Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 18 septembre 1891 à Nederweert dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 27 mars 1932 serment perpétuel le 27 avril 1938 décédé le 26 mai 1990 |
1930-1965 Hastings, jardinier décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 26 mai 1990, |
Broeder James TRIEPELS (1891 - 1990)
Afkomst.
Peter Jacobus Triepels, zoon van Wilhelmus Triepels en Catha¬rina van de Port, werd enkele minuten na zijn tweelingzus Betje, gebo¬ren te Neder¬weert op 18.09.1891. Vader was fruitte¬ler. In 1912 verhuisde de familie naar Grathem, naar de boer¬derij 'Kale¬bos'. Ook Sjaak, zoals hij genoemd werd, werkte op de boerde¬rij. Tijdens de 1914 - 1918 wereldoorlog was hij gemobiliseerd te Tilburg. Daar vond hij de 16-jarige dochter van de boerde¬rij, waar hij ingekwartierd lag, best 'een heel lief en aardig meisje'. Meer dan een halve eeuw later stuurde hij haar, nu mevrouw Priems, bij haar 50-jarig huwelijksfeest een gelukstelegram.
Opleiding.
Op 37-jarige leeftijd besloot Sjaak Triepels om broeder te worden en is daarvoor twee keer bij de pastoor van Grathem geweest. Deze hield, volgens eigen schrijven, de boot wat af, mede gezien de leeftijd van deze aspirant.
"Ik heb een lange tijd geprobeerd hem dit idee uit zijn hoofd te praten. Het heeft me niet gebaat. Hij schijnt me een man toe met een sterk karakter en een zeer grote wil. Me dunkt dan ook, dat hij het in het klooster ook wel uit houdt, temeer daar ik merkte, dat hij erop is voorbereid, dat, waar mensen zijn, dat daar ook onvolmaaktheden worden gevonden. Voor zg. 'ontnuchtering', waar ouderen bij hun intrede onder gaan lijden, zal er bij hem dan ook wel geen sprake zijn. Bij hem is intrede hetzelfde als blijven".
Dit antwoordde deze pastoor aan de overste van Blitterswijck.
Volgens dit schrijven had Sjaak, na twee bezoeken aan hem, zijn heil gezocht bij een vorige pastoor van Grathem:
"Hij heeft toen zijn oude confessarius geraadpleegd, daar hij, door de kwestie op de lange baan te schui¬ven, vrees¬de, op zijn leeftijd helemaal geen kans meer te krij-gen".
In september 1929 trad hij in te Blitterswijck. Na zijn postu¬laat werd hij in april 1930 voor zijn noviciaat naar Hastings in Engeland gestuurd. Daar werd hij lid van de Sociëteit door eedaflegging voor een periode van 2 jaar t.o.v. pater Jos. Mouren op 27 maart 1932. Hij hernieuwde deze eed voor 4 jaar op 21 april 1934 t.o.v. pater Ate Monkel. Op 21 april 1938 legde hij zijn eeuwige eed af voor de toenmalige overste Emmanuël Kennis.
Missionaris.
Seminarie 'Ore Place' te Hastings was in september 1929 in gebruik genomen door de Sociëteit. Bij dit seminarie was een behoorlijk stuk grond met boerderij en tuin. Dit kon aanzien¬lijk bijdragen in de kostenbesparing voor levensonderhoud en mogelijk zelfs nog inkomsten voor het seminarie opbrengen. Dit vereiste wel een deskundige aanpak. En die had Sjaak Trie¬pels, die nu 'Brother James' genoemd werd.
Van 1930 tot 1965 heeft hij in Engeland gewerkt: eerst in Hastings in het seminarie 'Ore Place' en, na de vordering van dit gebouw door het leger in 1939, in de vervangende huisves¬ting 'the Wilderness'. Bij het verlaten van deze locatie, ging hij mee naar de nieuwe S.M.A. vestiging in Hampstead, Londen.
In Hastings was hij de tuinman, waar hij eerst vooral aardap¬pelen en groente ver¬bouwde voor de bewoners, staf en semina¬risten, doch later ook bloemen, inclusief tulpen 'uit Hol-land', om deze dagelijks op de markt te verkopen en zo finan¬cieel bij te dragen aan de opleiding van missionarissen.
