Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
é le 8 avril 1899 à Rotterdam dans le diocèse de Rotterdam, Hollande membre de la SMA le 31 juillet 1921 prêtre le 28 mars 1925 décédé le 3 février 1980 |
1925-1930 Cadier en Keer, professeur de latin décédé à Heerlen, Hollande, le 3 février 1980, |
Pater Antoon BERGERS (1899 - 1980)
Afkomst.
Antonius Albertus Bergers, zoon van Antonius Albertus Bergers en Catharina Nederpel, werd geboren te Rotterdam op 8 april 1899. Veel familiegegevens hebben we niet. Hij had enkele zus¬ters en een broer, die later landelijke bekendheid kreeg als directeur van de SUS-acties ten bate van liefda¬digheid. Als lid van de Malthezer Ridderorde is deze broer op het kerkhof van de H. Landstichting te Nijmegen, met alle aan deze orde verbonden rituelen, begraven.
Opleiding.
Na de lagere school begon Antoon Bergers in 1913 zijn missio¬narisop¬leiding te Cadier en Keer bij de Sociëteit voor Afri¬kaanse Missiën. Van daaruit ging hij in 1919 naar Chanly in België voor zijn noviciaat en de studie van de philosophie. Door aflegging van de eed werd hij op 31 juli 1921 lid van de Sociëteit en ging daarna naar Lyon voor de studie van de theologie. In 1923 werd de zelfstandige nederlandse S.M.A.-provincie opgericht met een eigen theologicum te Bemelen. Hier deed Antoon Bergers de laatste twee jaren van zijn theolo¬gie¬studie. De priesterwijding van hem en zijn klasgenoten vond plaats in de kapel van het seminarie te Roermond en werd verricht door Mgr. L. Schrijnen op 28 maart 1925.
Missionaris.
Pater Antoon Bergers mocht aan zijn missionaire idealen probe¬ren vorm en inhoud te geven in de opleiding van kandidaten-missionarissen. Eerst werd hij benoemd tot leraar aan het missie-college te Cadier en Keer. Vijf jaar heeft hij daar aan de studenten latijn gegeven totdat hij, in september 1930, benoemd werd tot professor in de Heilige Schrift aan het grootsemi¬narie 'Ore Place' te Has¬tings. In 1933 werd hij tevens benoemd tot eco-noom / provisor van het semina¬rie.
In 1934 maakte hij zijn voornemen om de Sociëteit te verlaten
aan het bestuur bekend. De provinciaal liet hem weten dat eventuele toestemming niet vanzelfsprekend instemming beteken¬de. Mogelijke alternatieven werden hem aangeboden: naast handhaving van de huidige functies te Hastings, werd hem de keuze geboden uit drie andere mogelijkheden: leraar phi¬losop¬hie te Bemelen, missionaris in de Beneden Volta en studie philosophie te Rome. Doch pater Bergers bleef bij zijn keuze de S.M.A. te verlaten en kreeg de gevraagde toestemming van het bestuur in maart 1935. In augustus 1935 trad hij in Londen in bij de Missionarissen van de H. Franciscus van Sales.
In maart 1937 keerde pater Bergers terug in de Sociëteit. Hij werd tijdelijk benoemd voor het kleinseminarie te Ave in België. In september 1937 volgde zijn benoeming voor de missie van Egypte. Hij werd leraar engels aan het college te Tantah en, van 1939 tot 1946, econoom van het college. Na zijn vakan¬tie in 1946 (juni - september) werd hij benoemd tot overste / econoom van het college St. Louis te Tantah.
Van 1952 tot 1962 was hij "aumonier" van "Bon Pasteur" te Choubra, Cairo. In 1952 ook werd hij door het 'Ministère d"Education National' van Frankrijk benoemd tot 'Officier d'Academie'. Deze onderscheiding werd hem te Cairo op 25 april 1952 door de Consul-generaal van Frankrijk in Egypte uitge¬reikt.
