Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 7 mars 1910 à Arnham dans le diocèse d'Utrecht, Hollande membre de la SMA le 28 juin 1936 prêtre le 17 décembre 1938 décédé le 10 juin 1996 |
1939-1949 études en Angleterrre, sciences décédé à Arnham, Hollande, le 10 juin 1996, |
Pater Jan BERGERVOET (1910 - 1996)
Afkomst.
Johannes Gerardus Josephus Bergervoet, zoon van Theodorus Gerardus Bergervoet en Elisabeth Josephina Maria Tonus, werd geboren te Arnhem op 7 maart 1910 en daar dezelfde dag gedoopt in de parochiekerk van de H. Martinus. Zijn vader, afkomstig uit Herwen en Aerdt, werkte in de wegenbouw, doch is jong, op 45-jarige leeftijd, aan griep gestorven. Zijn dood heeft op Jan een diepe indruk gemaakt: bij zijn ziekenzalvi¬ng verwoord¬de de pas¬toor zoiets als dat hij weer spoedig mocht genezen en de zieke antwoordde: "Als 't God belieft!". Aan het eind van Jan's leven heeft hij zich deze woorden eigen gemaakt.
Jan had één broer en drie zusters. Twee ervan trouw¬den met een Leussi¬nk, broers van de bekende Dom Jerôme Leuss¬ink O.S.¬B., een monnik van de abd_ van Cheve¬togne (B) en bekend om zijn kennis van iconen. Eén van die twee was Jan's tweelingzus Elly (volgens zeggen was Jan toen reeds een 'heer' en liet haar bij de geboorte vóór¬gaan). Zij werd inspect¬rice van het onderw¬ijs in Gelderland, verzorgde moeder tot haar dood en trouwde daarna met weduwnaar Arnold Leussink te Zwolle, broer van haar zwager en werd hierdoor 'moeder' van elf kinderen.
Opleiding.
Na de lagere school te Arnhem en een jaar HBS, ging Jan naar het gymnasium van de Carmelieten te Zenderen (1923 - 1926), waarna hij naar het kleinseminarie van het aartsbisdom te Culemborg ging. Van 1930 tot 1932 studeerde hij philosophie aan het seminarie Rijsenburg bij Driebergen. Vanwege 'licht¬zinnig' gedrag tijdens de zomervakantie (een week kamperen in België en bioscoopbezoek daar) werden hij en een paar medestu¬denten van het seminarie gestuurd. Door hoofdelijke studie slaagde hij eind juli 1934 voor staatsexamen B (met wiskunde als verplicht hoofdvak).
Via contacten van pater Jos Aalbers (ook uit Herwen en Aerdt) met Jan's oom, pastoor Bergervoet te Zieuwent, kwam Jan in contact met de Afrikaanse Missiën. Zijn aanvrage om bij de S.M.A. verder te mogen studeren, werd in eerste instantie door provinciaal Mouren afgewezen, doch na een duidelijke schrifte¬lijke uiteen¬zetting van de feitelijke gebeurtenissen door de president van het grootseminarie Rijsenburg, Dr. Jan de Jong, later kardi¬naal/aartsbisschop van Utrecht, werd hij uiteinde¬lijk toch aangenomen, waarvoor hij hem zijn hele leven lang erkentelijk is gebleven. Hij moest zijn philosophie-examens opnieuw afleg¬gen te Bemelen tijdens het schooljaar 1934/35. Daarna ging hij naar Hastings voor zijn studie van de theolo¬gie. Na het eerste jaar legde hij zijn tijdelijke eed af op 28 juni 1936. Na een eerste weigering heeft de algemene overste uiteindelijk toch dispensatie van het derde jaar tijdelijk lidmaatschap aange¬vraagd bij de S.C. de Propaganda Fide en gekregen. Hierdoor kon hij met zijn klasgenoten worden gewijd in de kapel van het seminarie te Hastings door Mgr. Peter Amigo. Een foto van deze wijdingsbisschop had Jan, tot aan zijn dood, op zijn kamer hangen.
Missionaris.
