Société des Missions Africaines –Province de Hollande
Le Père Wim GRIFFIOEN
![]() |
né le 26 août 1920 à Muiden dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1943 prêtre le 14 mars 1948 décédé le 2 décembre 1996 |
1948-1950 Oosterbeek, recruteur décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 2 décembre 1996, |
Pater Wim GRIFFIOEN (1920 - 1996)
Geboren.
Wilhelmus Antonius Joseph Griffioen, zoon van Wilhelmus Grif¬fioen (+ 1945) en Maria Antoinetta Schrijver (1886 - 1980), werd geboren te Muiden op 26.08 1920. Wim had meerdere broers en zusters. Ook zijn broers Kees en Jan zijn bij de S.M.A. op studie geweest: Kees werd later broeder bij de paters v.d. H. Geest en Jan trouwde in Amsterdam, doch bleef levenslang bevriend met pater Bruinsma.
Opleiding.
Na de lagere school te Muiden kwam Wim in 1933 met plaatsge¬noot Nico Pronk naar de priester-missionarisopleiding Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel. In 1937 ging hij naar het missiehuis te Cadier en Keer. Wim was geen studax en had een langzame start. In 1941 begon hij in Aalbeek zijn philosophie en legde op 15 juli 1943 zijn eerste eed af. Zoals veel stu¬denten in het seminarie een taak of functie hadden, zo had Wim als koster ('sacristan') de zorg voor kapel en sacristie. Hij deed dat nauwgezet en met liefde en plezier. Zijn hele leven lang heeft hij speciale aandacht gehad voor de verzorging en netheid van deze plaatsen.
Hij moest opnieuw een jaar verliezen wegens oorlogsomstandig¬heden. Na zijn eerste jaar theologie kon hij na de zomervakan¬tie niet terugkeren naar het seminarie en moest de 'hongerwin¬ter' van 1944 in bezet gebied door brengen. Op 14 maart 1948 werd hij, met twee andere klasgenoten uit het noorden, in de kapel van het seminarie te Aalbeek door Mgr. Hansen van Roer¬mond priester gewijd. Vijf anderen uit het zuiden van het land waren reeds op 16 juli 1947 gewijd.
Missionaris.
Pater Griffioen werd benoemd tot propagandist voor het westen van het land. Hij nam dit over van zijn plaatsgenoot Nico Pronk, die twee jaar eerder gewijd was, en nu een studie¬op¬dracht ontving voor Rome. Wim was echt geschikt voor deze taak. Hij was een joviale en vriendelijke man, praatte graag en gemakkelijk, kwam bewust en vol zelfver-trouwen over. Hij werkte vanuit zijn ouderlijk huis in Muiden. Hij kreeg moei¬lijkheden met de bisschop van Haarlem, toen hij jurisdictie aanvroeg, om de pastoor te Muiden te kunnen assis¬teren. In die jaren probeerden sommige bisschoppen kloos¬ters van priester-religieuzen en paters van verschillende congrega¬ties zoveel mogelijk uit hun bisdom te weren.
In 1950 werd Wim benoemd voor de missie. Hij vertrok op 26 oktober en ging eerst naar de missie van Saltpond om daar te acclimatise¬ren bij pastoor Benoit Evers. In januari 1951 kreeg hij zijn benoeming voor Half Assini, waar Denis Florack pas¬toor was, doch werd in april overgeplaatst naar de buurtparo¬chie van Eikwe. Wim had een slechte start. Hij kreeg in juni een flinke aanval van malaria. Toen na een week de koorts nog niet weg was, werd hij op advies van de zusters naar Takoradi-ziekenhuis gebracht. De dokters daar vreesden t.b.c. in de linkernier en adviseerden repatriering. Wim ging begin juli 1951 op ziekteverlof terug naar Nederland. In februari 1952 kon hij genezen terugkeren naar Ghana. Hij werd nu be¬noemd als assis¬tent in de stadsparo¬chie te Sekondi, waar Huub Somers pastoor was. Vijf jaar heeft hij daar gewerkt, met name ook in het wijk Effiakuma waar een nieuwe parochie in opbouw en een kerk in aanbouw was. Zoals gebruikelijk ging Wim na vijf jaar, in februari 1957, op vakantie.
Na terugkeer, in september 1957, werd pater Griffioen benoemd om de pastoor van Elmina te vervan¬gen tijdens diens vakantie. Daar¬na, in februari 1958, werd hij benoemd tot assistent in de grote stadsparochie van Takoradi, waar intussen Denis Florack pastoor was geworden. Deze twee konden zeer goed samenwerken.
Met ingang van 29 juli 1963 werd Wim benoemd tot opvolger van Huub Somers als pastoor van Sekondi. Ruim een week later kreeg hij een harde klap te verwerken. Zijn pastoor van Takoradi en goede vriend, Denis Florack, kwam bij een auto-ongeluk om het leven. Wim trok zich dat heel erg aan.