Medische observatie in het St. Franciscusziekenhuis te Rot¬terdam tijdens zijn vakantie in 1962 brachten niet alleen te hoge bloeddruk aan het licht, doch ook het minder goed functi-one¬ren van de hart¬spier en degeneratieve veranderingen aan de wer¬vels, terwijl ook de nierfunctie licht ge¬stoord was.
Toon, zoals hij in Nederland gewoonlijk door zijn collega's genoemd werd, ging niet terug naar Egypte. Na zijn medische behandeling, heeft hij achtereenvolgens kort geassisteerd in een parochie te Veghel, bij zusters te Monschau en in de parochie te Liemp¬de. Zijn broer, die te Enschot woonde en naam had vanwege de landelijke SUS-acties, regelde in deze tijd veel zaken voor hem. In 1963 volgde de bisschoppelijke aan¬stelling als kapelaan aan de O.L.Vrouw van Lourdes parochie (Vlokhoven) te Eindhoven.
In 1969 liet het bisdom Den Bosch weten of er nog niet gedacht moest worden aan emeritaat, gezien zijn leeftijd:
"Daar komt bij dat deze Parochie totaal verandert: vroe¬ger was dit een van de meest "dorpse" en traditionele gebieden van Eindhoven.
Door de stadsuitbreiding is de parochie voor een groot gedeelte afgebroken en verrijzen er in zeer snel tempo nieuwe huizenrijen met nieuwe bewoners, die andere ver¬wachtingen van de zielzorger hebben.
Om fricties te voorkomen zou ik U in overweging willen geven om pater Bergers, vanwege zijn leeftijd, met emeri¬taat te doen gaan".
Na verkregen eervol ontslag per 1 mei 1969, ging Toon naar het missiehuis te Cadier en Keer. Ongeveer vanaf het begin kreeg hij te maken met ongemak vanwege lichamelijke gebreken. Reeds in juli 1969 kwam hij op de neurologische polikliniek wegens 'een rechtszijdige perifere facialis parese', die in september 1969 weer praktisch hersteld was. Op 15 oktober 1969 werd Toon 's avonds op het rijwielpad langs de rijksweg van achteren aangereden en kwam gehavend en met een gecompliceerde been¬breuk opnieuw voor langere tijd in het ziekenhuis. Regelmatige bezoekers in die tijd bewonderden zijn moed.
Bij controle van de verlammingsverschijnselen aan zijn linker¬arm en ook enigszins aan zijn linkerbeen in juli 1971 werd opgemerkt:
"In tegenstelling tot 1969 bleek de man wat uitgeblust en apathisch".
Opnieuw kreeg hij lichte aanvallen van beroerte, wat zijn toestand steeds deed verslechteren.
Gestorven.
Dit proces zou zich doorzetten. Het werd van kwaad tot erger. Steeds meer trok hij zich terug op zijn kamer. Hij wilde zelfstandig blijven, doch steeds meer moest hij hulp van anderen aanvaarden. Op 26 januari 1980 kreeg hij opnieuw een aanval van beroerte. Op 28 januari werd hij opgenomen in het ziekenhuis te Heerlen. Daar is hij op 3 februari 1980 overle¬den, bijna 81 jaar oud.
AVONDWAKE.
Tijdens de avondwake in het missiehuis te Cadier en Keer herdacht Jan van Frankenhuijsen hem op de volgende wijze:
"Wie zich de Anton Bergers van de laatste jaren voor de geest haalt, die ziet een mens, alleen op zijn kamer in een stoel, luisterend naar een gesproken boek, niet erg spraak¬zaam, soms de bel hanterend, als hij meende hulp nodig te hebben; die ziet een heel andere pater Bergers, dan hij zèlf heeft willen zijn.
Wanneer wij de staat van dienst van Anton Bergers bezien, dan doemt voor onze ogen een heel ander beeld op. Dan zien wij een harde werker, die zich met hart en ziel gaf aan de taak, die hij kreeg toebedeeld, welke die ook was.