Na afronding van zijn theologiestudie kwam Jan, aan het eind van het schooljaar in juli 1939, op vakantie naar Nederland. Tijd¬ens deze vakantie brak de oorlog uit en werd door het leger beslag gelegd op het seminarie te Hastings. Jan, die benoemd was om in Engeland 'matriculation' (noodzakelijk voor toelating tot universitaire studies) te gaan halen, ¬had van pater Kennis ge¬hoord dat de franse provincie vrijwilligers vroeg voor hun missies in Afrika v¬anwege de mobilisatie van verschillende missiona¬riss¬en, en bood zich hiervoor aan. Doch de provinciaal wilde dat hij toch terugging naar Engeland voor zijn 'matriculation'. Hij vertrok op 10 november 1939, en kreeg huis¬vesting bij pater Nadorp in 'the Wilder¬ness' te Hastings. In 1940 werd Jan tevens Rector van de St. Vincent Open Air School te Liphook en bleef dit tot 1945. In juni 1941 slaagde hij in Londen voor zijn 'matriculation' en in juli 1945 slaagde hij voor 'Intermediate Science'.
Na de oorlog waren de bisschop en de staf van het seminarie zeer teleurgesteld. Zij hadden verwacht, dat onder de oorlog veel missionarissen, wachtend op vertrek, graden hadden ge¬haald. Het is me niet duidelijk waarom Jan tijdens de oorlog geen universitaire studies heeft gedaan: was er geen opdracht, of gebrek aan mogelijkheid, of werd verblijf in Londen als te gevaarlijk beschouwd? In elk geval is hij na de oorlog meteen begonnen met zijn academische studie voor een 'Bachelor of Science (B.Sc.) degree'. Hij slaagde hiervoor in juni 1948 en volgde daarna een jaar de cursus aan de 'London University' voor zijn 'Diploma of Education'.
Op 22 november 1949 vertrok hij naar Afrika, waar hij benoemd was voor het bisdom Kumasi met het oog op een te openen mid¬delbare school te Kumasi ('Opoku Ware Sec. School). Intussen ging hij naar de parochie Jamasi, om daar bij pater Huisman te acclimatiseren. Omdat de opening van een middelbare school in Kumasi niet zo vlot rond kwam als men gehoopt had, en het seminarie te Amisano zonder een 'science-master' zat, ging Jan in juni 1950 naar Amisano. Eind 1952 ging hij op vakantie naar Nederland. Kees Klaver was juist klaar met zijn studie en nam zijn plaats in als 'science-master'. Intussen was in Kumasi de 'Opoku Ware secondary school' geopend. Na overleg werd beslo¬ten dat Jan Bergervoet, na zijn vakantie, terug zou gaan naar Amisano. Kees Klaver ging in juni 1953 naar 'Opoku Ware' in Kumasi.
Bijna dertig jaar lang heeft Jan zich met hart en ziel, op geheel eigen wijze, aan zijn taak geheven. Door zijn lang verblijf in Engeland, was hij geheel engels georiënteerd, sprak de taal vlot, duidelijk en correct. Hij was een goede leraar en was zeer uitgesproken in woord en daad. Hij had goed contact met de studenten. Met name zij, die betere resul¬taten haalden in wis-, natuur- en scheikunde, waren zijn favoriete studenten. De studenten mochten hem. Ze waardeerden hem voor zijn inzet, voor zijn behaalde resultaten met zijn studenten, maar ook voor zijn openhartigheid en persoonlijk¬heid. Je wist bij hem precies waar je stond. Alles bij hem was netjes en geordend, slordigheid kon hij niet uitstaan. Hij hield vast aan eigen gebruiken en gewoonten en bleef brood en aardappelen eten in plaats van rijst, yam, fufu etc. Het keukenpersoneel noemden hem 'the only gentleman' op de staf.
Vanaf de zestiger jaren ging de seminariestaf om de twee jaar, tijdens de zomervakantie, voor drie maanden op verlof naar Europ¬a. Jan bracht die gewoonlijk door bij zijn broer Alphons te Vught.
Leraar in Amisano was geen gemakkelijke opdracht. Les geven in de tropen vraagt nu eenmaal zweetdruppels. Daarnaast kwam dikwijls de werkdrukte door een tekort aan stafleden en de verantwoordelijkheid voor het internaat en de vorming van de priesterkandidaten. Bovendien lag het seminarie te Amisano zeer geïsoleerd en, zeker in de beginjaren, moeilijk bereik¬baar over een zeer slechte weg, vooral in het regenseizoen. Al dit bracht wel eens onderlinge spanningen mee. Pater Berger¬voet met zijn eigen opvattingen, die hij ook duide¬lijk ver¬staanbaar verwoordde, was niet altijd de gemakkelijk-ste in de communiteit, met name naar de rector of overste toe, als hem iets niet zinde.