Twintig jaar, van 1963 tot 1983 is pater Wim Griffioen pastoor geweest van Sekondi. Eerst om de vier, en later om de drie, jaar ging hij, volgens gebruik enkele maanden (gewoonlijk 4 maan¬den) op vakantie naar Nederland. In 1968 is hij, na terug¬keer van vakantie, nog weer een paar maand waarnemend pastoor geweest te Elmina.
Sekondi was, evenals Takoradi, een grote parochie. In de stads¬agglomeratie van Sekondi-Takoradi ('twin-city' wordt het daar genoemd) bevonden zich meerdere stadswijken in ontwikke¬ling. Ook waren er scholen en colleges en communitei¬ten van reli¬gieuzen: O.L.A.-zusters te Esikado, Holy Child zusters in de kweekschool voor onderwijzeressen te Adiembra, Brothers of the Holy Cross in de St. John's seconda¬ry school (for boys) en St. Louis' Sisters in de Fijai secon¬dary school (for g¬irls).
Sekondi had daarom, evenals Takoradi, gewoonlijk ook meerdere assistenten.
Wim was populair in de parochie. Hij was joviaal en vriende¬lijk, altijd belangstellend en maakte en praatje met iedereen. 'Father is approachable!', werd van hem gezegd. Hij was ook representatief, en altijd keurig gekleed in witte toog. De kerkdiensten waren zeer verzorgd met de nodige versie¬ring en kleurrijke participatie van misdienaars, koren en verenigingen ('societies'). Hij werd veel gevraagd voor offi¬ciële gelegen¬he¬den, socie¬ty-huwe¬lijken, inzegenigen van gebou¬wen, auto's, vissers¬boten en weet ik allemaal wat. Wim heeft ook het (e¬nigst) kind begraven van Robert Mugabe, de latere president van Zimbabwe, bij zijn overleden ghanese vrouw Mrs. Hayfron (ze woonden toen in Ghana). Hij had goede relaties met de mensen, zowel hoogwaardigheidsbekleders alsook het gewone volk: de mensen hadden vertrouwen in hem.
Hij genoot het vertrouwen van aartsbis¬schop Amissah, die ook gedurig op Wim terugviel voor diverse (soms vertrouwelijke) zaken. Wim was ook altijd buitengewoon harte¬lijk voor de afrikaanse priesters en bena¬derde hen op voet van gelijkheid. Aan zijn assistenten gaf hij steeds de nodige vrijheid en zelfstan¬dig¬heid. Op twee na, zijn al zijn assis¬tenten afrika¬nen geweest, waaronder ook een paar 'probleemge¬vallen', die dan maar bij Wim gestationeerd werden. Zijn twee neder¬landse assistenten waren John van Heese-wijk, die wonend op de missie in Sekondi, zich vooral bezig hield met de ge¬schied-schrijving van de kerk in Ghana, doch ook heel actief was in de jeugdbe¬weging (C.Y.O.), en Jacques van Veen, die vanuit deze missie de opening van de parochie Adiem¬bra-Kweeku¬ma heeft voorbereid en waarvan hij later de eerste pastoor werd.
Wim was altijd druk, altijd be¬weeglijk, en altijd op pad.
Het was niet allemaal rozegeur en maneschijn! Wim heeft ook enkele zeer moeilijke jaren gekend. In 1970 werd Sekondi-Takoradi als een zelfstandig bisdom van Cape Coast afgeschei¬den. Hoewel Sekondi van ouds de provinciehoofdstad was met de regeringskantoren en ambtenaren, en ook de oudste missiesta¬tie, was Takoradi een veel recentere moderne handelsplaats, waar zakenlui uit het hele land zich vestigden na het gereed¬komen van de zeehaven. Takoradi werd de kathedrale parochie en de nieuwe bisschop bouwde zijn paleis dicht bij de kathe¬draal. Dit werd een bittere pil voor de katholieken van Sekondi, die het met een 'pro-cathedral' moesten doen. En Wim was de pas¬toor die tot taak had er voor te zorgen dat zijn kerkbestuur en parochianen hiermee uiteindelijk vrede namen.
Een erger probleem ontstond aan het eind van de zeventiger jaren: onrust en onenigheid onder de inlandse priesters. Protest en rebellie in Shama en Takoradi. Agitatie tegen hun eigen afrikaanse bisschop, met als ondertoon: stammenstrijd en voortdurend antagonisme tussen Ahanta's en Nzema's. Als blanke en 'consultor' van de bisschop, stond Wim, met zijn buurman Harrie Portier te Tako¬radi, midden tussen deze strijdende partijen. Het werd een vervelend palaver. Toch hebben deze twee zich voortreffelijk, en als het ware verheven boven de partij¬en, kunnen handhaven. In 1980 stierf de bisschop. Een jonge priester van de Wassaw-stam werd benoemd als administra¬tor. De beoogde nieuwe bisschop stierf, naar men zegt, kort voor de bekendmaking van zijn keuze. Tenslotte werd de jonge administrator, Charles Sam, benoemd tot bisschop en deze popu¬laire priester van de Wassaw-stam, werd geaccepteerd door alle partijen. Hij benoemde meteen Harrie Portier en Wim Griffioen tot zijn officiële raadgevers ('consultors').
