Société des Missions Africaines – Province de Hollande
![]() |
né le 17 mai 1919 à Breda dans le diocèse de Breda (Hollande) membre de la SMA le 15 juillet 1939 prêtre le 28 mars 1943 décédé le 22 octobre 2004 |
1943-1944 études universitaires à Nimègue décédé le 22 octobre 2004 à Cadier en Keer, |
Father Leo van GASTEL (1919 - 2004)
Afkomst.
Leonardus Franciscus van Gastel, zoon van Anthonie Franciscus van Gastel en Leontine Maria van der Mijnsbrugge, werd geboren te Breda op 17 mei 1918. Hij was de enige jongen in dit gezin. Na hem werden nog vier meisjes geboren.
Opleiding.
Na de lagere school ging Leo, zoals hij genoemd werd, naar het seminarie van de SMA, eerst Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel en van daaruit in 1934 naar het missiehuis te Cadier en Keer. In 1937 vertrok hij naar Hastings in Engeland voor de studie van philosophie en theologie.
Voor toelating tot de eerste eed werd Leo in eerste instantie door de staf afgewezen op medische gronden, gebaseerd op dokter’s rapport. Provinciaal ten Have insisteerde op een nieuw onderzoek in Nederland. Op 3 juni 1939 schreef Algemeen Overste M. Slattery aan Provinciaal ten Have:
“I understand that Mr. Leon van Gastel has been already sent home and that is why he has been examined medically at Keer. If this assumption is correct, kindly submit the case again to the Council of the Seminary with the certificate of the Keer doctor. One view appears a medical common-sense view, the other has the appearance of hiding the man behind a world of scientific details. I am personally inclined to side with the doctor who sees with his natural eyes rather than with the specialist who sees with the eyes of what may or may not be science. We can’t control, we don’t like to accept as blind people”.
Leo van Gastel werd toen alsnog toegelaten. Op 15 juli 1939 heeft hij zijn eerste Eed afgelegd. Hij heeft later meer dan veertig jaar in Afrika gewerkt!!
Tijdens de zomervakantie van 1939 brak de oorlog uit en maakte terugkeer naar Engeland onmogelijk. Alternatieve huisvesting werd gevonden in een klooster van de paters Jezuïeten te Aalbeek, waar de studies vanaf november 1939 konden worden voortgezet.
Voor zijn toelating tot de eeuwige eed en hogere wijdingen constateerde de staf een positieve ontwikkeling in deze joviale en goedaardige jongeman: ‘good character’.
Andere bemerkingen: ‘un peu vaniteux; un peu affecté;
Aptitudes spéciales: Littéraires (Déclamation).
Hij werd op 28 maart 1943 met zijn klasgenoten in de parochiekerk van Hulsberg door Mgr. Lemmens, bisschop van Roermond, priester gewijd.
Missionaris.
Vanwege de oorlog was vertrek naar Afrika onmogelijk. Zoals velen van hen, die onder de oorlog gewijd zijn, volgde ook Leo van september 1943 tot juli 1944 de missiekursus, die aan de universiteit van Nijmegen gegeven werd. Daarna werd hij benoemd tot tijdelijk leraar latijn in de kleine figuur aan het SMA opleidingshuis Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel. Het werd een rommelig jaar. Eerst kwam het oorlogsgeweld, waarbij bijna alle ruiten van het huis sneuvelden. Na de bevrijding kwamen de studenten geleidelijk, de een na de ander, weer binnendruppelen. Bij de opening van het nieuwe schooljaar in september 1945, werd Leo niet meer opgenomen in de lijst van leraren. Hij was benoemd voor de missie van de Goudkust en zat, zoals zovelen, te wachten op transport. Veel boten waren gedurende de oorlog getorpedeerd. Met de drie andere op vertrek naar Afrika wachtende stafleden, Martien Keinhorst, Cor van Oers en Harrie Portier, werd een feestavondje met voordracht, zang en muziek, als afscheid voor de studenten voorbereid. Leo maakte indruk als knappe jonge pater met mooi golvend haar en stralende ogen. Hij zong over een boer uit Zwitserland en declameerde over de schoonheid van de stad Breda, dat vanwege de chocoladefabriek daar, hem als student en leraar al de bijnaam ‘Kwatta’ had opgeleverd. Tevens vermaakte hij de studenten met zijn stepdansen. Zelfs tijdens zijn missionarisleven zal hij nog vele vrienden daarmee vermaken.
