Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 10 février 1914 à Ommel dans le diocèse de 's-Hertogenbosch, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1935 prêtre le 17 décembre 1938 décédé le 27 janvier 1996 |
1939-1974 missionnaire en Gold Coast décédé à Maastricht, Hollande, le 27 janvier 1996, |
Pater Piet GIEBELS (1914 - 1996)
Afkomst.
Petrus Johannes Giebels, zoon van Johannes Giebels (1863-1930) en Petro¬nella van de Vorst (1872-1946), werd geboren te Ommel op 10 febru¬ari 1914. Twaalf kinderen werden in dit gezin geboren, doch drie ervan zijn als kind overleden. Van de meisjes, die naar het klooster gingen, is er ook één jong gestorven; één van de andere meisjes heeft onmiddellijk haar plaats ingenomen en ook haar naam overgenomen (Zr. Zita). Uitein¬de¬lijk waren er 4 meisjes in het klooster, Piet werd missiona¬ris, zijn broer Rens en twee zussen bleven thuis te Ommel, waar zij zich sterk ingezet hebben voor de kerk en de devotie tot O.L. Vrouw van Ommel. Ook hun jongste broer Piet nam een gerespecteerde plaats in in hun huis en in hun leven.
Niemand van hen was getrouwd.
Opleiding.
Piet ging in september 1926 als twaalfjarig jongetje, samen met zijn neefje Fried van Dijk, naar de missionarisopleiding te Nieuw Herlaer in St. Michielsgestel, dat in april van dat jaar door de Sociëteit van Afrikaanse Missiën geopend was. Na de twee eerste jaren gingen de studenten verder met hun mid¬delbare opleiding te Cadier en Keer. Daar had Piet in 1930 de treurige erva¬ring, dat hij zijn vader verloor aan maagkanker.
In 1933 ging Piet naar Bemelen voor de studie van de philosop¬hie en op 15 juli 1935 werd hij lid van de Sociëteit door de aflegging van zijn eerste eed. Daarna ging hij naar het semi-narie 'Ore PLace' te Hastings in Engeland waar hij theologie studeerde en tijdens het vierde studiejaar, op 17 december 1938, samen met acht andere klasge¬noten, door Mgr. Amigo pries¬ter gewijd werd.
Missionaris.
Zij maakten hun studies af, doch toen brak de wereldoorlog uit en dit bracht veel onzekerheden met zich mee. In oktober 1939 schreef Mgr. Porter aan provinciaal ten Have, dat de nieuwe missionarissen hard nodig waren en ook welkom waren, maar het grote probleem, onder de huidige omstandigheden, was de financiering van hun reis en onderhoud:
"Fares are increased by nearly 50% and local revenue is everywhere going down, so it becomes increasingly diffi¬cult to carry on. All Missions are reducing their budgets and I understand Mgr. Paulissen is unable to accept new Fathers this year. Providence will no doubt come to our aid, but we must meet the situation prudently, for we cannot expect any assistance from Europe while the war lasts. I would ask that all the Fathers who come to the Missions would do their best amongst their friends to meet the cost of their passage otherwise I do not see how we can meet it".
Hiermee werd een nieuw gebruik ingevoerd: ook van de volge¬nde generatie missionarissen werd verwacht, dat ze zelf het geld voor hun eerste reis bijeenbrachten. Gevolg was ook, dat er vier van de neomisten naar Cape Coast gingen, niemand naar Kumasi, één van hen (én de later gewijde Fried van Dijk) naar de Beneden Volta, en dat er vier in Europa bleven.
De missionarissen vertrokken op 1 december 1939 over land naar Lissabon in Portugal, waar ze de boot namen naar Afrika. Op 29 januari 1940 landden ze te Takoradi. Van de vier neomisten voor Cape Coast ging Kees Klaver naar het seminarie te Amisa¬no en de andere drie, t.w. Giebels, Heemskerk en Dirk de Rooij, naar de kathedrale parochie te Cape Coast om daar te acclima¬tiseren en de taal te leren. In april 1940 werd Piet Gie¬bels benoemd voor Saltpond, waar Piet Derickx overste was.
Bijna 35 jaar heeft Piet gewerkt in het vicariaat, later aartsbisdom, Cape Coast. Hij was achtereenvolgens in Saltpond, Asikuma, Tarkwa, opnieuw Asikuma, Besease, Foso, Sefwi-Wiawso, Amisano en Cape Coast. De functies waren wel een verschilend, doch de persoon was steeds dezelfde. De kleine, vlugge en altijd in beweging zijnde missionaris, eenvoudig en zonder pretenties, doch doorzettend en vasthoudend. Hij was een man van traditionele geloofsbeleving en van een innige Mariale en Eucharistische vroomheid, en met grote pastorale zorg vooral voor noodlijdenden en zieken.