Tussen Sekondi en Takoradi lag de plaats New-Takoradi. Dit was een 're-settlement' van de twintiger jaren van de mensen, die plaats moesten maken voor de aanleg van de zeehaven. In de loop der jaren heeft zich dat wat verder ontwikkeld en heeft de katholieke missie daar een kerk en een school gebouwd en vanuit de missie van Takoradi werd deze plaats bediend. Gerrit van Hout heeft veel gewerkt aan de ontwikkeling van deze plaats. In Januari 1984, na terugkeer van vakantie, kreeg pater Griffioen de opdracht om deze plaats te openen als een zelfstandi¬ge paro¬chie en werd hij benoemd als eerste pastoor. Het missiehuis was in aanbouw, doch nog lang niet klaar. Eén kamer werd bewoonbaar gemaakt, zodat Wim onderdak had en de verdere bouw, met veel vrijwilligerswerk en ingehuurde bouw¬vakkers, kon begeleiden. In juli 1984 werd Wim door de dokter van Eikwe naar Nederland gestuurd, omdat ze niet helemaal zeker was van haar diagnose.
Het viel allemaal mee hoewel er een lichte vorm van huidkanker geconstateerd werd. Hij werd hiervoor behandeld en kon na twee maanden terug naar Ghana. Nog meer dan vier jaar heeft Wim in de parochie van New Takora¬di gewerkt, hoewel hij nu wat vaker op vakantie kwam vanwege controle van zijn huidkanker. Hij was intussen de 65-jaar al een paar jaar gepasseerd en begon er over te denken een punt te zetten achter zijn missio-naire loopbaan. In april 1988 kwam hij op vakantie, vierde zijn 40-jarig priesterjubileum en informeerde naar pastorale mogelijk¬heden in Nederland. Doch eerst deed de S.M.A. nog een beroep op hem. De Sociëteit was in het bezit gekomen van een huis te Adisadel nabij Cape Coast, eigendom van mevr. Hawe, weduwe van een engelse tropen¬arts. Sjef Moonen als secretaris van de reli¬gieuzen in Ghana, zou daar gaan wonen en andere S.M.A. activi¬teiten, o.a. 'missionary animation' zouden van hieruit plaats vinden. Doch eerst moest het huis nog opgeknapt, aange¬past en inge¬richt worden en de beoogde bezetting was op dat moment nog niet vrij om te komen. Wim kwam terug van vakantie in augustus 1988, rondde zijn werkzaamheden af in New Takoradi en vertrok op 21 november 1988 naar Cape Coast.
Intussen had in Nederland J. van Brakel namens het provinci¬aal bestuur een serie gesprekken gevoerd met bestuur en direc¬tie van het verzorgingshuis 'De Diem' in Diemen, waar Wim tijdens zijn vakantie al contact mee gehad had en er wel voor voelde daar rector te worden, als en wanneer dat mogelijk was. Begin 1989 kon Wim het hem toegestuurde contract ondertekenen dat hij met ingang van 1 november 1989 in huize 'De Diem' kon overnemen van de vertrekkende rector. Op 9 september 1989 kwam pater Griffioen definitief terug naar Nederland, om eerst nog even wat vakantie te nemen voordat hij aan zijn nieuwe taak begon.
Vol toewijding stond hij klaar voor de bejaarden van het verzorgingshuis. Buiten de kapel, was hij geregeld te vinden in de kantine en recreatie bij de bewoners en bezocht hen op hun kamers. Ook de missie had zijn constante belangstelling en dit uitte zich in de correspondentie en bezoek. Wim heeft nog heel wat gelden bijeen gekregen voor projectjes en hulp, vooral voor afrikaanse priesters en seminaristen, die altijd een beroep op hem konden doen. In 1992 zette hij zich nog in bij de Miva voor een vervoersmiddel voor zijn protigé, pater Joseph Kweku Essien, sinds 2000 bisschop van Sefwi-Wiawso.
Gestorven.
Op 8 augustus 1996 moest Wim vanwege een herseninfarct opgeno¬men worden in het O.L. Vrouw Gasthuis te Amsterdam. Hij was reeds in behandeling vanwege prostaat-kanker. Op 4 september kwam hij vanuit het ziekenhuis in Amsterdam naar het missie-huis te Cadier en Keer. Eind november kreeg hij een tweede beroerte. Hij die altijd zo communicatief was geweest, kon zich nu niet meer verstaanbaar maken. Het deed hem pijn niet te kunnen verwoorden wat hij wilde zeggen. Hij overleed op 2 december 1996 om 21.15 uur, 76 jaar oud. Zijn broer Toon en diens vrouw Corrie, waar Wim zijn 'thui¬s' had, waren aanwezig, evenals pater Brockhoff, die altijd veel voor Wim bete¬kend heeft. Hij ging ook voor in de avondwake.
De uitvaartdienst vond plaats op 7 december 1996 in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. Overste Wim van Franken¬huijsen ging voor in concelebratie met personen, die nogal bij Wim betrokken waren geweest. Hierna werd hij bij zijn collega-missionarissen te ruste gelegd op het kerkhof van het missie¬huis.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 110, december 1996.
Recherchez .../ Search...