Société des Missions Africaines –Province de Hollande
Le Père Antoon BOUCHIER né le 18 décembre 1912 à Den Helder dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 30 juillet 1932 prêtre le 21 décembre 1935 décédé le 23 décembre 1979 |
1936-1942 Nieuw Herlear, professeur
1942-1943 Son, sanatorium décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 23 décembre 1979, |
Pater Antoon BOUCHIER (1912 - 1979)
Afkomst.
Antonius Franciscus Maria Bouchier, zoon van Nicolaas Bouchier (1978 - 30.01.1931) en Ursula Weyens (1884 - 13.04.1924), werd geboren te Den Helder op 18 mei 1912. Vader had een houthan¬del. Moeder stierf kort na de geboorte van haar achtste zoon. Vader is later hertrouwd.
Opleiding.
Als twaalfjarig jongetje ging Antoon, de oudste van de acht jongens, in 1924 naar het missiehuis te Cadier en Keer, waar zijn neef Kees reeds sinds 1920 student was. Hij volgde zijn middelbare opleiding in dit college, dat on¬langs overge¬scha¬keld was van het franse naar het nederlandse onder¬wijs¬sys¬teem. In 1930 werd hij toegelaten tot het novici-aat, tevens philos¬ophie, in het S.M.A. studiehuis te Chanly in België. Daar werd hij op 30 juli 1932 door eedaflegging lid van de Sociëteit. Toen reeds werd genoteerd als 'Observations parti¬culières':
"Très grande facilité pour la musique".
Van 1932 tot 1936 studeerde hij theologie te Ore Place, Has¬tings in Engeland. Daar ook werd hij tijdens zijn vierde studiejaar theologie, op 21 december 1935, in de kapel van het semina¬rie priester gewijd door de diocesane bisschop Mgr. P. Amigo.
Missionaris.
De missionaire taak van pater Antoon Bouchier zou liggen in de opvoeding van toekomstige missionarissen. Hij werd benoemd tot leraar te Nieuw Herlaer, St. Michielsgestel. Latijn en muziek waren de vakken die hem werden toegewezen. Tijdens zijn stu¬dietijd was constant dezelfde aantekening gemaakt bij de vragen over aanleg, bekwaamheid, interesse en hobby's: muziek!
Tijdens de paasvakantie van 1942 liep Toon, zoals hij gewoon¬lijk door zijn collega's genoemd werd, een pleuritis op. Als gevolg hiervan, werd bij hem longtuberculosis geconstateerd. In augustus 1942 werd hij voor een kuur opgenomen in het sanatorium te Son bij Eindhoven. In die jaren was de normale behandelwijze: kuren door te liggen op bed in de buitenlucht, gewoonlijk in bosrijke omgeving. Toon heeft in dit sanatorium gelegen tot zijn ontslag op 7 juni 1943. Toen keerde hij terug naar Nieuw Her¬laer. In 1947 moest hij, vanwege zijn longaan¬doening, weer stoppen met les geven en opnieuw een rustkuur ondergaan. Van september 1947 tot april 1948 is hij hiervoor in het missiehuis te Bemelen geweest en toen meever¬huisd naar het nieuw aange¬kochte huis 'de Tafelberg' te Oos¬terbeek.
In oktober 1948 werd hij, als leraar muziek en katechetiek, benoemd voor het semina¬rie te Aal¬beek. Tevens begon hij als student aan de muziek¬school te Maastricht. In 1951 kreeg hij, na geslaagd examen, het diploma 'Koordirectie' van de R.K. Organisten- en Directeuren-Vereniging uitgereikt namens de federatie van de nederlandse liturgische verenigingen en de nederlandse St. Gregorius-vereniging. Met de opgedane ken¬nis, en het diploma op zak, werd Toon in september 1951 benoemd tot leraar aan het missie-college te Cadier en Keer.
Helaas moest hij, in juni 1953, deze taak onderbreken door opnieuw een longkuur te ondergaan in het sanatorium Dekkers¬wald bij Nijme¬gen. Hierdoor heeft hij de brand in Keer niet meegemaakt. Op 8 december 1954 werd hij te Dekkerswald ontsla¬gen en heeft toen nagekuurd in huize Tafelberg te Oosterbeek.
In het herbouwde missiehuis heeft hij, eind september 1955, zijn taak als leraar muziek weer op zich genomen. Ook raakte hij betrokken bij het Afrika-centrum als medewerker inzake muziek.