Op 22 april 1946 vertrok hij met de boot naar Afrika. Na aankomst in de Goudkust (sinds 1957 Ghana), werd Leo benoemd voor het vicariaat Kumasi, waar Mgr. Paulissen bisschop was. Leo’s eerste missiepost was de statie Bechem in Brong Ahafo. Joseph Mulders was hier al jaren lang pastoor. Ook diende deze missiepost in die jaren als een vooropleiding voor jongetjes die naar het seminarie wilden, een soort ‘pre-seminary’. Een half jaar na Leo’s aankomst, - een tijd waarin hij zich vooral bezig hield met het leren van de taal en de gewoonten van de mensen – ging zijn pastoor op vakantie naar Nederland. Tot de terugkeer van Joseph Mulders in Oktober 1947, nam Toon Domensino tijdelijk over. Hij was pas een paar maanden in Ashanti. Gedurende de oorlog was hij in Nederland en daarvoor had hij 16 jaar in het vicariaat van de Beneden Volta gewerkt.
Leo raakte betrokken bij een incident met vérstrekkende gevolgen. De Aartsbisschop van Kumasi, Mgr. Dr. Peter K. Sarpong, werd bij zijn terugkeer in Ghana van het Eucharistisch Congres in Mexico geïnformeerd over het overlijden van pater Leo van Gastel. Hij zond onmiddellijk per e-mail zijn condoleances in een uitgebreid schrijven naar de Provinciale SMA Overste Jos Pijpers. Tijdens de uitvaartdienst las pater Pijpers deze brief voor. Hierin lezen we:
“Fr. Van Gastel has devoted his entire working life to the Diocese of Kumasi. I met him in 1946 at Bechem, at the age of 13, when I was a pre-seminarian. I became his “Mission boy” (as they called those of us serving priests), swept his room, made his beed, cooked for him on trek, interpreted his sermons, served his Mass and did what he asked me to do He loved me and I was appreciative.
I owe my priesthood in large part to him. The parish priest, with whom he was working, at one time dismissed me from the Mission house because ‘Peter Sarpong, your voice is too shrill!!’ I left the Mission house and went in search of accommodation in town and got one. But when three days afterwards Fr. van Gastel learnt of this, he told me: ‘don’t mind that fool; just stay and avoid him’. So I stayed but whenever the parish priest (whose name it will not be proper to mention here) was coming, I went and hid under Fr. van Gastel’s bed, as he had instructed me to do. After doing this for two weeks, I could once more appear before the parish priest as, apparently, he had forgotten my “shrill” voice or, should I say, I had learnt to control my voice”.
In juni 1950 ging Leo op vakantie naar Nederland. Bij terugkeer in januari 1951 werd hij tijdelijk benoemd voor de missiepost Maase Offinso. Bij terugkeer van Huub Gijselaers ging Leo naar de stad Kumasi. Daar zou hij blijven tot zijn definitieve terugkeer naar Nederland in 1987.
Door de instelling van de kerkelijke hiërarchie was het Vicariaat van Kumasi in het Heilig Jaar 1950 een bisdom geworden. In 1951 vond in Kumasi het eerste nationale Eucharistisch Congres van Ghana plaats. Daarna ging Mgr. Paulissen op vakantie. Hij werd door het SMA bestuur, mede om gezondheidsredenen, overgehaald om zijn ontslag aan te vragen. Tegen de uitgesproken wens van de plaatselijke bevolking in, werd er geen Afrikaanse of Britse opvolger benoemd, doch op voordracht van de Apostolisch Delegaat Mgr. David Matthews, een andere Nederlander: Mgr. André van den Bronk SMA. Hij was voordien 15 jaar missionaris in Ghana geweest en nu bisschop in Heliopolis, Egypte.
Mgr. A. van den Bronk kwam aan in Kumasi in mei 1952. Hij benoemde pater van Gastel om over te nemen van pater Willem Meelberg als econoom van het bisdom. In feite nam Mgr. van den Bronk zelf de financiële administratie van het bisdom over: zijn hobby en zijn vaardigheid. Leo was hierbij zijn assistent. Al spoedig werd Leo hierdoor geduid door zijn confraters als ‘het potloodje’ van de Bisschop. Met de verworven kennis en Mgr. Van den Bronk’s systeem heeft Leo wel onder de volgende drie bisschoppen van Kumasi mogen dienen als diocesaan econoom. Zijn gevoel voor relativering en humor stelde hem in staat om trouw zijn diensten te bewijzen onder vier bisschoppen, die geheel verschillend van aard waren. Aartsbisschop Sarpong getuigt:
“In spite of the fact that I had been his boy in the 40s, he treated me with respect, love and devotion as my Bursar. There was no doubt inevitable frictions here and there but if Fr. van Gastel insisted on not spending money where I thought it was in the better interest of the Diocese to do so, his motivation was never to leave the Diocese in financial difficulty”.