In Londen moest hij woekeren met de zeer beperkte ruimte in de achtertuin, waar bij wijze van spreken iedere vierkante milli¬meter gebruikt werd. Ook voor de vlinders werd dit stukje grond in hartje Londen een oase, doch voor James een gedurige strijd tegen de rupsen.
In maart 1965 keerde hij terug naar Nederland. Engeland zou een eigen provincie worden en James was intus¬sen bijna 74 jaar: hij had, zo meenden zijn oversten, een rusti¬ge oude dag ver¬diend. Maar James dacht anders! Cadier en Keer had een flink stuk grond. Het was nu tevens het bejaardenhuis voor oude missionarissen. Doch waarom groente kopen als je die zelf kon verbouwen. Nog bijna 25 jaar lang, tot enkele maanden voor zijn dood, kon je hem steeds dagelijks vinden in zijn tuin.
Toen hij, reeds midden-negentig, last kreeg van zijn knieën, adviseerde de huisarts hem wat kalmer aan te doen. Doch James zuchtte, dat hij wel moest, want hij kreeg nauwelijks medewer¬king van zijn 'jonge' confraters (die 'slechts' vóór in de tachtig waren. Geïnterviewd bij gelegenheid van zijn 93ste verjaardag, waardoor hij en zijn zus toen de oudste tweeling van Nederland werd, zei hij:
"Mijn lijfspreuk is altijd geweest: een mens moet blijven werken".
James was een harde werker, doch hij had ook een goed ver¬stand. Hij bleef engels georiënteerd en bleef een engelse zon¬dagskrant lezen, waarin hij zelfs de cryptogrammen oploste.
Het bidprentje typeert hem goed: een sterke persoonlijkheid, onverbloemd eerlijk en recht door zee, verstandig trouw en mannelijk vroom zonder opsmuk.
Overleden.
Op Goede Vrijdag 13 april 1990 werd James, op 98-jarige leef¬tijd, opgenomen in het St. Annadal ziekenhuis te Maastricht, waar een teen werd geamputeerd wegens koudvuur. Een paar weken later werden nog nieuwe aderen in zijn voet gezet. Hij wilde graag terug naar het missiehuis. Op Hemelvaartsdag, 24 mei, kwam hij nog een dagje terug naar het missiehuis. Achteraf gezien was hij reeds bezig met zijn afscheid: hij wilde even naar de kapel, wilde een bezoek brengen aan zijn tuin, heeft zijn geld geteld, wilde de Zusters bedanken voor hun gebed voor hem, stelde voor om wijn aan tafel te hebben en wilde zijn beste pak mee naar het ziekenhuis. Provinciaal Ton Storc¬ken heeft hem teruggebracht naar het ziekenhuis.
Op 26 mei zijn overste Jaap Bakker met Frans Spronck 's avonds om 7 p.m. naar het ziekenhuis gegaan en hebben hem de zieken¬zalving gegeven. James had hierna nog één wens: hij wilde nog graag een sigaartje opsteken. Het was en werd hem van harte gegund. Rond 9.00 p.m. zei James: "Ga nu maar naar huis, ik ga ook naar huis". Rond half twaalf overleed hij op deze 26ste mei 1990.
Op woensdag 30 mei 1990 werd van deze markante missionaris, die zelf nooit de missie zag, doch wel het groot¬ste gedeelte van zijn lang leven ervoor gewerkt heeft, af¬scheid genomen in de kapel van het missiehuis met een plechti¬ge eucharistievie¬ring. Hoofdcelebrant was Jan Wagemakers, die een inleiding hield, broeder Thaus van de Berg las de tekst van het bid¬prentje na de evangelielezing en provinciaal Storcken, die de absoute verrichtte, hield hiervoor een korte toespraak.
¬Daarna werd broeder James Triepels op het nabijgelegen kerkhof bij zijn collega's begraven.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- De Limburger 19 sept. 1984; de Gelderlander 20.09.1984.
- Onze Krant nr. 84, Juni 1990.
Recherchez .../ Search...