Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 19 janvier 1916 à Echt dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 26 juin 1937 prêtre le 6 juillet 1941 décédé le 27 juin 1981 |
1942-1946 Maastricht, prêtre assistant décédé à Eschweiller, Allemagne, le 27 juin 1981, |
Pater Jan ENGELEN (1916 - 1981)
Afkomst.
Johannes Hubertus Engelen, zoon van Henricus Hubertus Engelen en Maria Sophia van Ophoven, werd geboren te Echt op 19 janua¬ri 1916 en gedoopt in de parochiekerk van de H. Landricus op 20 januari. Hij had, bij mijn weten, 2 broers en 3 zusters.
Opleiding.
Jantje, zoals hij als jongetje werd genoemd en praktisch zijn hele verdere leven voor bekenden is blijven heten vanwege zijn kleine gestalte, ging na de lagere school naar het 'College van het H. Kruis' van de paters Kruisheren te Maaseyk in België, waar hij zijn middelbare studie deed van 1929 tot 1935. In september 1935 kwam hij naar het seminarie van de Afrikaanse Missiën te Bemelen om zijn opleiding voor priester-missionaris te beginnen. Na enkele maanden werd deze opleiding overgeplaatst naar Hastings in Engeland, zodat Jantje daar in januari 1936 zijn studie van de philosophie voortzette. Op 28 juni 1937 werd hij aangenomen als tijdelijk lid van deze Soci¬ëteit.
Jan was een middelmatig student, lichamelijk niet te sterk, wat zenuwachtig en gevoelig van karakter. Doch het ergste bezwaar was zijn nogal kritisch ingestelde mentaliteit, wat zeker in die jaren totaal uit den boze was en waarvoor hij ook een vermaning kreeg.
In 1939 moest hij even zijn studie onderbreken. Tijdens de vakantie in 1939 brak de oorlog uit, zodat terugkeer naar Engeland onmogelijk werd. Militairen werden langs de zuid¬kust van Engeland gelegerd en ingekwartierd, ook in het semi¬narie Ore Place te Hastings. In november 1939 kon de studie van de theologie voortgezet worden in een gehuurd Jezuïeten¬klooster te Aalbeek. Van daaruit werd hij ook priester gewijd op 6 juli 1941 door Mgr. Lemmens in de parochiekerk van Huls¬berg.
Missionaris.
Na beëindiging van zijn studies kon pater Engelen, vanwege de oorlog, niet vertrekken naar Afrika. Hij ging in september 1941, met veel andere toekomstige missionarissen van verschil¬lende Ordes en Congregaties, naar een missiekursus, die te Nijmegen voor hen georganiseerd was. In september 1942 kreeg hij een benoeming als assistent te Maasbracht. Vier jaar heeft hij in deze parochie gewerkt, totdat hij, op 13 mei 1946, de gelegen¬heid kreeg naar Afrika te kunnen vertrekken met ver¬schillende andere collega's.
Hij was bestemd voor het vicari¬aat van de Beneden Volta en werd daar benoemd voor de missie van Hohoe voor zijn eerste kennismaking met Afrika en voor zijn studie van de inlandse taal, gewoonten en gebruiken. Een medepassagier, pater Kees Breukel, die bij het uit¬breken van de oorlog in Nederland was en wegens vijandelijke activiteiten als straf anderhalf jaar door de duitsers te werk was gesteld in Duitsland, werd te Hohoe zijn eerste pastoor.
In februari 1947 werd pater Engelen benoemd tot assistent te Keta bij pater Bernts. Deze parochie had in die jaren nogal veel scholen, terwijl de missie ook de verantwoordelijkheid had voor een meisjeskost¬school onder leiding van de OLA zus¬ters. Jan fungeerde tevens als econoom van deze school.
Helaas kwam pater Bernts in 1949 door een auto-ongeluk om het leven en werd, als pastoor van Keta, vervangen door pater Harrie Smits.
