Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 27 avril 1915 Cadier en Keer dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 12 juillet 1936 prêtre le 25 février 1940 décédé le 19 janvier 1999 |
1941-1952 Cadier en Keer, professeur de latin décédé à Cadier en Keer, Hollande, le 19 janvier 1999, |
Pater Huub LEMMERLING (1915 - 1999)
Geboren.
Hubert Francois Antoine Lemmerling, zoon van Joseph Lemmer¬ling (+ 1947) en Elisabeth van Promeren, werd geboren te Cadier en Keer op 27 april 1915 en daags erna gedoopt met de namen Franciscus Antonius Hubertus. Zijn roepnaam werd Huub. Hij kwam uit een groot boerengezin. Meerdere kinderen waren artis¬tiek begaafd.
Opleiding.
Huub was bekend met het nabijgelegen missie-college van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën. Hij besloot eveneens missi¬onaris te worden en ging na de lagere school (1922-1928) naar nieuw Herlaer te St. Michielsgestel (1928-1930) en daarna naar het missiehuis te Cadier en Keer (1930-1934). Hij begon zijn philosophie in het nabijgelegen Bemelen in september 1934, doch tijdens het tweede jaar, in januari 1936, werd deze opleiding overgebracht naar 'Ore Place' te Hastings in Enge¬land, waar ook de theologische opleiding gevestigd was.
Op 12 juli 1936 werd Huub door eedaflegging lid van de Soci¬teit en begon hierna zijn theologische studies. Ook deze heeft hij niet in Hastings kunnen afmaken. Op 28 juni 1939 heeft hij daar nog wel de eeuwige eed afgelegd en daags erna de subdiakonaatswijding ontvangen van Mgr. Brown in de kapel van het seminarie te Hastings. Daarna ging hij en de andere theologanten op vakantie naar Nederland. De wereldoorlog brak uit, het seminarie te Hastings werd door het leger gevorderd en terugkeer werd onmogelijk. Vervangrende accommodatie werd gevonden in een gebouw van de paters Jezuïeten te Aalbeek in de gemeente Hulsberg, waar de studies vanaf november 1939 werden voortgezet. Een paar maanden later, op 25 februari 1940, werden Huub en zijn klas in de parochiekerk van Hulsberg door Mgr. Lemmens priester gewijd.
Missionaris.
De jonge priesters konden niet naar de missie vertrekken en alternatieven waren niet direct beschikbaar. Daarom werd besloten, dat ze nog een jaartje voor verdere studie op het seminarie in Aalbeek zouden blijven. Doch hoe zat het met het reglement? Waren ze nu paters of moesten ze nog hewr regleme¬nt van de studenten onderhouden: een niet geheel bevredigend compromis werd uitgewerkt.
In september 1941 begon te Nijmegen een missiekursus voor de op vertrek wachtende missionarissen. Daar was pater Huub Lemmerling niet bij. Hij was een goed student geweest op allerlei gebied: godsvrucht, gedrag, karakter, verstand, oordeel. Hij was misschien wat zelfbewust en iets opdringerig in omgang, doch zijn inzet en toeleg waren zeer goed. Daarom kreeg deze serieuze jonge priester op 11 juli 1941 een schrij¬ven van provinciaal ten Have dat hij benoemd was voor het studiehuis te Cadier en Keer en ter beschikking stond van de overste daar. Dat was pater Pierre Wouters. Pater Huub Lemmer¬ling werd benoemd tot leraar latijn in de laagste klassen en als jongste pater op de staf kreeg hij veel surveillance: op de slaapzaal, in de studiezaal, tijdens de recreaties en onder de wandelingen. Mogelijk vanwege zijn kleine gestalte, kreeg hij de opdracht van zijn overste om streng op te treden. Dit maakte hem niet altijd symphatiek bij de studenten. Bovendien kon hij nogal eens scherp en sarcas¬tisch uit de hoek komen. In latere jaren zou hij veel milder worden. Na elf jaar kreeg hij, in juli 1952, een over¬plaatsing naar het kleinseminarie Nieuw Herlaer, waar hij tot 16 april 1954 aan de staf verbon¬den is geweest. Nieuw Herlaer werd als S.M.A.-opleidingshuis gesloten en Huub werd benoemd voor de missie.
Op 29.10.1954 vertrok hij naar Ghana, waar hij benoemd werd als leraar aan het seminarie te Amisano. Tot 14.06.1961 is hij daar leraar geweest. Omdat het kleinseminarie Amisano nogal geïsoleerd lag, schafte hij zich een motor aan om er eens uit te kunnen en collega's in de buurt te kunnen bezoe¬ken.
In 1961 kwam hij met ziekteverlof naar Nederland. Hij kon Afrika voorlopig vergeten en hij vestigde zich in het missie¬huis te Cadier en Keer. Vrij snel hierna was hij weer in staat een baantje aan te nemen als surveillant en godsdienstleraar op de Middelbare Meisjes School (M.M.S.) te Maastricht.
