Société des Missions Africaines –Province de Hollande
Le Père Gerard van ROOIJ
![]() |
né le 6 juin 1892 à Udenhout |
1917-1921 en paroisse dans son diocèse décédé à Oosterbeek, Hollande, le 26 novembre 1960, |
Le père Gerard van ROOIJ (1892 - 1960)
A Oosterbeek (Hollande), le 26 novembre 1960, retour à Dieu du père Gerard van Rooij, à l'âge de 68 ans.
Gerard Adrian van Rooij naquit à Udenhout, dans le diocèse de Bois-le-Duc, en 1892. Il fit toutes ses études dans son diocèse et fut ordonné prêtre en 1917. Après trois années de vicariat, il entrait aux Missions Africaines, à Keer, où il fit le serment en 1922. Après deux ans de professorat à Keer, le père van Rooij partait pour la Côte-de-l'Or. Il travailla dans le vicariat de la Basse Volta, aujourd'hui le diocèse de Keta, et plus particulièrement à Ho.
Mais, en 1926, il était obligé de revenir en Hollande. Il revient ayant à peu près perdu la mémoire, et il souffrira désormais tout le reste de sa vie. Il continuera cependant à rendre service comme professeur à Nieuw-Herlaer et à Bemelen. En 1948, le père se retirait à Oosterbeek, où il travailla aux archives et à l'administration. Il mourut subitement.
Le père van Rooij laisse le souvenir d'un confrère toujours simple et content, d'une prêtre à la foi profonde.
Pater Gerrit van ROOIJ (1892 - 1960)
Afkomst.
Gerardus Adrianus van Rooij, zoon van Franciscus van Rooij (+ 7.04.1920) en Catharina Clercx (+ 16.01.1900), werd geboren te Udenhout op 6 juni 1892. Hij had nog een broer, gedoopt Adrianus op 20.10.1897, en een zus (mevr. Haans te Tilburg). Verdere familiegegevens zijn me niet bekend.
Gerrit ging van 1899 tot 1903 naar de openbare lagere school in Udenhout en daarna naar (internaat?) de Ruwenberg te St. Michielsgestel van 1903 tot 1905. Mogelijk heeft dit te maken met de vroegtijdige dood van zijn moeder.
Opleiding.
In 1905 ging Gerrit van Rooij naar het kleinseminarie 'Beekvliet' te St. Michielsgestel, gevolgd door het grootseminarie te Haaren van 1911 tot 1917. Op 2 juni 1917 is hij door de bisschop van 's-Hertogenbosch priester gewijd. Vier jaar was hij kapelaan te Liempde. Daarna besloot hij missionaris te worden en kwam naar Cadier en Keer in 1921, waar hij zijn proeftijd doorbracht, kennis maakte met de Sociëteit, en tevens toegevoegd werd aan de staf om les te geven in de lagere klassen. Op 8 september 1922 werd hij lid van de Sociëteit door aflegging van de eed. Na afloop van het schooljaar in 1923 ging hij voor enkele maanden naar Engeland om wat spreekvaardigheid in het engels op te doen.
Missionaris.
Op 8 januari 1924 vertrok hij naar de missie. Hij was benoemd voor het nieuwe missiegebied van de nederlandse provincie, het vicariaat van de Beneden Volta. Daar kwam hij op 11.02.1924 aan en werd benoemd voor de missie van Denu. Onder leiding van de Elzasser pater James Fisher heeft hij zich daar kunnen inwerken in het missiewerk. Reeds in mei 1924 werd hij benoemd tot pastoor van Ho. Deze missiepost was reeds in 1909 als hoofdstatie geopend door de duitse SVD paters, die echter tijdens de oorlog in 1917 door de Britten gedeporteerd waren. Sindsdien had deze statie geen priester meer gehad. Van mei 1924 tot november 1925 heeft Gerrit van Rooij alleen op deze missiepost gezeten. Toen werd Toon Domensino benoemd tot zijn assistent. Hun samenzijn was kort: reeds in februari 1926 moest Gerrit van Rooij terug naar Europa. Hij had een zonnesteek opgelopen en verloor zijn geheugen.
Terug in Nederland.
Na zijn definitieve terugkeer naar Nederland, werd hij benoemd voor het kleinseminarie Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel. Ondanks zijn beperkingen werd hij hier aan de staf toegevoegd, dikwijls ook als surveillant bij de jongens.
In 1931 is hij benoemd voor het missiehuis te Bemelen, waar hij, zo ver dat voor hem mogelijk was, meehielp in de administratie en verzending van tijdschriften en de postale acties. Met de verhuizing in 1948 van Bemelen naar Huize Tafelberg te Oosterbeek, is hij meegegaan. Ook in Oosterbeek maakte hij zich naar best vermogen verdienstelijk.
Gestorven.
In de voormiddag van zaterdag 26 november 1960 is hij plotseling op zijn kamer aan een hartinfarct overleden, terwijl een confrater juist bij hem op bezoek was. Hij was kort ervoor nog een weekje op bezoek geweest bij zijn 70 jaar oude zus en had dezelfde morgen van de 26ste nog de H. Mis gelezen. Hij werd 68 jaar.
Hij is begraven te Oosterbeek op het kerkhof achter de St. Bernulphuskerk op 30 november 1960.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- N. Douau: Biographies Missions Africaines 26.11.1960.
- Tijdschrift 'Afrika Ontwaakt' 1961, pg. 2.
Recherchez .../ Search...