Société des Missions Africaines
![]() |
né le 10 mai 1861 à Gouga dans le diocèse de Rotterdam, Hollande membre de la SMA le 1er mai 1885 prêtre le 1er décembre 1885 décédé le 20 septembre 1891 |
1886 Clermont-Ferrand, professeur décédé à Keta, Ghana, le 20 septembre 1891, |
Le Père Cor van de PAVOORDT (1861 - 1891)
A Keta (Ghana), le 20 septembre 1891, retour à Dieu du père Cor van de Pavoordt, à l'âge de 30 ans.
Cor van de Pavoordt naquit à Gouda, dans le diocèse de Haarlem, en 1861. Il fit ses études à Mill Hill et, déjà tonsuré, entrait aux Missions Africaines en avril 1884. En mai 1885, il faisait le serment et était ordonné prêtre en décembre 1885.
Après quelques mois de professorat à Richelieu, le père van de Pavoordt reçut sa nomination pour l'île de Samos. Il y resta jusqu'en septembre 1888. Il revint alors en Europe, fit ses adieux à sa vieille maman très malade et partit pour la préfecture du Dahomey. Il travailla à Ouidah sous la direction du père Dorgère et, en février 1890, fut fait prisonnier par les représentants du Béhanzin avec son supérieur.
Alors que le père Dorgère et les autres prisonniers français étaient conduits vers Abomey, le père van de Pavoordt, parce que hollandais, fut retenu à Ouidah et relâché après une huitaine de jours. Il sortit de prison, la santé fortement ébranlée. Il fut alors nommé supérieur de Keta, territoire qui dépendit de la préfecture du Dahomey jusqu'en 1894.
Il réussit à lancer cette mission et obtint, du gouverneur d'Acora, des subsides pour ses écoles. Tout paraissait devoir marcher pour le mieux, quand, le 13 septembre, le père van de Pavoordt fut pris de fièvre et de vomissements. Il fut soigné avec dévouement par une religieuse protestante.
Venu en hâte d'Agoué, le père Martin arriva à Keta juste pour recevoir le dernier soupir de son confrère. Faute de missionnaire, la station de Keta fut fermée.
Pater Cornelils can de PAVOORDT (1861 - 1891)
Afkomst.
Cornelis Josephus van de Pavoordt werd 10 mei 1861 gebo¬ren in Gouda, waar zijn vader een juwe¬liers¬zaak had. Zijn moeder Gijsberta Louisa Ver¬viers kwam uit Venlo doch woonde sinds haar 15de jaar in Gouda. Ze kregen negen kinderen waar¬van er drie jong stierven. Cornelis, die thuis Kees ge¬noemd werd, was de jongste van vijf jongens. Daarna is in 1864 nog zijn zusje Agnes geboren, de latere mevrouw van Vel¬sen-v.d.Pa¬voordt aan de Turfmarkt in Gouda.
Opleiding.
Als elfjarige jongen wilde Cornelis, evenals zijn oudste broer, pauselijk zouaaf worden, doch de kapelaan vond hem te jong. Hij ging naar de Franciskanen in Venray waar hij 4½ jaar studeerde en daarna naar Tiel voor zijn noviciaat. Doch Kees wilde geen Franciskaan worden maar missionaris. Hij ging naar de Lazaristen in Parijs. Op advies van pater Lucas O.F.M. (of Lukassen?) van zijn parochie in Gouda verzweeg hij zijn Fran¬ciskaanse opleiding, want dit zou aanna¬me bemoei¬lijken of misschien onmogelijk maken. Dit heeft hem echter nooit lekker gezeten. Toen na een anoniem schrijven vanuit Gouda de waar¬heid aan het licht kwam, werd hij ontslagen. Deken Malgré van Gouda spoorde hem aan naar Warmond te gaan om wereldgeestelij¬ke te worden. Ook zijn ouders waren het hiermee eens. Zijn vriend Heiligers uit Utrecht, toen student en later priester bij Mill Hill, spoorde hem aan naar Mill Hill te schrijven. Dat deed hij en werd aangenomen: hij heeft daar zelfs de tonsuur ont¬vangen. Hij werd later echter weggestuurd: vanwege de le¬vens¬wijze en gedrag van een van zijn broers naar men dacht, maar in fei¬te ¬wegens roken op wan¬deling, wat ten stren¬gste verbo¬den was en waarop Kees voor de tweede keer betrapt werd. Ten voor¬beeld werd hij daarom wegge¬stuurd (informatie van P.v.d.¬Deijssel, oud-overste van Roos¬endaal en, in 1929, raads¬lid van de Alge¬mene Overste, gegeven aan pater Harry Rothoff S.M.A.).