Degenen, die hem als leraar hebben meegemaakt, in Hastings, in Cadier en Keer, die weten, dat hij een degelijk stuk werk afleverde. De vele mensen, die hij in Egypte heeft begeleid, weten, dat hij met warme belangstelling stond achter zijn mensen, dat hij daar echt missionaris is geweest, dat hij in het belang van zijn missie de moeilijkheden, die zijn werk met zich meebracht, uitvocht, desnoods alleen. Want Anton Bergers was geen mens, die gauw naar anderen ging met zijn problemen. Hij vocht het liever zelf uit. Maar hij wist, waarom hij priester was geworden. Het woord van de Heer moest gestalte krijgen in de daden van de mensen.
Zo zien wij hem in de nazomer van zijn leven naar Brabant trekken om daar in Liempde en vooral in Eindhoven dienstbaar te zijn in de parochie, luisterend naar wat mensen zoal te zeggen hebben aan een priester en prekend wat de Heer bedoelde, toen Hij in Nazareth zijn levensprogram ontvouwde, een levenspro¬gram, dat heel kort luidde: Ik zal trachten de mensen wat gelukkiger te maken, Ik zal trachten hen bevrijding te bieden uit hun eigen onmacht om samen met anderen te ijveren aan een betere wereld.
En dan breekt ook voor hem de herfst van zijn leven aan, een tijd, waarin hij wil gaan genieten van een welverdiende rust hier in het Missiehuis. En wat gebeurt er? Een ongeval brengt hem voor lange tijd in het ziekenhuis, en als hij dan met de tanden op elkaar bereikt heeft, dat hij weer kan lopen, dan wordt met de regelmaat van een klok de ene aanslag na de andere op zijn gezondheid ge¬pleegd, tot de laatste die hij niet meer te boven is gekomen.
Als men zijn hele leven in ogenschouw neemt, dan verbleekt het beeld van de mens alleen op zijn kamer, die ook nú zijn gevoelens niet blootlegde. Slechts aan weinigen vertelde hij over wat hem deze jaren bezig hield: zijn medeleven met zijn familie, zijn betrokkenheid bij zijn confraters, zijn belangstelling ook voor het wereldgebeuren. Het is deze pater Bergers, die van ons is heengegaan, een mens met ijver en zorg. En het is deze Anton Bergers, die wij aan Gods goedheid hebben toevertrouwd, wetend, hoe waar het woord van de psalmist is, die zegt: als God ons thuis brengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.
Pater Bergers, vechtend om zichzelf te kunnen blijven, die zo graag zelfstandig wilde blijven en toch hulp moest aanvaarden, overigens in dankbaarheid en erkentelijkheid, vechtend voor zijn gezondheid, deze pater Bergers weet nú, hoe waar deze woorden zijn, want de droom is voor hem werkelijkheid geworden.
Hij heeft zijn Schepper en Heer ontmoet, waarvoor hij heeft geleefd, waarvoor hij heeft gepreekt. En wij leggen ons daarbij dankbaar neer, hopend, dat hij ook óns zal bijstaan op zijn vertrouwde stille maar warme wijze, als voor ons dat grote moment van sterven zal aanbreken. Moge hij rusten in de vrede van de Heer. Amen".
Tijdens de uitvaartdienst in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer op 7 februari 1980, tekende Wiel van Eijk, overste van het missiehuis, deze noeste werker van weinig woorden als een mens, die fel en met inzet van heel zijn persoon, leefde en zo zijn levensopdracht vervulde, een mens ook met groot geloof, die zelf verklaarde:
"Kijk naar het leven van Abraham uit het Oude Testament en je weet nooit waar je terecht komt en wat je moet doen. Hij speelde het met Gods genade klaar, waarom ik niet?".
Overste van Eijk eindigde zijn homilie als volgt:
"Pater Bergers had zijn fouten en eigenaardigheden, maar als een groot mens is hij van ons heengegaan. God zal zijn inzet en vertrouwen - ook al ging dat gepaard met angst en pijn - niet teleurstellen".
Pater Antoon Bergers is op het kloosterkerkhof te Cadier en Keer bij zijn collega's begraven.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- 'Onze Krant' nr. 43, maart 1980.
Recherchez .../ Search...