Société des Missions Africaines –Province de Hollande
né le 14 avril 1908 à Amsterdam dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 16 octobre 1926 serment perpétuel le 16 octobre 1932 décédé le 25 juin 1998 |
1923-1934 Blitterswijck, imprimeur décédé à Egmond ann Zee, Hollande, le 25 juin 1998, |
Brother Wim van LEEUWEN (1908 - 1998)
Geboren.
Wilhelmus Johannes van Leeuwen, zoon van Johannes Bernardus van Leeuwen (+ 1966) en Anna Maria van Muijden, werd geboren te Amster¬dam op 14 april 1908 en gedoopt in de parochiekerk van de H. Bonifatius. Vader was gemeente-arbeider en Wim was één van de oudsten in dit grote gezin van zeven jongens en vijf meisjes. Meerdere broers en zusters van hem kozen voor het religieuze leven en traden in bij de Jezuïeten, de congre¬gatie van de H. Geest en van de Kleine Zus¬ters van de H. Joseph (Mgr. Savel¬berg, Heerlen).
Opleiding.
Na de lagere school te Amsterdam van 1914 tot 1922, trad hij in bij de Societeit voor Afrikaanse Missiën te Blitterswijck op 13 juli 1923. Op 16 oktober 1924, feestdag van de H. Gerar¬dus, begon hij zijn tweejarig noviciaat voor broeder-missiona¬ris. Op 16 oktober 1924 legde hij zijn eerste eed af en werd door provinciaal Paulissen voor twee jaar aangenomen als broeder Willibrord S.M.A.
Missionaris.
Broeder Willibrord bleef in Blitterswijck, werkzaam in de drukkerij. Ten overstaan van overste Ruud van Ooijen hernieuw¬de hij in 1928 zijn eed voor 4 jaar. Men vond hem vroom, toegewijd, intelligent, netjes en wel verzorgd in voorkomen. Hij was nerveus doch 'debrouillard pour affaires commerciales' (een slimme zakenman). Op 16 oktober 1932 legde hij zijn eeuwige eed af ten overstaan van overste Harrie Rothoff.
Eindelijk kwam in 1934 zijn benoeming voor de missie. Hij vertrok op 2 oktober 1934 en ging naar de 'Ecôle Profession¬nelle' te Lomé in Togo. Ook daar werkte hij, evenals te Blit-terswijck, in de drukkerij.
Intussen veranderden de omstandigheden in Nederland. In 1935 werd het broederhuis te Blitterswijck opgeheven en verhuisden de drukkerij naar Bemelen. In mei 1939 schreef provinciaal ten Have aan de algemeen overste te Rome:
"Le Frère Willibrord vient de rentrer en Hollande après un séjour de cinq ans au Togo. Les autorités de la Missi¬on nous ont fait comprendre á plusieurs reprises que le Frère Willibrord leur est absolument nécessaire pour la bonne marche de l'imprimerie de Lomé".
Provinciaal ten Have vervolgde zijn brief en schreef dat hij daar erg blij mee was, doch dat hij, vanwege de financiele situatie, broeder Will;i¬brord absoluut nodig had als hoofd van de drukkerij, omdat anders de winst verdween naar ingehuurde krachten. Na zijn vakantie werd broeder van Leeuwen, met ingang van 13 november 1939, benoemd tot 'Be-drijfsleider' van de drukerij en boekbinde¬rij te Bemelen, terwijl pater Lou Helwe¬gen werd be¬noemd tot directeur.
In 1942 kwam broeder Willibrord bij provinciaal ten Have met een oude vraag van hem: of hij geen priester kon worden. Deze vraag had hij reeds vroeger te Bliierswijck ook gesteld doch werd toen door de leiding (Paulissen, van Ooijen en Henry Rothoff) afgewesen met beroep op het Directorium. Provinciaal ten Have legde deze vraag voor aan de profs te Aalbeek. Sinds de broederopleiding was gestopt, viel de 'ratio' van de regel¬geving in het Directorium weg.
In september begon broeder Wim van Leeuwen in het seminarie te Aalbeek zijn studie, met name van Latijn en verder wat neder¬lands en engels onder leiding van pater Louis van Eerd.
In september 1946 werd hij toegelaten tot de studie van de philosophie. Doch aan het eind van het studiejaar was hij zwaar overspannen en moest zijn studie opgeven. Na ee goede vakantie thuis bij zijn ouders in Amsterdam, keerde hij in september 1947 terug naar Bemelen.