Hij gaf zijn ideaal om missionaris te worden niet op. Na een tijdje bak¬kersleerling in Am-sterdam te zijn geweest, schreef hij naar de Afrikaanse Missiën in Lyon en ontving van Père Planque als antwoord: "Venez!". En hij ging in april 1884. In mei 1885 werd hij door aflegging van de eed toegelaten tot de "Missions Africaines de Lyon", toentertijd afgekort M.A.L.
In december 1885 werd hij priester gewijd. Op Kerstdag droeg hij zijn eerste plechtige H. Mis op in Gouda.
Missionaris.
Slechts enkele maanden was hij leraar in het seminarie van de Sociëteit te Clermont-Ferrand in Frankrijk. In april 1886 viel zijn vader van 3 treedjes van de trap, was direct buiten bewustzijn en stierf kort erop. Cornelis was aanwezig op de begrafenis en ging meteen hierna naar het eiland Samos, waar¬voor hij nu be¬noemd was. Hij bleef daar tot zomer 1888. Met een benoeming voor de missie in Afrika in het vooruitzicht, kwam hij via een bedelreis door Duitsland terug naar Neder¬land. Na een paar weken vakantie bij moeder en familie in Gouda vertrok hij naar Lyon voor een gesprek met de Algemeen Overste Père Planque.
Op 12 augustus schreef hij vanuit Lyon naar zijn moeder, dat hij waarschijnlijk binnenkort naar Afrika zou vertrekken, naar de Goud¬kust missie.
"U is misschien bang dat ik spoedig dood zal gaan, maar het is ook mogelijk dat dit niet gebeurt".
Op 27 september 1888, enkele dagen voor zijn vertrek naar Elmina schreef hij vanuit Lyon aan zijn moeder dat hij niet vanuit Antwerpen zou vertrekken, waar de familie had kunnen komen om afscheid te nemen, doch vanuit Bordeaux. Doch het werd niet Elmina, maar Whydah (Ouidah) in de Prefectuur Daho¬mey, waarheen hij op 3 oktober vertrok en begin december 1888 aankwam.
Pater van de Pavoordt begon met het leren van Portugees, de toenmalige voertaal en veel gemakke¬lijker dan het Grieks in Samos, vol¬gens een brief aan zijn moeder van 4.01.1¬889. Het spreken van de inheemse taal door Europeanen was door het stam-opperhoofd verboden. Enkele maanden na aankomst moest hij overnemen van pater Dorgère, die eind maart 1889 op ziektever¬lof naar Europa ging en begin december terugkeerde. Spoedig daarna begonnen de moeilijkhe¬den.
Oorlog.
We lezen in zijn brief aan zijn moeder, gedateerd Whydah, 23 maart 1889 (dit is foutief en moet 1890 zijn!):
"Dierbare Moeder,
Het is lang geleden dat ik u geschreven heb, doch dit maal zonder mijne minste schuld. Voordat ik u begin te vertellen, wat mij is voorgevallen sedert de 15de Febru¬ari, waarschuw ik u niet te verschrikken want tamelijk verschrikkelijk zijn mijn lotgevallen geweest sedert vijf weken en weinig had het gescheeld of Kees zou thans een kop kleiner zijn. Nu echter ben ik in veiligheid en heb niets meer te vrezen; wees dus volkomen gerust".
Pater van de Pavoordt verhaalde verder dat de Fransen in oorlog raakten met de inheemse bevolking van Dahomey. De 9 Europeanen in Whydah werden gevangen genomen en aan hoofd en voeten geke¬tend. Pater Dorgère en de andere zeven Fransen zijn later het binnenland ingevoerd naar Abomey, doch pater v.d. Pavoordt bleef achter omdat hij geen Fransman was. Men zag hem voor een Duitser aan. Na acht dagen kwam hij via de bemidde¬ling van de Duitse consul Mr. Randad weer vrij. Uit de brieven aan zijn moeder blijkt, dat hij wel voor zijn leven gevreesd heeft, mogelijk zelfs als offer aan de goden.