Toen de Medische Missiezusters van Berekum in 1969 aan regio¬naal Harrie van Hoof een rector vroegen voor hun kloos¬ter en zieken¬huis te Berekum, reageerde Huub onmiddellijk toen dit verzoek op het prikbord in de huizen te Cadier en Keer en Oosterbeek verscheen. Huub Lemmerling schreef aan het provin¬ciale bestuur:
"Ik heb de advertentie gelezen van de med. missie-zusters te Berekum. Gezien het werk dat daar te wachten ligt (godsd. lessen - geestelijke conferenties - liturgische diensten) dacht ik deze taak eventueel op me te kunnen nemen en, als de raad het wenselijk oordeelt, ook zou willen nemen".
Bisschop J.A. Essuah had geen bezwaar als de zusters een eigen 'chaplain' wilden. Hij insisteerde alleen maar op "geldige wijding" en geen "modernisme in liturgie":
"We are wary about priests coming from Holland now-a-days. You may remind Fr. Lemmerling that this Diocese is entrusted to the Bishop and not to a pastoral institute; and that the Bishop directs the Liturgy and not individu¬al priests".
Met de zusters werd overeenstemming bereikt over salariering en accommodatie in het ziekenhuis. Huub zou zelf een scooter meebrengen om wat 'movibilis' te zijn. Op 3 december 1969 is hij van het vliegveld Beek/Maastricht vertrokken op weg naar Berekum. Hij had een driejarig contract met de zusters.
Intussen was de situatie in het bisdom veranderd en had Mgr. P. Sarpong overgenomen van Mgr. J.A. Essuah. Na zijn terugkeer van vakantie in 1972, kreeg Huub betere accommodatie en een bisschoppelijke aanstelling, waardoor hij bij de priesters van het bisdom hoorde. Huub was daar zeer blij mee. Op meerdere gebieden had dat gevolgen. In 1973 werd Brong-Ahafo afgeschei¬den van Ashanti en als bisdom Sunyani opgericht. Dit bracht nogal veranderingen mee. Father Yeboah, pastoor van Bechem, opteerde voor terugkeer naar het bisdom Kumasi en Huub werd in juli 1973 gevraagd een paar maanden waar te nemen in de paro¬chie van Bechem, totdat de ierse collega's zouden aankomen. Hij had daar geen bezwaar tegen.
Huub knutselde graag! dat deed hij reeds in Amisano en ook in Berekum heeft hij in en rond het ziekenhuis en het verblijf van de zusters allerlei klusjes opgeknapt. Belangrijker was dat Huub een bindende factor werd in dit nieuwe bisdom: een gezellige confrater, waar je altijd tercht kon en welkom was.
Op 21 april 1983 keerde hij definitief naar Nederland terug.
Hij vestigde zich opnieuw in het missiehuis te Cadier en Keer, dicht bij zijn familie. Hij was nu met emeritaat, doch ver¬richtte, met name de eerste paar jaren, nog heel wat vrijwil¬lige assistenties in de buurt. Verder maakte hij bijna dage¬lijks een wandeling met pater Jan Coolen of hij hield zich bezig met zijn hobby: schilderen. Reeds in Ghana was hij hier mee bezig.
Gestorven.
De jaren begonnen steeds meer te tellen en vooral zijn ge¬zichtsvermogen ging hinderlijk achteruit. Op 12 januari 1999 werd hij getroffen door een herseninfarct. Hij had zich al een week lang niet goed gevoeld en klaagde 's middags bij de thee over hoofdpijn. 's Avonds trof de verzorgster hem in coma aan, gezeten in zijn stoel op zijn kamer. Hij werd onmiddellijk overgebracht naar het academisch ziekenhuis te Maastricht. Na enkele dagen daar in coma gelegen te hebben, kreeg Huub er longontsteking bij. Het ziekenhuis kon niets meer doen en daarom werd Huub op 18 januari teruggehaald uit het zieken¬huis, zodat hij thuis op zijn eigen kamer kon sterven. Rond 9.00 uur 's avonds van de volgende dag, 19 janua¬ri 1999, riep de overste enige confraters uit de recreatie en heeft met hen de gebeden der stervenden bij Huub gebeden. Rond 10.30 uur is Huub overleden. Hij werd 83 jaar oud.
Tijdens de avonddienst op 22 januari sprak pater Arjen Rijpke¬ma over de overledene als een man, klein van gestalte, doch groot in het beleven van zijn priesterschap en, hier in het bejaardenhuis in zijn omgang met de confraters: een beminne¬lijk mens, die toch fijntjes en symphatiek iemand kon plagen.
De plechtige uitvaartdienst vond plaats op zaterdag 23 januari 1999 in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. Overste Wim van Frankenhuijsen ging voor in de concelebratie. Terecht memoreerde hij de missionaire inzet en toewijding van de overledene:
"Huub bleef geïnteresseerd in de ontwikkeling van de Sociëteit en het missiewerk in Afrika. Hij stond open voor nieuwe initiatieven en ontwikkelingen in Afrika. hoewel hij soms moeite had met de ontwikkelingen binnen de Kerk in Nederland".
Na de absoute werd hij begraven bij zijn confraters op de begraaf¬plaats van het missiehuis.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer,
- Onze Krank, nr. 117 april 1999.
Recherchez .../ Search...