Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 18 novembre 1905 à Rotterdam dans le diocèse de Rotterdam, Hollande membre de la SMA le 27 juillet 1927 prêtre le 30 mai 1931 décédé le 27 janvier 1981 |
1931-1957 missionnaire en Gold Coast décédé à Nijmegen, Hollande, le 27 janvier 1981, |
Pater Piet DERICKX (1905 - 1981)
Afkomst.
Petrus Joannes Henricus Derickx, zoon van Johannes Hermanus Derickx en Hubertina Woutera Jacoba Johanna Paridaens werd geboren te Rotterdam op 18 november 1905 en dezelfde dag gedoopt in de parochiekerk van de H. Franciscus van Assisi. Piet had meerdere broers en zusters.
Opleiding.
Na de lagere school (St. Thomas Aquino) te Rotterdam ging Piet, in 1919, naar het missiecollege te Cadier en Keer, waar hij het middelbaar onderwijs volgde. Te Chanly in België maakte hij zijn noviciaat en deed zijn studie philosop¬hie. Op 27 juli 1927 werd hij door eedaflegging lid van de Sociëteit. Daarna begon hij zijn studie theologie te Bemelen, doch moest deze wegens ziekte onderbreken op 2 april 1929. Hij heeft toen nog enige tijd voor herstel te Cadier en Keer doorgebracht. In september 1929 kon hij zijn studies voortzetten te Hastings in Engeland, waar de Sociëteit het semina¬rie 'Ore Place' gekocht had. Wegens zijn onderbreking van de studie te Bemelen, kon hij niet met zijn klasgeno¬ten gewijd worden in december 1930. Hij ontving de pries¬ter¬wijding van Mgr. Amigo in de kapel van het bisschoppe¬lijk seminarie te Wonersh op 30 mei 1931.
Missionaris.
Na zijn studie te Hastings moest hij eerst terug naar Cadier en Keer om daar zijn studies af te maken en de achterstallige examens af te leggen. In januari 1932 kon hij vertrekken naar de Goudkust in Afrika, waar hij benoemd werd tot leraar aan het seminarie te Amisano, dat daar onlangs geopend was. Aan het eind van het jaar werd Piet benoemd voor de missie van Accra en een jaar later, in januari 1934, volgde zijn benoe¬ming voor Tarkwa. Hij zou daar gaan overnemen van de elzasser pater Baumann, die in april 1934 op vakantie ging. Doch in mei moest Piet zelf vanwege gezondheidsredenen de boot nemen naar Euro-pa.
In mei 1935 was hij terug op de kust. Eerst werd hij benoemd voor de missie van Sekondi, doch drie maanden later volgde zijn benoe¬ming tot pastoor van Cape Coast en nu volgden een aantal benoemingen elkaar in snel tempo op. In november 1937 werd hij overste van de missie in Accra. Nadat de SVD paters dit missiegebied hadden overgenomen, werd Piet in januari 1940 benoemd tot pastoor van Saltpond. In 1943 werd hij overste van het seminarie te Amisa¬no en tevens professor in de H. Schrift en liturgie.
Piet had capaciteiten! Piet had veel meer, moeilijk om dit allemaal in een paar woorden te beschrijven: Piet had energie, hij had ideeën en was vol zelfvertrouwen. Hij had een goed verstand, doch miste soms wat realiteitszin en liep zichzelf in zijn eigen begeestering voorbij.
Naast de normale pastorale en administratieve werkzaamheden in een missiestatie - buitenstatiewerk heeft hij nauwelijks gedaan - was Piet met van alles en nog wat bezig.
Toen in Accra Jan Rothoff op vakantie ging, nam Piet over als waarnemend 'supervisor of schools' en 'secretary general of the C.Y.M.S. (Cath. Young Men Society)'.
Piet was ter plekke toen Accra, in juni 1939, getroffen werd door een aardbeving. Als pastoor van de katholieke kerk in de hoofdstad werd Piet lid van het 'Accra Relief Fund' voor de slachtoffers van deze natuurramp.
In september 1939 begon Piet met de uitgave van een krantje:
"In September 1939, "Dux" was started by Fr. Derickx. Copies were cyclostyled, having an Editorial, News, and an article. This monthly revieuw would eventually evolve into the national Catholic newspaper 'the Standard'."
Hij bleef redacteur van zijn 'Dux' te Saltpond, Amisano en Cape Coast, tot 1953.
In 1943 werd pater Derickx benoemd tot hoofd van de 'Catholic Action' in het vicariaat, doch kwam als zodanig pas goed in actie na zijn terugkeer van vakantie in 1947. Na meer dan elf jaar ononderbro¬ken in Afrika gewerkt te hebben, ging hij in juni 1946 op vakantie. In mei 1947 kwam hij, vol energie en - zoals zo dik¬wijls - met onstuimig enthousiasme, terug van vakantie. 'Get ready' werd zijn slogan. De jeugdbeweging moest nieuw leven ingebla-zen worden. De verkennerij, Legioen van Maria, de vrouwenbewe¬ging, alles moest in actie komen, want Piet zag overal commu¬nistisch gevaar. Zijn 'Dux' werd van maandblad een weekblad met de nieuwe naam 'the Standard'. Hij organiseerde bijeenkom¬sten ('rallies') van de geor¬ganiseerde verenigingen. In 1949 werd hij 'Grand Chaplain of the Grand Commandery of the Knig¬hts of St. John'. Ook was hij 'Commissi¬oner for the Catholic Girl Guides and Boy Scouts'. Hij liep met de gedachte rond om een politieke partij te beginnen naar voor¬beeld van de K.V.P. (Katholieke Volks Par¬tij) in Nederland en schreef naar John van Heesewijk, op vakantie in Nederland, om hier¬over contact op te nemen met de voorzit-ter Prof. Romme. Rond deze tijd kwam hij ook met het voorstel om een landelijk Eucharis-tisch Congres te organise¬ren. De politieke partij is er nooit gekomen, maar Piet werd later wel voorzit¬ter van de voorbereidings¬commissie en daarna van het organise¬rend comité voor het 'First National Eucharistic Congress'.