Na negen dagen geke¬tend vastgezeten te hebben in een vunzig hok, ge¬plaagd door de tropische hitte, van hoofd tot voeten bebloed en getergd door de koorts, werd hij weer vrijgelaten. Hij schreef:
"Ik heb Whydah verlaten, gekleed in een oude toog en een gescheurde broek. Ik ben alles kwijt, zelfs mijn bre¬vier. Sedert mijn bevrijding ben ik aanhoudend ziek. Gedu¬rende mijn gevangenschap werd ik meermalen geheel naakt aan de brandende zon van Afrika blootgesteld en sinds¬dien heb ik om de acht dagen koorts. Ik lijd vreselijke hoofd¬pijn en ik heb zeker een zonnesteek opgelopen... Enfin, zeer waarschijnlijk kom ik in april of mei enige weken in Gouda passeren....".
Hij kwam echter niet naar huis, doch werd naar het veiliger Agoué gestuurd.
Vijf Franse oorlogs¬schepen patrouilleerden voor de kust. Begin Augustus 1890 werd pater van de Pavoordt benoemd tot aalmoeze¬nier van de Franse troepen in Cotonou ter vervan-ging van pater Dorgère, die aanbood als gezant van Admiraal Cuver¬ville naar het stam-opperhoofd (koning) Behanzin in Abomey, de hoofdstad van Dahomey, te gaan, waarvoor hij later door de Franse rege¬ring werd onderscheiden en Ridder benoemd in het Legioen van Eer. Een oor¬logs¬schip bracht pater van de Pa¬voordt naar Coto¬nou.
"De laatste twee maanden heb ik onophoudelijk tamelijk veel koortsen gehad. Mijn verblijf aan boord en verande¬ring van lucht doen mij veel goed. Ik begin weer mijn krachten te hernemen" (brief aan moeder 6 augustus 1890).
In zijn correspondentie naar zijn moeder en ande¬ren, rappor¬teerde Kees over de ontwikke-lin¬gen van de stri¬jd, het bom¬bar¬de¬ment van Whydah en de vre¬deson¬derhan¬de¬lin¬gen, en con¬clu¬deerde:
"Ik hoop dat de troepen de vol¬gende maand naar Fr¬ank¬rijk zul¬len vertrek¬ken eve-nals de oor¬logs¬schepen, Gode zij dank, en ik hoop dat zij nooit weer zul¬len terugkee-ren. Ik heb u van de oorzaak van deze on¬ge¬lukkige en voor Frankrijk vernederende oorlog niet gesproken, uit vrees van u te vervelen. De Daho¬meya¬nen verontschuldig ik, de Fran¬schen beschuldig ik, d.w.z. de fransche residenten; want de soldaten en offi¬cieren mar¬cheerden op bevel, maar dikwijls tegen hun wil. Enfin, Gode zij dank, de vrede is alles wat ik verlang om met ijver weer aan de bekeering van onze goede negers te kunnen wer¬ken. Dat Dahomey Dahomey blijve, is mijn innige wens; waar de Europea¬nen regeeren, kan de Missie niet bloeien".
Een tragisch gebeuren in zijn leven was ook de ziekte van zijn moeder tijdens zijn gevangenschap. Zijn lange brief aan thuis waarin hij schreef over zijn lijden en tenslotte de bevrij¬ding, kwam op 10 juli 1890, 's morgens om 8.00 uur, bij zijn familie thuis in Gouda aan: twee uur later stierf zijn moeder!
Begin februari 1891 kwam in Dahomey de brief aan van de Alge¬meen Overste, gedateerd 8.1.1891, die pater Cornelis van de Pavoordt benoemde tot econoom van de missie in Dahomey.
Keta.
In Februari 1891 moest pater Wade, overste van Keta, om gezondheidsredenen naar Europa vertrekken. Pater Thuet, zijn assistent, nam over en leidde o.a. de bouw van het nieuwe missiehuis, maar ook hij werd ziek en vertrok naar Europa. Pas hierna is er in het dagboek van Keta sprake van pater van de Pavoordt. Na vermeld te hebben dat twee paters van Agoué gehol¬pen hadden met de nieuwbouw, zegt het journaal letter¬lijk:
"Le père Dolci finit le premier étage de la maison, y mit le toit, et parti pour Agoué avec le père Martin, lais¬sant la maison à la charge du père van de Pavoordt, qui seul possédait la langue anglaise"
Keta, een mis¬siepost gelegen aan het uit¬einde van de Prefec¬tuur, was onder Brits bestuur. Omdat de paters Dolci en Martin geen Engels kenden, werd van de Pavoordt blijkbaar naar Keta gestuurd om de Ierse pater Wade op te volgen. Zijn verblijf in Keta was kort: hij was nooit volle¬dig her¬steld van de verwon¬dingen en pijnen die hij in zijn gevan¬genschap had opgelopen. Hij stierf op 20 septem¬ber 1891.
