Verder had hij nu meer tijd voor zijn grote hobby: iconen. Hij heeft honderdtallen reproducties, met de grootste zorg en nauwkeurigheid, op hout gezet. Zijn vijftigjarig kloosterjubi¬leum heeft hij groots gevierd in het missiehuis te Cadier en Keer, samen met collega broeder Harrie Sanders. Met zijn 60-jarig jubileum was dit heel wat minder. Hij sukkelde toen al aardig vanwege vaatvernauwing. Hij wilde geen officieel feest. Hij bracht een paar dagen rustig door bij zijn familie, waar¬mee hij nogal contact onderhield, en was bij thuiskomst in het missiehuis aangenaam verrast door een prachtig iconen¬boek, als cadeautje van het provinciaal bestuur.
Hij schreef een zeer lange en uitgebreide brief naar het bestuur met dank voor de attentie. Het was tevens een over¬zicht van zijn zestig jaren lidmaatschap, zijn liefde en plezier in het vak van boekbinder, zijn voldaanheid over het verblijf in de huizen ("in al onze huizen ben ik graag ge¬weest"). Hij was met name getroffen door de studenten van Aalbeek, die in een vrij ogenblik, vooral 's avonds, de kapel binnenwipten om even te bidden.
"Thuis gekomen heeft dit me meer dan eens doen zeggen:
'Aalbeek is een klooster, Keer een school'".
Kort vermeldde hij, dat er in de loop der jaren heel wat is gebeurd, zonder hierop verder in te gaan.
"Er waren mooie en minder mooie dagen, zelfs tegenslag en teleurstelling. Doch ons aller levensweg gaat ook door dalen".
Van tijdgenoten weet ik, dat hij het op een gegeven moment moeilijk had met de overheid en zelfs onrechtvaardig is behan¬deld. Broeder Hubertus was rechtuit en nam geen blad voor de mond! Maar hierover schreef hij geen woord. Wel over twee andere, voor hem belangrijke, zaken: zijn Maria-devotie en zijn belangstelling voor reizen.
Maria lag hem zeer na aan het hart. Hij schreef:
"Zo heb ik heel die 60 jaren aan het thuisfront gezeten, hopende dat ook dit een bijdrage is geweest voor de uitbreiding van Gods Rijk en dat van Maria op aarde".
Reeds in 1930 ging hij op bedevaart naar Lourdes. Nadien bezocht hij Fatima en nogmaals Lourdes. De laatste jaren van zijn leven was hij vol begeestering voor het Maria-oord te Medjugorje in Joegoslavië, waar hij in 1987 op bedevaart ging. "Ik heb de gelegenheid gehad om mooie reizen te maken".
Naast de genoemde plaatsen, bezocht hij ook het Heilig Land met een uitstapje naar Egypte, en ging in het Heilig Jaar 1950 naar Rome. Opnieuw bezocht hij Italië in 1971 en 1982 met uitstapjes naar Monaco en San Marino.
Gestorven.
Ouderdom kwam met gebreken. In de laatste week van oktober 1990 moest broeder Hubertus opgenomen worden in het ziekenhuis met een verstopte kransslagader, die ze daar met medicatie weer open probeerden te krijgen. Op 20 november werd hij ontslagen en keerde terug naar het missiehuis. Doch na een benauwde nacht werd hij drie dagen later opnieuw in het zie¬kenhuis opgenomen. De doktoren hebben nog even gedacht aan operatief ingrijpen, doch zagen, wegens de leeftijd, hiervan af. Op 7 december brachten provinciaal Storcken en overste Wiel van Eijk, een bezoek aan hem in het ziekenhuis en rappor-teerden, dat broeder Hubertus zich blijkbaar veilig en geluk¬kig voelde en ook de nodige aanloop en aandacht kreeg, doch dat hij het toch niet zo goed maakte: zijn gezondheidstoestand baarde zorgen! Dit bleek inderdaad zo te zijn. Hij heeft nog een week of zeven geleefd, doch op 28 januari 1991, om 5.30 uur is hij in het ziekenhuis te Maastricht gestorven, 82 jaar oud.
De plechtige uitvaartdienst vond plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer op 31 januari 1991. Han van Velzen ging voor in concelebratie met vier andere priesters. Provinciaal Storcken verrichtte de absoute, zodat Han, gewoon¬tegetrouw met het kruis, voorop kon gaan naar het kerkhof. Daar is broeder Hubertus Wijnans bij zijn confraters begraven.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
Recherchez .../ Search...