Naast zijn lesgeven besteedde hij veel tijd aan zijn scheikun¬dig laboratorium, aan het stencilen van les- en examenpapie¬ren, en aan de grasmachines en het maaien van het gazon op de campus. Als de studenten op vakantie waren liep hijzelf zwe¬tend achter de maaimachine. Vakanties in Europa werden dik¬wijls aangewend om gelden te verzamelen voor zijn 'lab' of maaimachine. Sinds de opening van de 'Girls' Poly¬technic school at Vroomdorp' onder leiding van de O.L.A.- zus¬ters, ging Jan elke dag daar op zijn motor naar toe om de H. Mis te lezen. Bij terugkomst van deze dienst op een zondagmor¬gen in juni 1973 heeft hij, bij de afdaling van de heuvel, een flinke schuiver gemaakt en kwam zelfs in het ziekenhuis te Foso terecht.
Hij bleef zijn oudleerlingen, ook na het kleinseminarie te Amisano, volgen en was, als hij enigszins kon, aanwezig bij hun priesterwijding en/of eerste H. Mis. Lange reizen heeft hij daarvoor gemaakt, ook naar de Ashanti en Volta regio.
Hij vierde in goede gezondheid zijn 65ste verjaardag en zou, wat dat betreft, nog best door kunnen. De toestand in Amisano was snel aan het veranderen. Er kwamen afrikaanse priesters en leken en amerikaanse broeders en zusters op de staf. Volgens Jan was het een 'allegaartje' en de orde en regelmaat waren verdwenen. Herman van de Laar en Jan Bergervoet, de twee laat¬ste S.M.A.-ers te Amisano, besloten in 1977 zich defini¬tief terug te trekken. Toen echter afrikaanse priesters en leken van de staf Jan meermalen dringend vroegen nog wat te blijven, zei Jan:
"I repeat with St. Martin 'si necessarium, non recuso laborem'."
Op 28 april 1979 kwam hij definitief terug naar Nederland, maar bracht in 1980 nog wel twee korte bezoeken aan Ghana in verband met het inwerken van zijn opvolger in het laborato¬rium.
Hij vestigde zich in huize Tafelberg in de dependance. Hij genoot van zijn oude dag. Hij kocht een fiets en maakte menig tochtje in de omgeving. Hij hielp vrijblijvend mee op de prokuur met het registreren van pakjes en goederen, voor verscheping naar Afrika. Graag reed hij mee met degenen, die inkopen gingen doen voor het huis of voor de missie, maar ook naar Schiphol om terugkerende missionarissen te verwelkomen. Hij luisterde veel naar muziek, en verzorgde keurig en nauwge¬zet zijn tropisch aquarium. Nog steeds engels georiënteerd, had hij van de TV sportprogramma's speciale belangstelling voor snooker en tennis. Van de tennisspelers was Jan Siemerink een van zijn favorieten want Jan was 'een nette jongen', want hij zag er altijd keurig verzorgd uit in tegenstelling tot enkele andere internationale bekendheden met lange haren en onverzorgd voorkomen. Jan mocht ze niet, de onverzorgd uit¬ziende lui, of het nu tennisspe¬lers, afrikaanse priesterstu¬den¬ten of nederlandse confraters waren!
Jan bleef geïnteresseerd in de missie, in de Sociëteit, in de politiek en de dagelijkse gebeurtenissen in en buitenshuis. Hij had daarbij het voordeel van een fantastisch geheugen. Ook gaf hij duidelijk blijk van erkentelijkheid voor iedere atten¬tie, die hem bewezen werd. Met drie andere klasgenoten vierde hij in 1988 zijn gouden priesterjubileum. Eind 1993 werd huize Tafelberg als bejaardenhuis gesloten en gingen zijn geïndi¬ceerde confraters naar het missiehuis te Cadier en Keer. Doch Jan was niet geïndiceerd en voelde zich thuis in Oosterbeek, nabij Arnhem en redelijk bereikbaar voor zijn zussen en ver¬dere familie, en bleef daarom in Oosterbeek. Hij werd ouder en dover en deed zijn fiets van de hand, doch kon zich tot 1996 vrij zelfstandig handhaven in de dependance van de Tafelberg.
Gestorven.