Overlijden.
De mis¬sie-overste van Dahomey, père Lecron, schreef op 24 september 1891 aan de Algemeen Overste in Lyon:
"Mijn telegram heeft u reeds op de hoogte gesteld van het grote verlies dat de missie van Dahomey heeft geleden. Onze goede pater van de Pavoordt werkte alleen in Keta sinds père Dolci naar Agoué terugkeerde. Kort voor zijn dood was hij nog in Accra geweest om daar bij het gouver¬nement de zaak van onze scholen te bepleiten, die we in januari 1892 wilden openen. Hij kreeg zelfs een subsidie toegezegd, en schreef me nog van zijn vreugde over het welslagen van zijn reis.
Toen overviel hem plotseling de ziekte die het einde zou betekenen. Op zondag 13 september na de H. Mis kreeg hij een zware koorts. Een van zijn jongens ging de dokter halen, die de ernst van de toestand inzag en de hele nacht aan het bed van de zieke doorbracht. De volgende morgen liet hij de directrice van de diaconessen ("supé¬rieure des soeurs protestantes") roepen, die welwillend de wacht en de verpleging overnam.
Vervolgens stuurde hij een speciale koerier naar Agoué (de residentie van de missie-overste red.) om me op de hoogte te stellen. Daar ik op bezoek in Whydah was, was het père Martin, die het nieuws op woensdag 16 september ontving. Hoewel zelf ziek vertrok pater Martin onmiddel¬lijk per draagmat. Hij kwam de volgende dag om 11.00 uur 's avonds in Keta aan. Intussen had de protestantse dokter iedere nacht bij de zieke gewaakt, terwijl hij overdag werd vervangen door de diacones. Al die tijd was pater Van (zoals de Fransen hem noemden red.) buiten kennis. Op vrijdag kwam hij wat bij. Hij begreep toen wat er gezegd werd, maar kon slechts met tekens antwoorden. Hij was totaal uitgeput....
Zondagmorgen, 20 september, dacht de dokter dat de crisis voorbij was, daar de zieke rustig sliep....
Die middag echter om twee uur was de koorts weer opgelo¬pen tot 39 graden. Drie kwartier later begon de dood¬strijd. Pater Martin gaf hem nog een laatste absolutie, en tegen half vier gaf onze jonge missionaris, 30 jaar, zijn ziel terug aan God.....
Heel Keta verzamelde zich rond de missie toen het droeve nieuws bekend werd...
De volgende dag ontving het nieuwe kerkhof van Keta het eerste stoffelijk overschot van een onzer missionarissen.
De 2de september heb ik nog een onderhoud met hem gehad dat me zeer getroffen heeft. Het was alsof hij een voor¬gevoel had van zijn aanstaande dood".
Hij was de eerste Neder¬landse missiona¬ris van de Sociëteit voor Afrikaan¬se Missiën en stierf, nog voordat de Sociëteit in Nederland gevestigd was.
In latere publicaties wordt dikwijls de naam Cor van de Pa¬voordt gebezigd, doch hijzelf ondertekende zijn brieven naar zijn familie met Cornelis of Kees.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- N. Douau: Biographies Missions Africaines 20.0¬9.1¬891;
- H. Rothoff in Afrikaansch Missieklokje 1932 (meerdere artikelen onder de titel: 'De Goudse Martelaar Cor van de Pavoordt');
- J.v.d. Kooij: Afrika Ontwaakt 1956, blz. 216;
- J. ter Linden in 'Onze Krant' (serie 1960-1962): 'De eerste Nederlandse S.M.A.er'.
- Th. Blom in 'Onze Krant' (sept. 1977): 'Werkers van het eerste uur'.
- J.v. Brakel: SMA missionary presence in the Gold Coast, Vol. I, pg. 87.
Recherchez .../ Search...