Société des Missions Africaines – Province de Hollande

né le 15 juillet 1909 à Roermond dans le diocèse de Roermond (Hollande) membre de la SMA le 15 juillet 1935 prêtre le 17 décembre 1938 décédé le 31 octobre 1941

1939 Bemelen, économe, comptabilité 1940-1941 malade des reins décédé à Bemelen, Hollande, le 31 octobre 1941, à l’âge de 32 ans

A Bemelen (Hollande), le 31 octobre 1941, retour à Dieu du père Louis Helwegen, à l'âge de 32 ans.

Louis Helwegen naquit dans le diocèse de Roermond, en 1909. Après ses études secondaires, il se spécialisa dans les sciences commerciales et devint comptable à Herlen. En 1933, il entrait aux Missions Africaines. Il fit son grand séminaire à Bemelen et à Hastings. Il fut ordonné prêtre en 1938.

Le père Helwegen était un confrère ouvert et sociable. Atteint de la maladie d'Addison qui est incurable, il ne put offrir à la Société et aux missions que ses souffrances physiques et surtout morales.

Pater Louis HELWEGEN (1909 - 1941)

Afkomst.

Aloysius Maria Franciscus Helwegen, zoon van Franciscus Huber¬tus Helwegen en Theresia Janssen, werd op 14 juli 1909 als tweede kind in een gezin van zes kinderen geboren te Roermond, waar zijn ouders een schoenzaak hadden in de Schoenmakers¬straat nr. 9.

Opleiding.

Na de lagere school ging Louis, zoals hij thuis werd genoemd (later Loetje voor zijn vrienden op het seminarie), naar het Bisschoppelijk College in Roermond van 1921 tot 1926. Na zijn A-diploma H.B.S. haalde hij het M.O. diploma boekhouden.
Intussen ging hij aan het werk o.a. bij de accoun¬tantsafdeling van Philips van sept. 1929 tot en met mei 1930. Ook werkte hij enkele jaren als assistent-accountant te Heerlen. Hij was ook, zonder dat iemand het wist, stilletjes bezig latijn en grieks te leren.

In september 1933 vroeg hij opname bij de Afrikaanse Missiën en begon te Bemelen met zijn studie philosophie en daarnaast Latijn en Grieks. Op 15 juli 1935 werd hij tijdelijk lid van de Sociëteit en ging daarna naar Hastings in Engeland voor de studie van de theologie van 1935 tot 1939. In het vierde jaar werd hij op 17 december 1938 door Mgr. Amigo priester gewijd.

Missionaris.

Groot was zijn teleurstelling toen hij op 28 oktober 1939 schriftelijk zijn benoeming kreeg van provinciaal J. ten Have: hij werd benoemd tot directeur van de drukkerij / binderij van de Sociëteit te Bemelen met broeder Willem van Leeuwen als bedrijfslei¬der. Tevens werd hij hoofd van de administratie (propagan¬da/ fondswerving) met pater Antoon Peeters als ad¬junct-administrator.

Teleurgesteld schreef hij 2 dagen erna een brief aan het Provinciaal bestuur, hen bedankend voor het vertrouwen in hem gesteld. Hij schreef kennis te hebben genomen van hun wens om er een winstgevend drukkersbedrijf van te maken. Hij kon hun dit op dat moment niet toezeggen, want hij kon alles nog niet over¬zien. Mochten instructies van hogerhand volgens zijn inzicht een efficiënte bedrijfsvoering in de weg staan, dan zou hij niet dralen hun daarvan op de hoogte te stellen.
"Ook kan ik U mededeelen dat ik nooit m'n moreele steun wil verleenen aan bedrijfsvoering die niet overeenstemt met de door de sociale organisaties uitgestippelde lij¬nen. Ik zeg dit omdat ik meen te weten dat hier punten zijn waar verschil van mening en zelfs beoordeling moge¬lijk is. De redenen waarom ik hier erover spreek is omdat ik weet dat dit precies 't moeilijke punt is voor 'n drukkerij als de onze."
Het zullen. naar mijn mening, niet enkel theoretische redenen geweest zijn, dat deze neomist dit in deze brief schrijft.
Niettemin aanvaardde pater Louis Helwegen deze benoeming, doch voegde eraan toe:
"Dit betekent niet dat ik door stilzwijgen ook maar 't minste van mijn goed recht wil prijsgeven om zoo spoedig als maar eenigszins mogelijk is, mij naar de missie te laten vertrekken. M'n standpunt in deze is zelfs buiten 't gewone recht, en de wenselijkheid, beiden nog pas zoo beklemtoond door den H.H. Generaal Overste, nl. 't feit dat bij aanname in de Sociëteit men me verzekerd heeft, dat ik naar de missie kon gaan. 't Feit dat men me speci¬aal hier kon gebruiken was toch toen ook bekend, terwijl m'n administratieve kennis toch in de missie van zeker evenveel nut kan zijn. Ook m'n oudere leeftijd wettigt m'n spoedig vertrek naar de missie. 't Lijkt me dan ook billijk dat U wegen vindt mij zo spoedig mogelijk "los" te maken."

Gestorven.

Loetje, klein van gestalte, maar groots in openhartig¬heid, plichtsbetrachting en sociaal gevoel en aanpak, zou inderdaad maar kort deze taak vervullen. Niemand kon dit tevoren weten, hijzelf evenmin. Eind mei 1940 constateerde men in het zieken¬huis te Roermond bij hem een ernstige nierziekte. Na een verblijf van twee maanden in het ziekenhuis te Roermond, ging hij voor een rustperiode naar zijn ouders. In oktober 1940 keerde hij terug naar Bemelen, niet om te werken - daartoe was hij niet in staat - maar om te rusten. Gestadig woekerde de ziekte verder. In juli 1941 werd Louis opnieuw in het zieken¬huis opgenomen, nu in Maastricht. Op 22 september 1941 ging hij weer naar zijn familie voor een rustperiode. In de morgen van 30 oktober 1941 ontving hij nog de H. Communie. Later in de morgen kreeg hij plotseling een inzinking. Pater Provinci¬aal werd gewaarschuwd om hem te komen bedienen, doch bij zijn aankomst was hij al buiten kennis. Kapelaan Op 't Veld had hem reeds het sacrament der zieken toegediend. De volgende morgen, 31 oktober 1941, om half negen, stierf hij; slechts 32 jaar oud.

Op dinsdag 4 november 1941 was de plechtige uitvaartdienst in de kathedraal van Roermond. Hij is daarna ook te Roermond begraven. Daags erna werd in Bemelen een plechtige dienst voor hem gehouden, voorafgegaan door het zingen van de Lauden. Afvaardigingen van de Sociëteitshuizen in Cadier en Keer en Aalbeek namen hieraan deel.

De zwaar beproefde familie Helwegen:
- verloor moeder (longontsteking) reeds voor de pries¬ter¬wijding van Louis;
- in 1940 was de oudste zoon verdronken;
- in 1941 stierf hun jonge priester Louis;
- in 1945 vond hun andere priesterzoon Frans de dood in het concentratiekamp Buchenwald.

Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Th. Blom in 'Onze Krant' nr. 47, maart 1981.