Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 3 septembre 1916 à s’Heerenberg dans le diocèse d'Utrecht, Hollande membre de la SMA le 28 juin 1937 prêtre le 6 juillet 1941 décédé le 8 novembre 1996 |
1941-1945 Cadier en Keer, professeur de lettres classiques décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 8 novembre 1996, |
Pater Wim RUIKES (1916 - 1996)
Afkomst.
Petrus Wilhelmus Ruikes, zoon van Henricus Gijsbertus Ruikes (1885 - 1979) en Johanna Geertruida van Gessel, werd geboren te 's Heeren¬berg op 3 september 1916, waar hij dezelfde dag gedoopt werd in de parochiekerk van de H. Pancratius. Zijn dagelijkse roepnaam werd Wim. In dit grote gezin was Wim een kind uit het tweede huwelijk. Vader Ruikes was eerder gehuwd geweest met Willemina Maria Verhoeven.
Opleiding.
Na de lagere school te 's Heerenberg en één jaar MULO, kwam Wim in 1929 naar het missieseminarie 'Nieuw-Herlaer' te St. Michielsgestel, waar toentertijd de eerste twee jaren van de S.M.A.- missionarisopleiding waren. Van 1931 tot 1935 vol¬tooide hij de humaniora te Cadier en Keer. Te Bemelen begon hij de studie van de philosophie, doch eind 1935 werd deze over¬geplaatst naar het seminarie 'Ore Place' te Hastings in Enge¬land. Daar werd hij, op 28 juni 1937, door eedaflegging lid van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (S.M.A.).
Te Hasti¬ngs was ook de theolo¬gische oplei¬ding geves¬tigd. Tij¬dens de vakantie in 1939 brak de oorlog uit, zodat terug¬keer naar Engeland onmoge¬lijk werd. In novem¬ber 1939 kon de studie hervat worden in het gehuurde seminariege¬bouw van de Jezuïeten te Aalbeek. Op 6 juli 1941 heeft Mgr. Lemmens, bisschop van Roermond, hem en zijn klasgenoten priester gewijd in de paro¬chiekerk van de H. Clemens te Huls¬berg.
Tijdens al die jaren van opleiding was het oordeel van de staf nagenoeg eensluidend: een goed student met een scherp verstand en goed geheugen, een harde werker, wat stug in de omgang, zelfbewust, onafhankelijk en een sterke wil.
Missionaris.
Het merendeel van de acht gewijden werden benoemd voor de missie, ook al konden ze vanwege de oorlogstoestanden, nu niet meteen vertrekken. Wim werd niet voor de missie benoemd doch als leraar in het missiehuis te Cadier en Keer. Op 10 juli 1941 schreef provinciaal ten Have:
"Gelieve u ter beschikking te stellen van de Zeereerw. Pater Wouters, overste van Cadier en Keer.
U zult wel zo goed willen zijn, alvorens op vakantie te gaan, naar P. Wouters toe te gaan om met hem over uw aanstaand werk te spreken, teneinde u daarop voor te bereiden."
Tijdens het verdere verloop van de oorlogsjaren was Wim leraar in Cadier en Keer. Hij was tevens, in deze gevaarlijke tijd van luchtalarm en mogelijke bombardementen en beschietingen, met de paters Eerden, Coolen en Reckmann belast met de interne brandweerclub van het seminarie, L.B.D. genaamd ('Lucht-Be¬schermings-Dienst').
In navolging van het missiehuis Nieuw Herlaer werd ook te Cadier en Keer een 'Studenten-Missie-Actie' opgericht, waarvan Wim Ruikes de eerste moderator werd. Tevens studeerde hij voor het staatsexamen, waar¬voor hij op 5 juli 1944 slaagde. In juli 1945 kreeg pater Ruikes opnieuw een schrijven uit Bemelen van provinciaal ten Have:
"Hiermee heb ik het genoegen u mede te delen dat wij, de Provinciale Raad en ik, besloten hebben u van uw taak als leraar te ontheffen, teneinde u in de gelegenheid te stellen te gaan studeren in Nijmegen en wel 'in de Clas¬sieken'.
Uw talenten en uw werklust vooral kennende, twijfelen we er niet aan of u zult slagen in het behalen van de Aca¬demische graden. Wij wensen u veel succes toe!"
Wim ging naar Nijmegen, waar hij verbleef in het Piusconvict.
