Société des Missions Africaines - Province de Hollande
![]() |
né le 23 novembre 1926 à Spekholzerheide dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1949 prêtre le 16 juillet 1953 décédé le 22 septembre 2001 |
1953-1975 diocèse de Kumasi, Ghana, fondateur décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 22 septembre 2001 |
Pater Wijnand RUIJLING (1926 - 2001)
Afkomst.
Winandus Bernardus Ruijling, zoon van Johannes Ruijling (1879 – 1963) en Bernardina Petronella van Onna (1885 - 1970), werd geboren te Spekholzerheide (Heilust) op 23 november 1926 en dezelfde dag gedoopt in de parochiekerk van de H. Martinus. Zijn vader, geboren te Velp, en moeder, geboortig uit Zevenaar, trouwden in 1907 te Duiven. Van de 9 kinderen zijn er vijf geboren in Zevenaar, doch de laatste van hen stierf binnen een jaar na zijn geboorte. Rond 1920 verhuisde het gezin naar Spekholzerheide, waar vader ging werken in de mijnen. Wijnand was op één na de jongste in dit gezin van vier jongens en vier meisjes. Een zus van Wijnand’s vader was de moeder van pater Frans Pas.
Opleiding.
Evenals zijn neef Frans Pas wilde Wijnand ook priester-missionaris worden en ging hiervoor, nog geen twaalf jaar oud, na de lagere school naar het missie-college van Cadier en Keer in september 1938. Hij had een moeilijke start met een leer-achterstand en de oorlogsjaren met bezetting, lucht-alarm, en bevrijding. Eindelijk kon hij, in 1947, van Keer naar het grootseminarie te Aalbeek met de bemerking: een goede en sportieve jongen, doch een zwak student. We stond hij bekend om zijn snelle dribbel op het voetbalveld en … om zijn guitigheid. Hij was gezien en kon de mensen vermaken en dit is zo gebleven tot aan zijn dood.
In 1949 werd hij lid van de Societeit door zijn eerste eedaflegging, dat in 1952 gevolgd werd door de eed voor her leven. Op 16 juli werden hij en zijn elf klasgenoten, in de parochiekerk te Hulsberg, door Mgr. Paulissen tot priester gewijd.
Missionaris.
Pater Wijnand Ruijling werd benoemd voor de missie van de Goudkust en vertrok in het najaar van 1953. Hij werd benoemd tot assistent bij Willie Huisman te Tekyiman in november 1953. In januari 1955 kreeg hij een overplaatsing naar Obuasi, waar Jan Oostenbach pastoor was. Na zijn vakantie in 1958 ging hij naar Bekwai als assistent van pater Henk Smeele en nam in 1963 van hem over als pastoor van Bekwai. Aan het eind van zijn toer in 1968 kreeg hij moeilijkheden met Mgr. Essuah, de bisschop van Kumasi, inzake zijn financiële administratie. Daarom werd hij hij, na terugkeer van vakantie in 1969, benoemd tot assistent van Jamasi bij Huub Gijselaers. Mampong, dat tijdelijk onder Jamasi viel, werd spoedig het centrum van Wijnand’s activiteit. Bovendien kreeg Kumasi een nieuwe bisschop. Eind 1971 kreeg Wijnand te horen en enkele andere paters te horen, dat de paters van de H. Geest een gedeelte van het bisdom zouden overnemen, waaronder Mampong. Na hun aankomst zou Wijnand in het Konongo-district de plaats Ejisu als hoofdstatie gaan openen. Mgr. Sarpong ging ermee akkoord dat Wijnand eerst op vakantie ging. Dit was zijn eerste vakantie na eendrie-jarige toer. Na terugkeer van zijn vakantie in juli 1972, heeft hij Ejisu geopend en daar gewerkt tot juli 1975. In juli 1975 kwam pater Ruijling opnieuw op vakantie naar Nederland.
Op advies van het provinciaal bestuur liet hij zich inschrijven voor de missionariscursus, die jaarlijks georganiseerd werd door de missiologische faculteit van de universiteit van Nijmegen. Hij vestigde zich in het nabijgelegen S.M.A. provincialaat.
Van september 1975 tot juni 1976 heeft hij deze cursus gevolgd en een werkstuk geschreven over de polygamie bij de Ashanties.
In juni 1976 schreef Wijnand naar de provinciaal:
“I have been very happy at Ejisu-Besease, exactly because the district was not so large. However, I could hardly ask the Bishop to reserve that district for me, since I would consider this unfair, if not unreasonable, vis-à-vis my colleaques.
I am convinced that working in a large district would affect my work aversely to the detriment of the people.
Lastly, I need not overstress the need for the several preparations, which I am expected to make, once I have been informed about my next appointment in the diocese of Kumasi.
Having drawn your kind attention to the above-mentioned points, I would like to ask you to contact the Rt. Rev. P.K. Sarpong, Bishop of Kumasi, in order to discuss and obtain my new appointment”.