Hij deed zijn werk zoals elke missionaris: veel op trek naar de buitenstaties in het toentertijd grote district van Salt¬pond met veel buitenstaties. Spoedig kon hij, als één van de besten, communiceren met de mensen in de inlandse taal bij hen thuis, op straat en in de markt. Mogelijk was niet alles grammaticaal correct, doch ze begrepen elkaar en het waren altijd vlotte en geanimeerde gesprekken.
Breman-Asikuma was een van de belangrijker buitenstaties. In augustus 1943 nodigden het opperhoofd en de ouderlingen van de Breman-staat de OLA-zusters uit en verzochten hen hier een meisjesschool te openen en toonden hun de gebouwde woning en schoolgebouw. Een week later kwam Mgr. Porter met zijn vicaris pater James Fischer ook kijken. Breman-Asikuma stond niet op het prioriteitenlijstje van het vicariaat, doch vanwege de bezielende begeleiding van pater Giebels, waren de gebouwen reeds klaar en de zusters verlangend hier te beginnen. Op 20 december 1943 verhuisde pater Piet Giebels van Saltpond naar Asikuma, als eerste residerende priester van deze missiepost.
Na de oorlog ging Piet als een van de laatsten op vakantie in augustus 1947, want hij was bij de laatsten die vóór de oorlog waren uitgekomen. Dit betekende wel, dat hij zijn moeder niet meer zou terugzien: zij was in 1946 overleden.
Na terugkeer van vakantie in 1948 werd Piet benoemd tot assis¬tent te Tarkwa bij overste Harrie Sevriens. Hij was te Asikuma eigenlijk ver vóór zijn beurt 'de facto' overste geworden. In januari 1950 ging hij terug naar Asikuma, waar André Stoffels nu pastoor was. Piet werd belast met het district. In Besease, een van de betere buitenstaties, had zijn voorganger Cor van de Plas reeds een missiehuisje gebouwd, met deuren waaraan niemand zijn hoofd hoefde te stoten. In zijn eerste tour had Piet bij de bouw van missiehuisje, school of kerkje, blijkbaar te vaak zijn eigen lengte als maatstaf voor doorgang genomen, zoals de lange van de Plas pijnlijk ontdekte!
Piet besteedde speciale aandacht aan de verdere ontwikkeling van Besease. Op 1 januari 1952 kon hij daar zijn intrek nemen, opnieuw als eerste residerende priester en pastoor van deze nieuwe St. Michael's parochie, afgescheiden van Asikuma. Father Francis Couston werd zijn assistent. In 1954 ging Piet op vakantie naar Nederland, doch kwam nadien weer terug in Besease.
In september 1957 werd hij overgeplaatst naar Assin-Foso. De maand ervoor was daar de pastoor, pater Benoit Evers, overle¬den. Enkele jaren ervoor was in deze plaats een missie-zieken¬huisje gebo¬uwd. De management hiervan was, tijdens het pasto¬raat van Piet, niet in handen van religieuzen, doch van leken¬personeel, dokter en verpleegsters, uitgezonden door de Memi¬sa. Dit bracht weer een hele nieuwe dimensie met zich mee: vredestich¬ter in arbeidsconflicten en praatpaal bij liefdespe¬rikelen. Ook op Piet's schouder is heel wat liefdesverdriet en jaloezie uitgehuild.
Na zijn vakantie in 1964 ontving Piet een nieuwe benoeming en een nieuwe uitdaging. Aartsbisschop J.K. Amissah had tot heden nog geen enkele nieuwe parochie geopend. Piet Giebels kreeg nu de opdracht om Sefwi-Wiawso, buitenstatie van Bibiani, te openen. Wiawso was de hoofdstad van het Sefwi bevolking. In deze plaats resideerde ook de omanhen van de Sefwi bevolking, Nana Edusei, een oude 'St.Augusti¬ne's Boy'. Hij had daar, samen met seminarist J.K. Amissah, nu aartsbisschop, gestu¬deerd en beloofde nu zijn medewerking. Van november 1964 tot augustus 1968 heeft pater Giebels daar, als oprichter en eerste pastoor van deze parochie, een solide grondslag gelegd voor de verdere ontwikkelingen. In het jaar 2000 werd Wiawso het 18de bisdom van Ghana.
In 1968 werd pater Giebels naar het seminarie te Amisano geroepen als geestelijk leider. Hij nam zijn missieboy, John Ofori uit Wiawso, mee naar het seminarie. Deze werd in 1981 priester gewijd. In 1972 wenste de seminariestaf een nieuwe geestelijke leider en liefst een afrikaan. De aarts¬bisschop bood hem aan om in Cape Coast econoom van het bisdom of pas¬toor van de kathedraal te worden, doch Piet wilde geen zware verantwoordelijkheid meer en bleef nog enkele jaren in Cape Coast als assistent van de kathedrale parochie. Hij voelde zich echter ook verantwo¬ordel¬ijk voor zijn ouder wor¬dende broer en zusters en wilde graag in hun nabijh¬eid zijn.