In 1946 werd hij gekozen om zijn confraters van het missiehuis te vertegenwoordigen op de provinciale vergade¬ring. Het was typerend voor de provinciale vergadering van 1946, dat veel gekozen afgevaardigden, als een soort protest en reactie tegen de 'gezeten' overheden, uit de jongere leeftijdsgroepering kwamen. Wim was juist vijf jaar priester.
Op 3 juli 1950 legde hij 'cum laude' het doctoraal examen oude letteren af aan de katholieke universiteit te Nijmegen. Dit gaf hem onderwijsbevoegdheid in: 'Oude geschiedenis, Griekse en Latijnse taal- en letterkunde". Met gerechte trots en vol goede moed ging hij hierna terug naar Cadier en Keer, waar hij in het missiehuis was benoemd tot leraar klas¬sieken.
In 1952 kreeg hij een reis naar Griekenland gesubsidieerd van het philologisch studiefonds, gevestigd te Utrecht (Societas ad promovenda studia classica et ar¬chaeol¬ogica destinata).
Pater Ruikes werd een zeer competent leraar, die zich gewe¬tensvol en met overtuiging gaf aan de opgedragen taak. Jaren¬lang heeft hij dat gedaan. Daarbij heeft hij wel wat tegensla-gen te verwerken gehad. Hij is altijd een harde werker geweest en ook nu voelde hij het als een plicht en een punt van eer om ook te promoveren. Naast een volledig lesprogramma, begon hij materiaal te verzamelen voor zijn thesis. Het was voor hem een bittere teleurstelling dat, met de brand van het missiehuis in 1954, ook zijn studiemateriaal en al zijn aantekeningen, verzameld in de loop der jaren, verlo¬ren gingen: hij moest hele¬maal opnieuw begin¬nen aan zijn proef¬schrift. Doch terecht had de seminariestaf des¬tijds opgemerkt, dat hij wilskracht en doorzettingsvermogen had. Het zou zijn eer te na zijn nu te capitule¬ren. Zijn jongere collega-classicus werd benoemd tot studie-prefect van het college, doch hij zou hem over¬treffen in academi¬sche kwalifica¬tie.
Wim ontwikkelde zijn eigen levensstijl in de communiteit met een eigen dagorde, regelmatig en geregeld en dit bijna kramp¬achtig, zoals alles in zijn leven nauwgezet en gepland was. Hij bleef stug in de omgang met de confraters in de communi¬teit.
Het jaar 1966 zou voor Wim een heel bijzonder jaar worden!
- Na hard werken en doorzetten kon hij, op 29 april 1966, pro¬mov¬eren tot Doctor in de Letteren en, in de aula van de uni¬versi¬teit van Nijmegen, zijn proefschrift verdedigen. De titel van zijn thesis luidde: "Samenzweringen en intriges tegen Octav¬ianus Augustus Prin-ceps". Zijn promotor was pro¬fessor Dr. F.J.M. de Waele en als paranymfen traden op: zijn collega Jan Huiskamp en zijn broer Wim. Dit was een hoogtijdag voor hem! Hij is pater ten Have altijd dank¬baar gebleven, dat hij. als provinciaal overste, hem de mogelijkheid had gegeven verder te studeren en verwoordde dit ook bij deze gelegenheid.
- De tweede belangrijke gebeurtenis voor pater Ruikes was, dat dit jaar 1966 voor hem een 'kroonjaar' was: hij werd 50 jaar!
- Het derde heuglijke feit was, dat zijn promotie, zijn 50ste verjaardag, en de sterke familieband met zijn oude vader, broers en zusters met hun kinderen, resulteerden in een auto-tje voor hem, als cadeau van de familie.
In verband met de aanstaande sluiting van het college in het missiehuis te Cadier en Keer, zocht Wim andere mogelijkheden om door te kunnen gaan met het lesge¬ven in de klassieke talen. Vanaf september 1967 heeft hij dit gedaan aan het St. Clara/¬Coriovallum te Heer¬len en het Henric van Veldekelyc¬eum te Maas¬tricht, waarbij enkele jaren later het St. Maartenscol¬lege te Maastricht kwam. Wegens het bereiken van de pensioengerech¬tigde leeftijd kreeg hij, met ingang van 1 oktober 1981, eervol ontslag als leraar.