In april 1996 begon Jan zich niet lekker te voelen. De dokter kwam en wist hem te overreden te verhuizen naar het hoofdge¬bouw, want ook trappen klimmen werd steeds moeilijker. Als gevolg van onderzoek, werd hij gesommeerd acuut naar het ziekenhuis te komen. Door inwendige bloeding was de HP van zijn bloed veel te laag. In het ziekenhuis werd een tumor ontdekt in zijn nier en ook een gedeelte van zijn darmen waren aangetast. Operatief ingrijpen werd noodzakelijk. Hij kwam, hierop wachtend, enkele dagen terug naar de Tafelberg en heeft daar op 13 mei 1996 tijdens een Eucharistie¬viering in de kapel de zieken¬zal¬ving ontvangen. Zijn tweeling¬zus was hierbij aanwezig. Tijdens deze dienst werd naar zijn vader's woorden op zijn sterfbed verwezen: "Als 't God belieft!"
Op 17 mei werd hij geopereerd in het Rijnstate-ziekenhuis te Arnhem. Eerst leek alles zeer voorspoedig te gaan, doch in de eerste week van juni kwam de omslag. Op 10 juni 1996 om 6.45 uur werd de Tafelberg gebeld, dat hij snel achteruit ging.
Bij aankomst van zijn confraters daar, was hij reeds overle¬den. Hij werd 86 jaar oud.
Op 12 juni werd in de kapel van huize Tafelberg een dienst voor hem gehouden. De plechtige uitvaartdienst vond plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer op donderdag 13 juni. Huisgenoot pater Johan van Brakel ging voor in de conce¬lebra¬tie. Hij zei niet te weten waar de klemtoon te leggen: pries¬ter, missionaris, anglofiel, 'gentleman', opvoeder, weten¬sch¬apper, noem maar op, en vervolgde:
"Jan zélf had wel klemtonen ge¬legd, zoals verwoord in het herinneringsprentje:
- hij wil, ter herinnering, nogmaals gezegd hebben, dat niemand de waardigheid uit zichzelf neemt, maar door roeping van God;
- hij wil, bij dit scheiden, met de woorden van Paulus aan Timotheus: 'dank brengen aan Hem, die mij ge¬sterkt heeft, Christus Jezus onze Heer, omdat Hij mij betrouwbaar heeft geacht door mij in bediening te stellen';
- hij vraagt, ten slotte, een gebed voor meer roepin¬gen, werkers in de wijngaard, en, nooit zichzelf verlooche¬nend, is dit gebed in het engels;
- 'Als 't God belieft!'."
Na de uitvaartdienst werd Jan te ruste gelegd op het missiona¬ris¬sen¬kerk¬hof van het missiehuis, "nabij een vlinderstruik, zoals we die thuis ook hadden", merkte zijn eveneens 86-jarige zus op.
Van meerdere bisschoppen en priesters uit Ghana kwamen be¬richten van medeleven.
Aartsbisschop Peter K.A. Turkson van Cape Coast schreef:
"Father Bergervoet, needless to say, was for entire generations of the Ghanaian clergy more than a Science and Mathematics teacher. He was a formator, in the very real sense of moulding, fashioning and always inviting the young impressionable seminarians to excel. Excellence without compromise: excellence which eschewed mediocrity is what many of us remember him for. Style and elegance while ministering at the altar was his hallmark. And sympathy and compassion for the weak and the vulnerable endeared him always to the young new students who arrived in the Minor Seminary".
Mgr. Peter K. Sarpong van Kumasi schreef:
"He was a great man, an excellent teacher, and, above all a humble and inspiring missionary. None of the many students he handled for nearly 30 years, will ever forget him......
His prayers and incredible gift to me on the occasion of the 25th anniversary of my episcopal ordination last year were simply overwhelming and made yet another impression on me".
Ook de bisschoppen Francis Lodonu (Ho), Charles Sam (Sekondi-Takora¬di en Thomas Mensah (Obuasi) stuurden condoleancebe¬richten.
Rev. Fr. Martin Essilfie, rector van het seminarie te Amisano schreef:
"Apart from being a highly efficient, dedicated and dynamic Science teacher, Father was a friend and father to many of us...
Father's interest in Amisano never waned. Even when he had to come back to Holland, he kept writing to find out how the seminary was faring. Father supported our work here not only with prayers but quire often with what he called 'his widow's mite'..."
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 108, juli 1996.
- Mgr. Francis Ocran in 'The Standard' no. 23, 16 June 1996.
Recherchez .../ Search...