Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
Le Père Harrie van de VEN né le 26 juin 1901 à Helmond dans le diocèse de 's-Hertogenbosch, Hollande membre de la SMA le 30 juillet 1924 prêtre le 24 mars 1928 décédé le 25 décembre 1964 |
1928-1935 missionnaire en Gold Coast
Cape Coast, Sekondi, Akim Swedru décédé à Oosterbeek, Hollande, le 25 décembre 1964, |
Pater Harrie van de VEN (1901 - 1964)
Afkomst.
Henricus Leonardus van de Ven, zoon van Petrus van de Ven en Johanna Deenen (+ 20.08.1930), werd geboren te Helmond op 23 juni 1901. Zijn vader was timmerman. We hebben van hem verder geen exacte familiegege¬vens. Op zijn gedach-tenis¬prent¬je bij zijn priesterwijding vraagt Harrie, zoals hij dage¬lijks aange¬sproken werd (sommigen noem¬den hem Driekus), aan God om zegen voor "mijne dierbare Ou¬ders, Broers en Zus¬ters, mijn Bloedver¬wanten en allen, die mij ter liefde van U eenig goed gedaan hebben".
Opleiding.
Harrie van de Ven bezocht de lagere school te Helmond van 1906 tot 1912. Zoals meerdere jongens uit Helmond in die tijd, ging hij (of moest hij?) eerst enkele jaren werken (en geld verdie¬nen) voordat hij, in 1916, naar het seminarie ging te Cadier en Keer. Van daaruit ging hij in 1922 naar Chanly in België voor de studie van de philosophie. Op 30 juli 1924 legde hij zijn eed af, waardoor hij lid werd van de S.M.A. Theolo¬gie studeer¬de hij in het seminarie te Bemelen. Op 24 maart 1928 werd hij in de kapel van het grootseminarie te Roermond door Mgr. Schrij¬nen priester gewijd. Na zijn priesterwijding en beëindi¬ging van zijn studie ontving Harrie de benoeming voor de Goudkust missie in Afrika. Doch eerst ging hij met de Helmond¬sche pelgrims op bedevaart naar Lourdes van 5 tot 14 augustus 1928.
Missionaris.
Op 13 oktober 1928 vertrok pater Harrie van de Ven naar Afri¬ka. Hij werd be¬noemd voor Cape Coast en kreeg daar de zorg voor de buitensta¬ties. In mei 1931 werd hij benoemd tot pas¬toor van Sekondi om over te nemen van pater Meelberg, die gehoopt had om zijn overleden pastoor Joseph Muller te mogen opvolgen, doch een overplaatsing kreeg naar Bekwai (zie Meel¬berg 27.08.¬1960). Het waren moeilijke eerste maanden vanwege de misver¬standen tussen Mgr. Hauger en de priesters van Sekon¬di en als overste, en jonger dan de betrok¬ken partijen, zat Harrie hier tussenin.
In 1933 kreeg pater van de Ven een nieuwe opdracht: de opening van een nieuwe hoofdstatie te Akim Swedru, een afscheiding van het enorme district van Saltpond dat zich uitstrekte tot Ntronang. Op Paas¬zondag 16 april 1933 nam Harrie afscheid te Sekondi en overhan¬digde aan zijn assistent pater Kees Bou¬chier. Hij vertrok naar Saltpond om daar verder geïnfor¬meerd te worden over de te openen missiepost en het grote bijbeho¬rende district. Hierna stuurde hij een telegram naar Akim Swedru met de mededeling, dat ze hem konden verwachten op 3 mei 1933 om 11.00 uur. De pastoor van Saltpond, de Elzasser pater Antoine Acker, ging met hem mee. Te Ewusua, een dorpje 1½ mijl van hun be¬stemming, werden de priesters opgewacht en in processie naar de missieheuvel van Akim Swedru met kerk, school en missie¬huis, gebracht. Daar werden ze ontvangen door kerkbestuur, de 'omanhene' (stamhoofd) en zijn ouderlingen, en de parochianen. Een zusterhuis voor de 'Catechisten dienares¬sen van het H. Hart' (Menton) was in aanbouw.
Na twee jaar, in maart 1935, ging Harrie op vakantie naar Neder¬land. In september van dat jaar werd hij benoemd tot provisor van het seminarie te Hastings in Engeland. Na een jaar mocht hij weer terug naar Afrika. In oktober 1936 werd hij overste te Cape Coast. In december 1937 werd hij overge¬plaatst naar Saltpond. In juni 1939 werd hij benoemd voor het seminarie te Amisano, waar hij tot 1943 professor was in de moraal-theologie en het kerke¬lijk recht. Daarna heeft hij Frans Vermulst geas¬sisteerd in het Elmina district tot aan het eind van de oor¬log. Pas in het tiende jaar van zijn verblijf in Afrika, in mei 1946, kon hij einde¬lijk op vakantie naar Neder¬land.