Na de sluiting van het seminarie te Cadier en Keer, 30 juni 1969, was hij reeds zó ingewerkt, dat hij niet in een vacuüm terecht kwam. Hij gaf les aan het gymnasium te Vaals, was leraar te Maas¬tricht aan de stadsacademie en het Jeanne d'Arc Lyceum, en dirigeerde kerk¬koren te Scharn en te Bemelen. Hij leerde zelfs autorijden om zich te kunnen verplaatsen vanwege al zijn activiteiten, lezingen, repetities, en zelfs vrienden-diensten aan collega's. In juni 1972 maakte hij een studiereis naar Ghana.
Toon was een optimistisch man, die altijd zo heerlijk enthou¬siast kon reageren in een staat van opperste verbazing. Ook uit Afrika kwam hij laaiend enthousiast en bezield terug. Dit bezoek heeft hem inspiratie gegeven voor de verdere jaren van zijn leven.
De gezondheid van Toon was nog altijd wankel, maar hijzelf bleef bezield en enthousiast. Energiek ging hij door het leven, in blijde ver¬wondering, met kinderlijke verbazing. Hij bleef zich verbazen over alles en nog wat en vergat op dat moment de rest van de wereld om zich heen: soms verbaasde hij anderen met zijn verba¬zing! Ongekunsteld en dikwijls met origi¬nele uitdrukkingen gaf hij uiting aan zijn gevoelens.
Gestorven.
In het najaar van 1979 ging het bergaf met de gezondheid van Toon. Het medisch rapport van begin december was niet hoopge¬vend: het hart was niet in orde en de ingewanden versle¬ten. Kanker werd in die jaren nauwelijks hardop uitgesproken. Toon moest onmiddellijk definitief stoppen met zijn koor¬tje, wat een geweldige teleurstelling voor hem betekende.
Hij werd in het zie¬kenhuis opgenomen voor een grondig onder¬zoek, doch na tien dagen, op 20 december, weer naar huis gestuurd. Over zes weken moest hij terugkomen voor de uitslag; dan zou ook besloten worden of ze tot opera¬tie zouden over¬gaan. Volgens bewoners van het missiehuis liep de zieke nog van de auto het huis in. Alles leek redelijk tot zondagmor¬gen 23 decem¬ber. Toen ging hij snel en ziender¬ogen ach¬teruit. De dokter werd gealar¬meerd en de fami¬lie gewaarschuwd. Dr. Neven gaf de ziekenpater J. Coolen te verstaan, dat het een aflopen¬de zaak was. Na het middageten ging deze met enkele collega's even bij de zieke gedag zeggen en afscheid nemen. Na een kort bezoek gingen ze heen voor hun siësta en wensten Toon ook goede rust; alleen Huub Gijselaers bleef achter. "Ga jij nou ook maar", adviseerde de zieke hem, doch Huub zei te willen blijven in geval er hulp nodig mocht zijn. "Dan ga ik", schi¬jnt Toon gezegd te hebben: hij draaide zich om en stierf. Het was zondagmiddag 23 decem¬ber 1979, 13.10 uur. Pater Antoon Bou¬chier werd 67 jaar oud. Toen zijn broer uit Den Haag aan¬kwam, was Toon reeds overleden.
Het werd moeilijk om de begrafenis redelijk georganiseerd te krijgen vanwege de vrije dagen met en rond de kerstmis. De pro¬kuur in Oosterbeek vond nog een drukkerijtje te Zevenaar, dat bereid was de gedachtenisprentjes te drukken. De plechtige uitvaart¬dienst vond plaats op vrijdag 28 decem¬ber in de over¬volle kapel van het missiehuis. Van alle kanten waren mensen gekomen; 2 bisschoppen (Mgr. Konings en Mgr. Beel), stafleden en studenten van de HTP, buurtpastores etc. etc. Theo Blom ging voor in de concelebratie, waaraan meerdere klasgenoten deelnamen. De begra¬fenis vond plaats op het kerkhof nabij het missiehuis. De familieleden, die elkaar niet al te vaak ont¬moetten, waren voltallig aanwezig en zeer te spreken over de begrafenisdienst en de ontmoeting aan de koffietafel nadien. Volgens een broer van Toon was het een 'mooie en plezierige begrafenis'. Ongekunsteld en blij verbaasd zou Toon daarmee hebben kunnen instemmen!
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. v.d.Kooij in Afrika Ontwaakt, Jan. 1961, pg.18
- Reisverslag Ghana in 'Onze Krant', sept. 1972
- In Memoriam in 'Onze Krant', nr. 43, maart 1980.
Recherchez .../ Search...