Op 8 april 1948 verhuisde hij met het provincialaat en de administratie en de fonds¬werving naar het onlangs gekochte huis 'de Tafelberg' te Oosterbeek. Meer dan twintig jaar lang heeft hij hier gewerkt met grote plichtsbetrachting, nauwkeu¬righeid en precisie. Maar op de duur werd dit steeds moeilij¬ker, zowel psychisch als physiek. Hij werd nerveuzer in ge-drag, terwijl hij tevens leed aan ver¬nauwing van aders en bloedvaten. Hij kwam in 1968 onder behandeling van Dr. A. Terruwe, zenuwarts te Nijmegen. Op haar advies verhuisde Willem, zoals hij zichzelf de laatste tijd noemde en aange¬spro¬ken werd, naar het missiehuis te Cadier en Keer om tot rust te komen. Hij was daar volledig vrij om te doen, wat hij wilde: slapen, rusten, zwemmen, of wandelen. Hij kon medewer¬ker worden in het Afrika-centrum, doch Willem koos voor werk in de tuin. Het werden enkele moeilijke jaren! Hij had abso¬luut geen vertrouwen in Dr. Terruwe en ook niet in het toenma¬lig provinciaal bestuur. In het mis¬siehuis te Cadier en Keer voelde hij zich diep ongelukkig.
De zusters van Heerlen bouwden een bejaardenoord te Egmond aan Zee, dat deels bestemd was als kloosterbejaardenoord voor eigen gebruik en deels voor particulieren. Via bemiddeling van zijn zus, zuster Florence, kon Wim ook opgenomen worden in dit bejaardenhuis 'St. Agnes'. De sociale dienst van de gemeente Cadier en Keer ging akkoord met de aanvullende betaling op de AOW via de bestaande regeling van de bijstandwet.
Nog een kleine kwarteeuw heeft Wim hier doorgebracht in zijn apartement in het sous-terrain van het gebouw, prachtig gele¬gen aan zee in de sloop van de duinen. Hier vond hij rust. Hij leefde op zichzelf, sober en strict gereglementeerd, in de onmiddellijke nabijheid van zijn zus en haar religieuze commu¬niteit en kon gebruik maken van hun kapel en de dagelijkse religieuze diensten. De eerste jaren maakte hij lange wande¬lingen in de duinen. Meerdere keren moest hij voor behan¬deling of operaties opgenomen worden in het ziekenhuis te Alkmaar. Dit maakte voor hem wel steeds weer een inbreuk was op zijn levensregel en -ritme, evenals trouwens onverwacht bezoek. Alles was geregeld en geprogrammeerd en daar hield hij zich aan. Hij leefde tevreden, genoot van de natuur en bad veel.
Gestorven.
Het einde sloop heel langzaam naderbij. De verzorging werd steeds problematischer. Er werd reeds overlegd om hem terug te halen naar Cadier en Keer, doch de arts ried dit af. Vice-provinciaal Ambro Bakker ging naar Egmond om zich op de hoogte te stellen. Twee dagen later, op 25 juni 1998 's morgens om 7 uur is hij rustig ingeslapen. Hij werd 90 jaar oud.
De volgende avond hield rector Geukens, oud-vicaris van het bisdom Haarlem, een afscheidsdienst in huize St. Agnes te Egmond aan Zee voor broeder Willem van Leeuwen.
Op dinsdag 30 juni 1998, vond de plechtige uitvaart¬dienst plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. Overste Wim van Frankenhuijsen, die voorging in de concelebra¬tie, sprak in zijn homilie over het levensboek van de overle¬dene:
"Een dik boek, met een grote variatie aan hoofdstukken. Dit levensboek schreef hij in zijn eigen stijl. Met grote, duidelijke letters, zeker van zichzelf, de moei¬lijkheden niet verbergend die hij soms ondervond met het inpassen in de groep, soms zelfs achterdocht tonend, maar altijd serieus, dood-eerlijk en secuur; met een grote liefde voor de missie in Afrika en een diepe vroomheid, kortom, een indrukwekkend menselijk missionarisverhaal".
Na de absoute werd hij begraven, dicht bij zijn broer Ferdi¬and, op het missionarissenkerkhof van het missiehuis.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie van de S.M.A., Cadier en Keer.
- J. v.d. Kooij in Afrika Ontwaakt 1951, pg. 163.
- Onze Krant, nr. 115 september 1998.
Recherchez .../ Search...