Spoedig na aankomst ontving hij zijn benoeming voor het semi¬narie van de Sociëteit te Ave (Wellin) in België als leraar nederlandse taal en letterkunde en bleef dat tot de sluiting in 1949. Toen kwam hij naar Huize Tafelberg te Oosterbeek en heeft van daaruit, vanaf 1 oktober 1949, bijna drie jaar als propagandist gewerkt.
Op 1 september 1952 ontving hij opnieuw een benoeming voor de missie, waar hij welkom was bij de nieuwe bisschop van Kumasi, Mgr. André van den Bronk. Op 5 september 1952 schreef hij vanuit Helmond aan de provinciaal:
"Via Nieuw Herlaer heb ik uw brief met mijn benoeming voor de missie van Kumasi in dank ontvangen. Voor deze benoeming ben ik u en de provinciale raad zeer erkente¬lijk. Ik zal mijn best doen en trachten mij zo goed mogelijk aan de nieuwe omstandigheden van onze missie aan te passen".
Verder schreef hij over een kleine operatie, vanwege een navel¬breuk, die hij mogelijk eerst moest ondergaan. Het werd een ziekenhuisopname van drie maanden met tevens een galblaas¬ope¬ratie. Voor herstel ging hij hierna, in januari 1953, naar Moergestel als rector van het St. Antonius gasthuis tot 1 november 1953. Eindelijk kon hij vertrekken naar Afrika.
Van januari 1954 tot maart 1959 heeft hij in het bisdom Kumasi gewerkt: eerst als rector te Maase-Offinso, daarna te Fomena van november 1955 tot oktober 1957. In deze plaats hield hij tevens de admini¬stratie van de kliniek bij. Tenslotte werkte hij te Tekyiman, waar hij eerst een half jaar de buitenstaties deed en daarna overnam als waarnemend pastoor van Willie Huisman tijdens diens vakantie tot januari 1959. Hierna kon hij zich voorbe¬reiden om op vakantie te gaan en afscheid te nemen van Ghana.
Schrijver dezes ziet hem nog op een zware motor van Techiman naar Cape Coast komen. Van daaruit bezocht hij Amosima, zijn geliefde buitenstatie van dertig jaar geleden in het Cape Coast district, en nog enkele andere staties, voor zijn defi¬nitief vertrek naar Europa.
Na zijn vakantie ging pater van de Ven begin 1960 naar Beegden als kape¬laan. Vanwege pastoorswisseling vertrok hij in augus¬tus 1960 en vond een nieuwe functie als kapelaan te Alphen aan de Maas. Wegens moeilijkheden met de pastoor is hij daar in 1962 vertrokken. Deze hardwerkende priester was tevens tempe¬ra¬mentvol en kwam hierdoor nogal eens in relationele moeilijk¬heden met confraters, medewerkers en parochianen, zowel in Afrika als in Nederland. In 'rustige' perioden was hij zeer bereidwillig en gedienstig. Ook zijn geest van gebed werd opgemerkt en geprezen.
Gestorven.
Pater Harrie van de Ven kwam eind 1962 naar Huize Tafelberg te Ooster¬beek en heeft daar meege¬werkt in de admini¬stra¬tie, vooral van het tijdschrift "Stemmen uit Lour¬des".
In de kerstnacht 1964 rond half drie voelde hij zich niet lekker: hij had pijn in de borstkas. Dit werd steeds erger en rond vijf uur klopte hij pater Kees Koolen uit bed, die op zijn beurt overste Ben Gootzen informeerde. Deze liet onmid¬dellijk de dokter komen, die echter niets definitiefs kon vaststellen, doch wel een morfinespuitje gaf tegen de pijn.
Het heeft niet mogen baten. Op deze kerstmorgen, vrijdag 25 december 1964, rond 7 uur overleed hij, nadat pater Gootzen hem nog het H. O¬liesel had toegediend. Hij werd 63 jaar oud.
Op dinsdag 29 december 1964 is pater van de Ven, na een gezon¬gen uit¬vaartdienst, begraven op het kerkhof bij het missiehuis te Cadier en Keer. Vanwege de vrije kerstdagen had de prokuur te Oosterbeek enige moeite om de confraters op tijd te infor-meren over pater van de Ven's dood en begrafenis.
Bronnen:
- Archief Nederlandse Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. v.d. Kooij in 'Afrika Ontwaakt' jrg. 1965, pg. 7.
- J. ter Linden in 'Onze Krant' 1965: jrg. 6, nr. 1
- J. van B¬r¬a¬kel in S.M.A. Missionary presence in the Gold Coast, vol. III, pg. 157 - 160; vol. IV, pg. 40 - 42.
Recherchez .../ Search...