Leo was een joviaal iemand, een warm gastheer, die voor iedereen aandacht had:
- voor de missionarissen uit het noorden, op doorreis naar Accra, die door Leo van harte welkom werden geheten vanuit zijn kantoor met een groot openliggend kasboek op zijn bureau;
- voor zijn collega’s uit het bisdom, die altijd bij hem terecht konden;
- voor heel veel doktoren en verpleegsters, die altijd bij hem hun problemen konden uitpraten; met velen van hen, en ook met andere landgenoten van de brouwerij en andere bedrijven, ging hij om als vriend, bezocht hen met zijn goede vriend pater Wim van de Laar, en vermaakte hen bij gelegenheden met declamatie, voordracht en muziek; hij stepdanste, speelde Sinterklaas (zelfs op paard) voor de kinderen van de Nederlandse families.
Ook een andere zijde werd door Mgr. Sarpong benadrukt:
“Even as Bursar, Fr. van Gastel did not neglect pastoral concerns. He was in effect the chaplain to St. Louis Training College, where he said Mass almost on a daily basis. He was in love with the prisons and took the prison apostolate very seriously. He made friends with Ghanaian and non-Ghanaian alike. He was simply a great man”.
Speels eindigde de Aartsbisschop zijn brief met de zin:
“Fr. Van Gastel, fare thee well. Ho lala, sleep well”.
Holala, was Leo’s stopwoordje. Iedereen in en rond Kumasi kende Father Holala.
In 1987 kwam pater van Gastel definitief terug naar Nederland, na meer dan 40 jaar lang missionaris geweest te zijn in Ghana.. Na een welverdiende rust, ging Leo op 1 maart 1989 naar Bergen op Zoom om Rector te worden van St. Catharina, het moederhuis van de Congregatie van Zusters Franciscanessen van Bergen op Zoom, en tevens Zorgcentrum / KVH St. Catharina voor verzorgingsbehoeftige bejaarden, religieuzen en leken. Leo Op ’t Hoog was er een maand geweest, doch moest wegens een herseninfarct vertrekken. Bijna tien jaar lang heeft hij als pastor gewerkt in dit grote gebouwencomplex met over 400 inwoners: Zusters en Leken. Daar heeft hij veel oudere mensen begeleid in de laatste fase van hun leven en hun een waardig afscheid bezorgd. Rond de 600 bewoners heeft hij begeleid naar hun laatste rustplaats.
In 1989 werd Leo 80 jaar. Een jongere priester uit Bergen op Zoom wilde wel graag dit pastoraat overnemen. Ook Leo’s gezondheid begon problematisch te worden. Met pijn in zijn hart heeft hij op 5 juni 1989 afscheid genomen van het Zorgcentrum St. Catharina. Hij verhuisde tijdelijk naar Huize De Tafelberg in Oosterbeek. Dit werd in december van datzelfde jaar gesloten en de bewoners verhuisden naar het Missiehuis te Cadier en Keer.
Gestorven.
Op 21 december 1998 verhuisde Leo naar Cadier en Keer. Tijdens zijn verblijf daar maakte hij zich zeer bemind door zijn vrolijke aard en prettige omgang. Hij las veel en hield het wereldgebeuren bij. Hij was traditioneel vroom en zeer regelmatig in gebed en andere gemeenschappelijke godsdienst oefeningen.
Leo hechtte sterk aan zijn familie en had een wijde kennissenkring. Met meerderen van hen onderhield hij zeer warme contacten. Zijn gezondheid ging echter steeds meer achteruit. Regelmatig moest hij voor een bloedtransfusie naar het ziekenhuis.
Deze blijmoedige mens, die zozeer aan het leven hechtte, had er dan ook veel moeite mee toen het duidelijk werd dat een ongeneeslijke ziekte zijn eigen einde aankondigde. Hij heeft dit voor hem zeer pijnlijke nieuws als een man en diepgelovig mens dapper gedragen. Het proces van zijn leverkanker woekerde voort en bezorgde hem een paar pijnlijke laatste weken.
Op 22 oktober 2004, ’s nachts rond 3 uur, met collega Harrie van Hoof, wakend naast zijn bed, is hij rustig ingeslapen. Hij werd 86 jaar oud.
Provinciaal Overste Jos Pijpers ging voor in een plechtige Eucharistieviering in de kapel van het Missiehuis te Cadier en Keer. Naast familie en confraters, waren vele vrienden en bekenden aanwezig om afscheid van hem te nemen, met name medisch personeel, die met hem in Ghana gewerkt hadden. Hij is naast zijn collega’s op het missionarissen kerkhof begraven.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie SMA, Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 134, december 2004.
Recherchez .../ Search...