Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 14 avril 1920 à St Odiliënberg dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1940 prêtre le 12 mars 1944 décédé le 27 septembre 1974 |
1945-1961 Cadier en Keer et Herlear, professeur décédé à Lolobi, Ghana, le 27 septembre 1974 |
Pater Jan BACKES (1920 - 1974)
Afkomst.
Joannes Gerardus Hubertus Backes, zoon van Joannes Hubertus Backes en Maria Hubertina Francisca Peeters (+ 1961), werd geboren te St. Odiliënberg op 14 april 1920. Hij had één broer en meerdere zusters.
Opleiding.
Na de lagere school in zijn geboorteplaats St. Odiliënberg, ging Jantje, zoals hij ook later steeds werd genoemd vanwege zijn kleine gestalte, naar de missionarisopleiding van de paters van Cadier en Keer. Van 1932 tot 1938 deed hij zijn middelbare studies en ging toen naar Hastings in Engeland voor de hogere studies. Na zijn eerste jaar philosophie, tijdens de zomervakantie, brak de oorlog uit tussen Duitsland en Enge¬land en werd het seminarie vanwege de strategische ligging aan de kust, gevor¬derd door het britse leger. Komst van nieuwe stu¬denten en terugkeer van de theologanten waren niet moge¬lijk. Het S.M.A. bestuur zocht en vond een alterna¬tief onder¬komen in een Jezuïeten¬klooster te Aalbeek, waar de studie werd voortge¬zet in november 1939. Jantje heeft daar ook zijn tweede jaar phi¬losophie gedaan, dat hij afsloot met de aflegging van de eed op 15 juli 1940, waardoor hij lid werd van de Sociëteit.
Hierna begon hij aan de vierjarige cursus theologie.
Op 15 juli 1943 legde hij de eeuwige eed af, waarna hij ver¬vol¬gens, met tussenpozen, de wijding van subdiaken, diaken en priester heeft ontvangen. Deze laatste wij¬ding ges¬chiedde in de parochiekerk van de H. Clemens te Huls¬berg op 12 maart 1944 door Mgr. van Roosmalen CssR.
Missionaris.
Tijdens zijn seminarietijd was Jantje Backes niet alleen een goede voetballer, doch volgens het oordeel van de staf ook een goed student, die geschikt leek als opvoeder van de jeugd.
Het was daarom niet verwonderlijk dat hij werd benoemd tot leraar aan het kleinseminarie te Cadier en Keer en later te St. Michielsgestel.
In 1945 kreeg pater Backes de opdracht M.O. aardrijkskunde te gaan studeren aan de R.K. Leergangen te Tilburg. Daarnaast gaf hij les in nederlands en frans en had, zoals toentertijd alle jonge paters in het seminarie, veel surveillance in studie¬zaal, eetzaal, slaapzaal, tijdens de recreatie en op wande¬ling. In 1947 werd hij voor een invalbeurt overgeplaatst naar Nieuw Herlaer, om daar latijn te geven. Hij vond het na een paar jaar toch noodzakelijk om de provinciaal te informeren dat hij het niet geven van lessen betreffende zijn eigen vakstudie aard¬rijkskunde, als een niet te onderschatten manco voelde. Terug in Keer, kreeg hij opdracht les te geven in duits, na¬tuurwetenschappen en ook aardrijkskunde. Hij slaagde er echter niet in zijn M.O. studies af te ronden.
Ook gingen veel gege¬vens verloren bij de brand van het missie¬huis in 1954. In 1961 kreeg hij de gelegenheid om naar Amerika te gaan en daar in New York, aan de Colombia Universiteit, te gaan stude¬ren. De reis ging nog per boot. Meerdere leden van de neder-landse provincie studeerden in die tijd in New York. Gerard Bles had onderdak gevonden voor Jantje Backes op een pastorie, waar ook Willie Zijlstra al tijdelijk gelo¬geerd had. Enkele weken na aankomst kreeg pater Backes het droevige be¬richt dat zijn moeder over-leden was. Hij schreef:
"Zeventien jaar ben ik als priester in haar buurt geweest en als ik nauwelijks een maand weg ben, dan gebeurt dit zonder dat ik haar zelfs maar een kruisje kan geven. Fiat!"