Op 14 juni 1974 kwam pater Giebels definitief en vermoeid terug naar Nederland. Bijna 35 jaar had deze actieve missiona¬ris in Afrika gewerkt als priester, bouwer, administrateur, leraar, kortom hij deed wat gedaan moest worden. Doch het gelukkigst was pater Piet als hij bij mensen was, thuis, op het werk of op de markt. Zijn kennis van de inlandse taal was hierbij een grote hulp. Op pretentieloze wijze maakte hij gemakkelijk contact met de mensen, eenvoudig en heel gewoon, doch met warme belangstelling. Niet iedere confrater was even gelukkig met zijn hoeveelheid import van religieuze zaken, waaronder veel (gipsen?) beelden en beeldjes, die dikwijls gebroken waren en door Piet weer zorgvuldig werden gelijmd. De mensen in de dorpen waren er gelukkig mee.
In huize Tafelberg te Oosterbeek deed Piet nog wat administra¬tie. Gedurende vijf jaar was hij tevens onder-overste van de communiteit. Doch spoedig vond hij zijn weg naar de mensen buitenshuis. Hij kwam in contact met het gemeenteziekenhuis te Arnhem, later gefuseerd met de 2 andere ziekenhuizen, tot het nieuwe Rijnstate-ziekenhuis. Hij bezocht de zieken in het ziekenhuis, doch ook nog vaak daarna, bij hen thuis. Hij heeft voor velen in Oosterbeek en nabijgelegen plaatsen veel bete¬kend. In december 1988 vierde hij en 3 andere huisgenoten hun gouden priesterjubi¬leum.
Zijn gezondheid ging echter geleidelijk achteruit. In 1990 nam hij officieel afscheid van zijn vrijwilligerswerk in het zieken¬huis. Vanwege bloed¬vaten¬vernauwing moest een jaar later een been, juist onder de knie, geamputeerd worden. Op wils¬kracht leerde hij weer lopen en autorijden in een aangepaste wagen, zodat hij zijn contac¬ten met mensen, meestal zieken en hun huisgenoten of verwant¬en, kon blijven onderhouden. Ook nabest¬aanden van zijn omvang¬rijke kennissen¬kring hadden zijn aanda¬cht via persoonlijk contact of een telefoontje.
Overleden.
Eind 1993 vertrok hij met de overige bejaarden van huize Tafelberg naar het bejaardenhuis van de Sociëteit te Cadier en Keer. In 1995 begon ook de vaatvernauwing in het andere been problemen te geven. Op weg naar het ziekenhuis voor onderzoek raakte hij, op 9 december 1995, bij het oversteken van de rijksweg bij de 'Auber¬ge' (v/h. Souren) nog betrokken bij een autobotsing: zijn wagen werd in de rechterflank aangereden. Piet, en meerderen met hem, waren overtuigd, dat hij wel vier beschermengelen heeft gehad.
Op 19 januari 1996 werd hij opgenomen in het academisch zie¬ken¬huis te Maas¬tricht, waar hij geholpen moest worden aan zijn been. De operatie leek geslaagd, doch de toestand van de patiënt baarde zorg. De ziekenzalving werd toegediend. Enkele dagen erna, op zaterdaga¬vond 27 januari 1996, is hij plotse¬ling, op bijna 82-jarige leef¬tijd, gestorven aan een hartin¬farct. Zijn nog enigst overle¬vende zus Zr. Zita, had een uur ervoor, toen overste Wim van Frankenhuijsen binnenkwam, nog blijmoedig afscheid van broer Piet genomen en was op weg terug naar haar klooster te Oirschot. Omdat Piet last van benauwd¬heid kreeg, nam Wim gauw afscheid, gaf Piet nog de zegen (en Piet zegende terug). Reeds beneden bij de uitgang kreeg de overste te horen dat pater Giebels overleden was.
De plechtige uitvaartdienst vond plaats op donderdag 1 febru¬ari 1996 in een volle kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. Familieleden, vrienden en bekenden Ommel, Oosterbeek en omgeving, en confraters uit het hele land, kwamen afscheid nemen. Provinciaal Storcken zelf kreeg op die dag in het ziekenhuis een pacemaker. Overste Wim van Frankenhuijsen ging voor in de dienst met assistentie van Piet's dorpsgenoot Hein Verspeek en pastoor Antoon Wissing van Oosterbeek. Hierna werd pater Giebels ter ruste werd gelegd op het eigen kerkhof van het missie¬huis.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. van Brakel in S.M.A. missionary presence, vol. Iv pg. 135, 144, 170.
- Yvonne Hasselaar in Arnhemse Courant 16.1.1988.
- H. Smeets, pastor: huisorgaan Rijnstate nr. 6 juli 1990.
- Onze Krant nr. 107, april 1996.
- H.C. Erkens in 'Hoog en Laag', Oosterbeek, 31.01.1996.
Recherchez .../ Search...