Hij werd gevraagd om zorg te dragen voor de bibliotheek van het Missiehuis. Vier jaar heeft hij dat gedaan en dit toen overgedragen aan Han van Velzen. Gestructureerd als Wim was, had hij intussen al lang zijn weg gevonden in zijn verande¬rde omstandigheden. Na zijn pensionering leek hij ook veel ont¬spanne¬nder, nu de druk van het 'moeten' voorbij was. Hij ging op assistentie bij de zusters van Rijckholt, wand¬elde, las de krant, wel alles volgens een vast patroon. Hij was zelfs nog van plan een bezoek te brengen aan Ghana, doch gezondheidspe¬rikelen hielden hem daarvan af. Jaren¬lang ging hij op vakantie naar zuid-Frankr¬ijk, waar hij logee¬rde bij de zusters te Menton.
Gestorven.
In 1991 vierde hij nog groots zijn gouden priesterfeest.
Vrij snel hierna begonnen de physieke problemen van de oudedag te komen. Meerdere malen werd hij voor maagproblemen opgenomen in het ziekenhuis. In juli 1996 werd hij opnieuw opgenomen vanwege een verstopping bij de uitgang van de maag. Na ruim drie weken werd hij geopereerd op 16 augustus. Een week erna kreeg hij te horen, dat de ziekte terminaal was en dat de kanker uitgezaaid was. Kalm en berustend aanvaardde hij zijn lot. Op 31 augustus werd hij ontslagen uit het ziekenhuis. Drie dagen erna werd hij 80 jaar. Hij kwam die dag nog even kijken in de recreatie¬zaal.
De ziekte woekerde voort en het lichaam ver¬zwakte. Op 8 novem¬ber 1996 trof de nachtdienst hem om 3.30 a.m. dood op bed aan.
Op 12 november 1996 vond de plechtige eucharistieviering plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer, waar hij, met uitzondering van zijn studietijd in Nijmegen, prak¬tisch zijn hele priesterleven lang gewoond had. Op zijn ver¬zoek, bij testamentaire beschikking van 29 september 1996, ging Arjen Rijpkema voor in de dienst:
"Als het kan had ik graag dat pater Rijpkema de begrafe¬nisplechtigheid doet. Hij is me trouw in mijn laatste levensdagen blijven bezoeken, hetgeen me een grote steun is geweest".
Hij had de tekst voor het bidprentje zelf uitgezocht, dezelfde als die van het gedachtenisprentje van zijn 25-jarig priester¬jubileum: Dida¬che 9,3.
Hij schreef reeds in zijn testament op 1 september 1986:
"Met deze woorden uit de Didache, "de Leer der 12 Apos¬tels", wil ik mijn dank uitspreken voor het leven, dat ik heb mogen leiden als christen, als priester, als leraar. Dankbaar ben ik de Goddelijke Voorzienigheid voor de strakke levenslijn, die ik als zondagskind van 3 septem¬ber 1916 steeds in mijn leven heb mogen ervaren: de prachtige lagere school in 's-Heerenberg; de vroomheid en beschaving van Pastoor Galama, mijn vriend en inspirerend begeleider in mijn seminarie-jaren; onze geliefde "Socië¬tas Missionum ad Afros", die me vele kansen heeft willen geven om me te bekwamen voor de taak, welke zij mij in mijn priesterleven meende te moeten opdragen; het geest en hartverwarmende pastorale werk bij "de Zusters onder de Bogen" te Rijckholt tijdens vele jaren van mijn emeri¬taat.
Dankbaar wil ik uit het leven heengaan, in het geloof van de Heilige, Apostolische en Katholieke Kerk, in het geloof dat ik van mijn ouders heb meegekregen en dat ik heb mogen beleven in de Sociëteit" .
De kerk was goed bezet met mensen, die afscheid kwamen nemen van pater Wim Ruikes, die vanzelfsprekend als classicus graag een begrafenisdienst wilde hebben met latijnse zang. Hij werd begraven bij zijn confraters op het kerkhof nabij het missie¬huis. Zoals hijzelf meermalen bij een begrafenisdienst heeft uitgesproken, zowel bij zijn eigen vader als bij confraters, wil ik met deze klassieke woorden van hem eindigen:
"Vale christiana anima! - Vaarwel, christelijke ziel!".
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant, juni 1966, pg. 46.
- J. van Brakel in 100 jaar S.M.A. in Nederland, pg. 74;
- Onze Krant nr. 110, dec. 1996.
Recherchez .../ Search...