In mei 1963 rondde hij zijn studies af met de scriptie "Cura¬çao. The importance of location". Hij had nu zijn begeerde kwalificatie M.A. geografie (Master of Arts degree in geogra¬fie), wat hem het recht verleende aan de middelbare scholen in engelssprekend Afrika les te geven. In september 1963 is hij vertrokken naar Ghana, waar hij benoemd was als leraar aan het kleinseminarie te Amisano. Na een jaar is hij overge¬gaan naar het kleinsemi¬narie Lolobi van het Keta-Ho bisdom. Naast leraar aardrijks¬kunde was hij ook geestelijk leider van de studenten en ging op assistentie in de omliggende plaatsen.
Een keer heeft hij, voor vakantie op weg naar Nederland, het vliegtuig in Duitsland met veel pijn moeten verlaten voor een spoedopname in het ziekenhuis; een ingreep was noodzakelijk omdat vanwege de prostaat het urineren geblok¬keerd was.
Gestorven.
Op 3 september 1974 maakte pater Backes, volgens goede be¬staande tradi¬tie, zijn geestelijk testament met daarnaast een zakelijke beschrijving van zijn laatste wil. Voelde hij zijn einde naderen?
Op vrijdag 27 september 1974 was Jan nog aan tafel bij het middageten. Tijdens de siësta werd hij niet goed en riep toen Gerard Lukassen, pastoor van Jasikan, die in Lolobi op bezoek was. Toen men hem voorstelde naar het ziekenhuis in Kpandu te gaan, zei Jan dat hij bang was dat niet meer levend te halen. Men maakte zich toen klaar om hem naar Hohoe te brengen. Intussen raakte hij echter buiten bewustzijn. Lukas¬sen heeft hem nog de ziekenzalving gegeven. Even hierna is hij rustig gestorven in het bijzijn van Wim van Franken¬huijsen, Nico Steemers, John Adanfo en Gerard Lukassen. Hij werd 54 jaar.
Volgens afrikaanse gewoonte arriveerden op zaterdagmorgen half tien de paters Mozes Odumah en Evaristus Amegadzi te Winneba om aan de regio¬naal overste dit tragisch overlijden officieel mee te delen. Vanuit het bisdom was door J. Wagemakers reeds per telegram bericht ge¬stuurd naar bisschop Konings, op vakan¬tie in Nederland, en naar de provin¬ci¬aal overste te Nijmegen.
Het geestelijk testament van pater Backes, waarin hij dank uitsprak aan vader en moeder, broer en zusters, de S.M.A., confraters etc. en waarin hij vergeving vroeg voor tekorten, eindigde als volgt:
"Mocht er nog iemand zijn die ik zelf nog iets te verge¬ven heb, laat hij of zij dan weten, dat ik dit reeds van harte gedaan heb".
Op 30 september 1974 heeft waarnemend regionaal Koos Janssen dit doorge¬briefd.
In het zakelijk testament stond o.a.:
"Mijn laatste rustplaats zou ik graag hebben ergens op het compound van Lolobi Seminary."
De middag van overlijden kwamen de studenten terug van vakan¬tie. Het lijk werd opgebaard in de kapel. Zaterdagavond werd de nachtwake gehouden. Zondagmiddag om 2 p.m. werd de overle¬dene, volgens zijn wens, begraven naast de kapel van het semina¬rie. De plechtige Requiemmis werd geconcelebreerd door 34 priesters, waaronder hulpbisschop Mgr. Lodonu.
Op zaterdagmiddag 28 september 1974 om 17.46 kwam het telegram met het overlijdensbericht van pater Backes te Arnhem aan en werd onmiddellijk hierna op Huize Tafelberg te Oosterbeek bezorgd. Het provinciaal bestuur (Bles-Konijn) was naar Utrecht om met de oude vader Suijkerbuijk de begrafenis te regelen van zijn zoon, die op dezelfde dag als pater Backes was gestorven.
De volgende dag zijn de paters Konijn en van Brakel na de zondagsdienst naar St. Odiliënberg gegaan om de 84-jarige vader van pater Backes, die bij dochter Fien en haar man inwoonde, te informe¬ren over de dood van zijn zoon. Daarna zijn ze naar Posterholt gegaan voor een gesprek met Mgr. Konings, die daar bij zijn zus verbleef, en die inmiddels reeds per telegram uit Ghana van dit verlies voor zijn bisdom op de hoogte was.
In de basiliek van St. Odiliënberg vond op zaterdag 5 oktober een plechtige Eucharistieviering plaats voor de zielerust van hun dorpsgenoot, waarin zijn missiebisschop Mgr. Konings voorging.
De oude vader overleed in juli 1976, op 86-jarige leeftijd.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. ter Linden in 'Onze Krant', december 1974.
- The Standard, 6 Oct. 1974.
Recherchez .../ Search...