In maart 1952 kwam hij met vermeende hartklachten terug naar Nederland, doch in het ziekenhuis te Rotterdam werd hij geope¬reerd wegens een abces in zijn twaalfvingerige darm. Ook werd suikerziekte geconstateerd. Piet was gekozen als afgevaardigde van het Cape Coast bisdom voor de S.M.A. provinciale vergade¬ring, doch heeft hieraan niet kunnen deelnemen, omdat hij toen in het ziekenhuis lag.
Na terugkeer in Ghana, in juli 1953, kwam er een grote veran¬de¬ring. Zijn werk als directeur Katholieke Actie en redacteur van de Stand¬ard was, tijdens zijn afwezigheid, door anderen overgenomen. Pater Derickx werd nu benoemd tot pastoor / deken van Agona Swedru. Deze plaats met een groot district, was twee jaar tevoren als een zelfstandige hoofdstatie geopend. Hier moest nog veel georganiseerd en opgebouwd worden. Er moest bovendien een nieuwe kerk gebouwd worden. Piet kreeg twee afrikaanse priesters als assistenten voor de Agona (Nyakrom), Dawurampong en Apam districten. Doch zijn gezondheid begon een steeds grotere rol te spelen. Hij kreeg hoofdpijn en opnieuw krampen in zijn hartstreek. In december 1956 werd een aanval met beklem¬ming op de borst zo hevig, dat hij bediend werd. In januari 1957 keerde hij terug naar Neder¬land voor behandeling en verder onderzoek. Hij was nerveus en gespannen, doch behou¬dens een sterk overge¬wicht, werden geen duidelijke afwijkingen gevonden. Hij werd doorverwezen naar de psychiater, die een duidelijke angst-neurose constateerde. Na overleg is daarna besloten dat Piet niet zou terugkeren naar Afrika.
In april 1958 werd hij benoemd tot assistent in de St. Joseph parochie te Rotterdam, waar hij 15 jaar heeft gewerkt, vooral onder de zieken en bejaarden. Het missiewerk bleef zijn aan¬dacht houden, al werden zijn uitspraken hierover steeds meer overtrokken en niet altijd volgens de realiteit. Zoals zo dikwijls met het voortschrijden der jaren, worden hebbelijkhe-den geprononceerder en dat was ook het geval bij Piet in het beschrijven van zijn wederwaardigheden en aandacht trekkende situaties.
Pater Derickx ging wel met zijn tijd mee, paste zich aan en heeft enthousiast meegewerkt aan de oecumene, met name aan het contact met de oud-katholieken in de Paradijskerk aan de nieuwe Bin¬nenweg. Hij was en bleef een begeesterd en bewogen man, hoewel de grens tussen fantasie en realiteitszin soms moeilijk in te schatten was.
Met ingang van 27 mei 1973 kreeg hij van bisschop Simonis eervol ontslag 'als pastor in de levendige en rijk geschakeer¬de gemeenschap van het Oude Westen'. De bisschop dankte hem voor zijn werk in deze parochie en schreef:
"U spreekt van een tweede echtscheiding. Dat wil ik aannemen. U spreekt echter ook van een eeuwige optimist. Ik wens u toe dat u dat inderdaad blijft.
Van harte wens ik u goede jaren in Den Haag. Wees ervan overtuigd, dat heel veel Rotterdammers U zullen blijven gedenken en ongetwijfeld ook de collega's voor wie u was en blijft 'de Toean'. Moge God u zegenen."
Piet ging naar Den Haag, waar hij nog zes jaar heeft gewoond. Ziekteverschijnselen begonnen een steeds grotere rol in zijn leven in te nemen: diabeet met streng dieet, staar en reeds blind aan één oog met vrees voor totale blindheid, exceem, ischias en jeuk: kortom angst!
Overleden.
Eindelijk besloot hij naar huize Tafelberg te komen, waar hij in oktober 1979 zijn intrek nam in dit kloosterbejaardenhuis. Hij voelde dat het tijd werd. De dokter had kanker geconsta¬teerd. Hij had steeds meer verzorging nodig. Na een jaar had de botkanker hem zo aangetast, dat verzorging op de Tafelberg niet langer efficiënt mogelijk was. In november 1980 werd hij opgenomen in de verpleegafdeling van het 'Berchmanianum' van de paters Jezuïeten te Nijmegen. Hij had veel gelezen over ziek zijn, sterven en stervensbegeleiding. Bewonderenswaardig was zijn voorbeeld van geduld tijdens zijn ziekte.
"Men hoorde hem nooit klagen, onwankelbaar in zijn ver¬trouwen op zijn Meester, van wie hij het loon verwachtte voor zijn dienstbaarheid in dit leven" (Bidprentje).
Op 27 januari 1981 is pater Piet Derickx gestorven, 75 jaar oud. De plechtige uitvaartdienst was in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer op 30 januari 1981. Daarna is hij begraven op het missionariskerkhof naast het missiehuis.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provicie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. v. Brakel in 'S.M.A. Missionary presence in Ghana', vol. IV, pg. 127, 253, 255, 279.
- Rotterdamsch Nieuwsblad 29 mei 1973.
- A.M. Heidt in 'Catholica, informatiebron voor het katho¬liek leven', kol. 2085 (Mgr. Dr. J.F. Lescrauwaet m.s.c.)
- 'Onze Krant' nr. 47, maart 1981.
Recherchez .../ Search...