Société des Missions Africaines –Province de Hollande
né le 17 juillet 1906 à Amsterdam dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 28 juillet 1929 prêtre le 17 décembre 1932 décédé le 31 janvier 1966 |
1933-1937 Cadier en Keer, prof de math décédé à Aalbeek, Hollande, le 31 janvier 1966, |
Pater Cor de ROY (1906 - 1966)
Afkomst.
Cornelis de Roij, zoon van Wilhelmus de Roij en Theodora Gerarda van Koevorden, werd geboren te Amsterdam op 17 juni 1906 en daags erna gedoopt in de kerk van de H. Bonifatius. Verdere familiegegevens ontbreken in ons archief.
Opleiding.
In 1921 kwam Kees de Roij naar het missiecollege te Cadier en Keer en volgde daar de zes jaar middelbare opleiding. Dit waren de jaren van omschakeling van frans naar nederlands, van klasseleraren naar vakleraren. Kees of Cor (binnen de S.M.A. werden beide namen gebezigd) deed zijn philosophie te Chanly in België. Door eedaflegging werd hij op 28 juli 1929 lid van de Sociëteit. We lezen in zijn beoordeling door de staf:
"Mr. de Roij est un aspirant très pieux et très sérieux. Mais il y a un peu de raideur dans son caractère".
Hij behoorde tot de klas, die als eerste, de volledige theo¬logische studie maakte te Hastings in Engeland. Daar werd hij in zijn vierde jaar theologie, op 17 december 1932 (quae fuit Sabbat. Quatt. Temp. Adv.), door Mgr. Peter Amigo tot priester gewijd.
Missionaris.
Zijn verdere leven als priester-missionaris zou volledig liggen in de opvoeding en vorming van missionarissen. Na het beëindi¬gen van zijn studies ging hij in september 1933 naar Cadier en Keer, waar hij werd benoemd tot wiskundeleraar. Volgens de toenmalige opvattingen bij het bestuur be¬schikte hij over de uitmuntende eigenschap¬pen: vroom en se-rieus! Meerdere benoemingen zijn blijkbaar volgens deze maat¬staf gemaakt. Na de provinciale vergadering van 1937 werd Kees de Roij benoemd tot overste /econoom van het seminarie te Cadier en Keer. Dit bleek een misgreep. Hij nam deze taak veel te zwaar en te serieus op. Daarbij kwam, in 1940, nog de spanning van de oorlogstoestand, de onzekere toekomst, de verantwoorde¬lijkheid voor de jongens. Hij werd volkomen overspannen en ging voor rust naar Noordwijk. Daar ontving hij in oktober 1940 een schrijven van provinciaal ten Have, die hem adviseer¬de zijn ontslag als overste in te die-nen. Dit kwam wel pijn¬lijk aan. In de duinen langs het strand heeft hij de inhoud van deze brief overwogen. Hij vroeg zich vooral bezorgd af: wat dan nu? Toch heeft hij plichtsgetrouw zijn ontslagbrief geschreven op 15 oktober 1940.
Filosoof.
Na redelijk herstel werd hij benoemd voor het seminarie te Aalbeek om daar, naast pater Dr. Wim van Hout, les te gaan geven in de philosophie. Van september 1945 tot juli 1946 was hij surveillant op de bisschoppelijk kweekschool te Roermond. Uitzen¬ding naar de missie werd zelfs door het bestuur overwo¬gen. Daarvoor is hij in het ziekenhuis St. Laurentius te Roer¬mond uitgebreid onderzocht. Hij werd goedgekeurd met de vol¬gende bemerking:
"Voorbehoud voor uitzending naar de tropen is m.i. alleen te maken op grond v/d leeftijd van 40 jr (bijna), waarop de acclimatisatie gewoonlijk niet meer meevalt".
Hierop werd hij door het bestuur naar Rome gestuurd om aan het pauselijk instituut 'Angelicum' een jaartje wijsbegeerte te gaan studeren. Op 4 juli 1947 haalde hij daar 'cum laude' zijn licentiaat.
In september 1947 was Drs. C. de Roij terug te Aalbeek en doceerde daar, vol overgave en in zijn stijl, de leer van St. Thomas. Hij was een verstokte Thomist en zou in zijn lessen niet nalaten om, te pas en te onpas, zijn Romeinse professor 'the famous Eugenius Toccafondi' te citeren. Ook hier was hij 'rechtlijnig' in zijn betoog en miste de nodige nuanceringen of andere benaderingen van een stelling. De colleges in Aal¬beek werden in het engels gegeven. Op zijn periodiek herhaalde retorische vraag: "Mr. X, do you understand? Please, don't say 'no', because then I have to repeat!'. En dat is ook precies wat hij deed: letterlijk herhalen alsof je het niet gehoord had en doof was, in plaats van te proberen het probleem op een andere manier duidelijk te maken.
Met een jaartje onderbreking (1956/57), toen er vanwege invoe¬ring van het 'spiritual year' geen philosophie gedoceerd werd, heeft Kees de Roij te Aalbeek les gegeven tot 1963. Toen ging het echt niet meer. Hij liep vast in zijn 'Thomisme': hij was te rechtlijnig en te serieus en miste de flexibiliteit om zich aan te passen aan de tijdgeest en de hiermee 'besmette' stu¬denten. Overspannenheid was dan ook het logische gevolg.
Gestorven.
Plotseling is hij heengegaan. Op 31 januari 1966 ging de overste van het seminarie, pater Jo Leferink, hem rond 8 uur wekken, doch kreeg geen gehoor. Hij liet hem nog maar wat rusten en probeerde opnieuw om 9.00 uur. Toen weer geen gehoor gekregen werd, heeft men toegang tot zijn kamer verschaft. Daar vond men hem, dood op de vloer liggend, met de ramen open. Pater de Roij werd 59 jaar en is, naar menselijke maat¬staven, te jong gestorven. Mogelijk is hij juist op tijd gaan hemelen, want zijn overlijden vond plaats in een periode van snelle, en soms nogal radicale, veran¬dering in kerk en samen¬le¬ving. Kees zou daar, gezien zijn instelling en karakter, wellicht moeite mee hebben gehad.
Zijn uitvaart en begrafenis ge¬tuigden reeds van veranderde tijden. Deze vonden plaats in het missie-college te Cadier en Keer op 3 februari 1966. In de verslaggeving over deze plech¬tigheden werd uitdrukkelijk vermeld dat deze gehouden werden volgens de in Nederland toegestane nieuwe liturgie voor over¬ledenen.
"Voor de eerste maal werd bij de uitvaart van een confra¬ter de H. Eucharistie geconcelebreerd. Hoofdcelebrant was Pater Provinciaal, en zeven S.M.A. 'ers, allen in witte paramenten, stonden als concelebranten rond hem. Het H. Misoffer werd gevierd in het teken van de Verrijzenis. Zo werd onder meer, in plaats van het "Dies Irae" het minder onheilspellende en meer betekenisvolle 'Victimae Paschali Laudes' gezongen" (J. ter Linden in 'Onze Krant').
Volgens het geciteerde artikel in 'Onze Krant' maakte de plechtigheid grote indruk op de aanwezigen: familie, confra¬ters en bekenden, seminaristen en studenten van Aalbeek en Keer.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J.v.d.Kooij in 'Afrika Ontwaakt' jrg. 1967, pg. 49.
- J. ter Linden in 'Onze Krant' jrg. 7, nr. 1 (maart 1966).
Recherchez .../ Search...