Na zijn vakantie in Nederland, werd pater Engelen in september 1951 benoemd tot assistent van pater Wim Bond voor het moei¬lijke district van de Abor missie. Hij werd belast met de hoofdstatie toen pater Bond in april 1952 op vakantie ging. In januari 1953 kreeg hij opnieuw Kees Breukel als pas¬toor en kon hij zich weer geheel geven aan het werk in de buitenstaties van Abor. Een jaar later werd hij benoemd als assistent te Denu. Van hieruit ging hij in juli 1956 wegens ziekte terug naar Nederland. Na terugkeer zou hij belast worden met de opening van een nieuwe hoofdstatie te Vakpo.
Doch pater Jantje Engelen kon niet terug naar Afrika. Hij ging voor onderzoek naar Rotterdam: malaria, te hoge bloeddruk etc. ... rusten en opnieuw terugkomen bij de dokter in Rotter¬dam, terwijl hij bij zijn ouders verbleef. Toen duidelijk werd, dat hij voorlopig niet zou kunnen terugkeren naar de missie, ging hij tijde¬lijk naar Zeddam als rector van de zusters. Een jaar later, in september 1958, werd hij benoemd voor huize Tafel¬berg te Oosterbeek. Daar heeft hij bijna tien jaar gewerkt in de administra¬tie van de propaganda en fonds¬werving, doch is er nooit echt gelukkig geweest. Hij vond het werk te doods. Het liefst werkte hij in een parochie. Daarom ging hij vanuit de Tafelberg te Oosterbeek ook regelmatig op assistentie te Renkum.
In die tijd schreef hij een serie artikelen, allemaal met betrekking tot de laatste wereldoorlog. Dit kunnen persoonlijk meegemaakte ervaringen geweest zijn. Blijft de vraag, in hoe¬verre zijn langdurig verblijf bij Kees Breukel in de missie, van invloed geweest is bij het schrijven van deze artikel¬tjes. Ze zijn tussen de jaren 1967 - 1971 gepubliceerd in de "Ech¬ter-Echo".
In maart 1968 kreeg hij de gelegenheid naar Duitsland te gaan, waar in het bisdom Aken meerdere S.M.A.-leden in de zielzorg werkzaam waren en als zodanig tevens een substantiële financi¬ële bijdrage lever¬den aan de exploitatiekosten van de neder¬landse S.M.A.- provincie. Pater Engelen werd benoemd als kapelaan aan de St. Hubertuspa¬rochie te Kirchhoven in het dekenaat Heinsberg, waar Huub Somers pastoor was. In 1969 werd hij benoemd tot pastoor van de H. Mattheusparochie te Pattern in het dekenaat Aldenhoven. Dit was een kleine parochie temid¬den van het bruinkoolontginningsgebied. De parochie had zelfs geen eigen school. De kinderen gingen naar Aldenhoven. Op dinsdag- en vrijdagnamiddag had Jan een bijeenkomst met deze schoolkinderen. Hij was trots op zijn kerk en heeft daarin de nodige verbeteringen aangebracht: geluidsinstallatie, nieuw altaar, bankjes en dergelijke.
Twaalf jaar heeft hij daar gewerkt. Trouw nam hij ook deel aan de regelmatige bijeenkomsten van de nederlandse S.M.A.-leden in het bisdom Aken, 'conveniat' genaamd. Hij bleek nog steeds kritisch van aard en raakte, met het voortschrij¬den van de jaren, bij steeds meer onderwerpen en ook bij zijn persoon¬lijke problemen en perikelen, emotioneel betrok¬ken. Naar eigen zeggen was hij gauw geïrriteerd en kon hij niet veel verdra¬gen. Hij was altijd blij als hij weer thuis was.
Gestorven.
Begin juni 1981 kreeg hij een zware hersenbloeding. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis te Eschweiler. Even leek er enige verbetering op te treden, doch spoedig werd duidelijk dat de overlevingskansen uiterst klein waren. Op 27 juni 1981 is hij in het ziekenhuis overleden, 65 jaar oud.
Op eigen verzoek is hij begraven bij zijn parochianen te Pattern op donderdag 2 juli 1981, na een plechtige dienst in de parochiekerk van de H. Mattheus. Een loden kist was hierbij voorschrift, want toen was reeds bekend dat kerkgebouw en kerkhof moesten wijken voor de bruinkoolwinning. Hij is later, met de andere pastoors van Pattern, herbegraven in Niedermerz bij Alden¬hoven.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant, nr. 49, september 1981.
Recherchez .../ Search...