Provinciaal Gerrit Bles informeerde hierover Mgr. Sarpong, die via zijn vicaris-generaal Wim van de Laar antwoordde:
“You may be aware that it is against the policy of this diocese to give an appointment before the appointee arrives in the diocese, for obvious reasons, which have been amply confirmed by experience. The Bishop finds it difficult to make an exception in Fr. Ruijling’s case”.
Pater van de Laar voegde hieraan toe, dat de bisschop geen probleem zag in een kleiner district of zelfs een parochie zonder buitenstaties, en schreef verder:
“By way of example I am mentioning a few: there is Bantama, to be developed from a Mass Centre into a quasi-Parish, which must include the care of the sick and pastoral care of the nurses in Komfo Anokye Hospital; there is Agogo, with the teaching at the Ecumenical Nursing School; there are new –to-be-opened Parishes with small districts like Kumawu, Kuntanase etc.”
In een privé-brief aan vice-provinciaal Konijn schreef de vicaris, dat de bisschop waarschijnlijk het liefst zou hebben dat Wijnand Bantama, aan zou nemen, maar dan moet hij voorlopig in de kathedrale parochie zijn intrek nemen, want er is nog geen missiehuis.
Wijnand was niet tevreden over het antwoord uit Kumasi en ook een gesprek op 24 augustus met Mgr. Sarpong, op bezoek in Nederland, bracht voor hem geen bevredigend antwoord. Hij bleef onzeker en was bang dat de bisschop hem te hoog zou inschatten en hem zou overvragen. Hij vroeg bedenktijd. In november 1976 besluit Wijnand niet terug te gaan naar Ghana.
Het bestuur nam contact op met het bisdom Roermond en dat leidde tot een benoeming als kapelaan van de parochie O.L. Vrouw va Lourdes en van de parochie H. Gulielmus te Maastricht.
“Deze benoeming gaat in op 8 januari 1977. Uw bijzondere zorg dient uit te gaan naar de inwoners van de parochie H. Gulielmus”.
In feite was hij pastoor van deze parochie, ofschoon hij juridisch kapelaan was onder pastoor Widdershoven van de Lourdesparochie. In de Gulielmusparochie vierde hij in 1978 ook zijn zilveren priesterfeest. Na overleg met het S.M.A.-bestuur en het bisdom kreeg Wijnand, met ingang van 29 februari 1980, ontslag van het bisdom om zich te kunnen aansluiten bij de S.M.A, in het bisdom Aken. Na een paar maanden inwerkperiode in de parochie te Eschweiler, heeft hij van augustus 1980 tot april 1984 als kapelaan van St.Peter, Düren-Birkesdorf, met de titel ‘Vikar’. In mei 1984 werd hij pastoor van Herzogenrath-Bank.
Zijn zus Marie, een weduwvrouw, ging met hem mee om voor de huishouding te zorgen, zoals zij ook al in Maastricht gedaan had.
Met plezier heeft Wijnand in Bank gewerkt en daar ook goede contacten met de mensen in zijn parochie opgebouwd. Hij nam deel aan de ‘Conveniat’ i.e. degeregelde bijeenkomsten van de nederlandse S.M.A.-leden in het bisdom Aken, en was een regelmatige bezoeker van het missiehuis te Cadier en Keer.
Gestorven.
Doch geleidelijk begon zijn gezondheid meer problemen te geven. Het begon met huidkanker, doch daar kwam bij, dat hij diabeet werd en last kreeg van zijn hart. Eind 1998 werd de toestand zo slecht, dat hij de parochie moest verlaten. Hij kwam naar het missiehuis te Cadier en Keer. Met pijn in het hart vroeg hij tenslotte ontslag aan als pastoor van de parochie ‘St. Mariä Verkündigung’ te Herzogenrath-Bank, dat hem met ingang van 30.04.1999 verleend werd. Na een serie bestralingen voelde hij zich weer wat beter en nam op 27 juni 1999 officieel afscheid van de parochie. Doch zijn lijdensweg ging door. Meerdere keren moest hij een serie bestralingen ondergaan. Hij bleef een aanwinst voor de communiteit, zoals dat in een ‘in memoriam’ tijdens de uitvaartdienst naar voren werd gebracht.
Op 22 september 2001, is hij ’s morgens rond 8 uur wegens een hartstilstand overleden. Hij werd 74 jaar oud. Op 26 september herdacht pater van Brakel tijdens de avonddienst zowel Wijnand Ruijling als Sjef Lennertz, die eveneens de volgende dag, doch in de morgen, begraven werd. Op 27 september, in de namiddag, zat de kapel vol met mensen: familieleden en parochianen uit zijn parochie van Herzogenrath-Bank, doch ook veel confraters en oud-collega’s. Overste Wim van Frankenhuijsen leidde de dienst met de provinciaal en de overige klasgenoten, behalve Lambert Meurders, omdat die het orgel bespeelde.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 125, december 2001.
Recherchez .../ Search...