Société des Missions Africaines - Province de Hollande
![]() |
né le 07 avril 1933 à Medemblik dans le diocèse de Haarlem, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1957 prêtre le 21 décembre 1961 décédé le 17 février 2003 |
1962-2000 missionnaire au Ghana décédé à Akwatia, Ghana, le 17 février 2003 |
Pater TonMANSHANDEN (1933 - 2003)
Afkomst.
Antonius Martinus Manshanden, zoon van Wilhelmus Manshanden (+ 1979) en Johanna Hoek (+1967), werd als achtste van de negen jongens, geboren te Medemblik op 7 april 1933. Vader was landarbeider en tuinman. Hij heeft indertijd ook gewerkt bij de drooglegging van de Wieringermeer.
Opleiding.
Na de lagere school ging Ton tenslotte zijn oudste broer Cor achterna en besloot om evenals hij ook priester-missionaris te worden. Hij ging in september 1949 naar Huize Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel en drie jaar later naar het missiehuis te Cadier en Keer. In 1955 begon hij zijn hogere studies van filosofie en theologie in het seminarie te Aalbeek, dat in 1956 voor een jaar onderbroken werd voor het houden van zijn ‘spiritual year’, afgesloten met de eerste eedaflegging op 15 juli 1957. Op dezelfde datum, vier jaar later, legde hij de eeuwige eed af als lid van de S.M.A.
Volgens de staf van het seminarie was Ton was een middelmatig student, sterk en gezond, godsvruchtig, serieus en plichtsgetrouw, een harde en verstandige werker, misschien niet erg creatief, maar met voldoende ondernemingsgeest bij zijn werk in park en tuin. De staf vond Ton wat hoekig: hij kon hier of daar iets vlotter zijn. Maar hij was een behoorlijk sportsman en goed gezien en gewaardeerd door zijn medestudenten.
Op 21 december 1961 werd hij en zijn klasgenoten in de parochiekerk St. Anna te Heerlen door Mgr. Moors tot priester gewijd.
Missionaris.
Pater Ton Manshanden, of Toon zoals hij door zijn confraters genoemd werd, ontving zijn benoeming voor de missie in Afrika. Hij vloog op 29 november 1962 naar Ghana, waar hij in Winneba zijn pastoraal jaar deed. Hij was bestemd voor het aartsbisdom Cape Coast en werd in Juli 1963 benoemd voor de parochie van Assin-Foso, een grote plattelandsparochie, waar Piet Giebels pastoor was, doch een jaar later vervangen werd door Herman Engberink. In die jaren waren er twee assistenten voor de talloze buitenstaties in de Assin en de Twifu/Heman district. In 1967 ging hij voor vijf maanden op vakantie naar Nederland. In dat jaar overleed zijn moeder. Na terugkeer in Ghana werd Toon opnieuw voor Foso benoemd als assistent voor de buitenstaties, doch was in 1969 vijf maanden waarnemend pastoor tijdens de vakantie van pater Engberink.
Na zijn vakantie in 1971 ging pater Manshanden eerst voor een half jaar naar Besease, waar de pastoor op vakantie ging naar Europa. Daarna werd hij benoemd tot assistent van de parochie Elmina bij pastoor Jan Meulepas. Daar heeft hij gewerkt in de buitenstaties van 1972 tot hij op vakantie ging in 1978, en heeft tevens Jan ook een paar keer vervangen als waarnemend pastoor tijdens diens vakantie.
Voorheen gingen de missionarissen om de vijf jaar op vakantie, maar vanaf de begin zeventiger jaren is de lengte van het verblijf in Afrika teruggebracht naar 3 jaar. Hierna kon men vier maanden vakantie genieten. Vroeger ging ook veel tijd verloren met de zeereizen en het wachten op de afvaart van de boten.
In 1979 volgde de benoeming van pater Manshanden tot pastoor van Agona Swedru, waar de later jong verongelukte pater Hans van de Ven zijn assistent was.
In september 1984, na zijn vakantie, werd Ton opnieuw benoemd voor de hem wel bekende parochie van Elmina, waar Jan Meulepas meer dan twintig jaar pastoor was geweest en onlangs wegens ziekte moest repatriëren.
Acht jaar lang is Toon hier pastoor geweest met steeds Afrikaanse assistenten voor de buitenstaties. Binnen zijn parochiegrenzen lag ook het kleinseminarie van Amisano, waar hij altijd goede contacten mee heeft gehad en ook vroeger al als assistent wekelijks (op vrijdagavond) met zijn pastoor Jan Meulepas heen ging om daar met collega’s te gaan kaarten. In Elmina heeft Toon ook, in december 1986, zijn zilveren priesterjubileum gevierd en het typeert hem, dat hij de Afrikaanse priester James Myers, die een twintig jaar eerder zijn mede-assistent was voor de Assin-Foso buitenstaties, had uitgenodigd om de feestpredikatie te houden. Daar ontving hij ook, in februari 1988, het droevige bericht, dat zijn oudere broer Piet plotseling op 67 jarige leeftijd gestorven was. Bij Piet en zijn vrouw Ali bracht Toon zijn vakanties door. Doch daar bleef het niet bij. Door de jaren heen zijn hem al zijn broers ontvallen en meerderen op identieke wijze. Zo ook zijn oudste broer Cor, die na bijna 38 jaar missionaris in het bisdom Keta/Ho in Ghana gewerkt te hebben, in 1984 terugkeerde naar zijn geboorteplaats Medemblik. Hij assisteerde nog als pastor voor de bejaarden en in zijn bejaardenflatje bracht Ton sindsdien zijn vakanties door. Eind 1991 werd ook hij, en ook onverwachts, dood op bed aangetroffen, terwijl hij juist bezig was met de voorbereidingen om een bezoek aan ‘zijn’ bisdom in Ghana, en aan zijn broer, te brengen.
In augustus 1992 werd pater Manshanden benoemd om Nyakrom, een buitenstatie in het district van Agona Swedru, te openen als een hoofdstatie. Hijzelf werd de eerste residerende priester als pastoor van deze parochie. Tevens werd door de S.M.A. een beroep op hem gedaan om jonge S.M.A. kandidaten van verschillende nationaliteiten tijdens hun pastorale stage in Nyakrom te begeleiden
Ton was geen man van geleerde boeken en diepzinnige theorieën. Hij was iemand die hield van de mensen in Ghana en zich bij hen thuis voelde. Hij was een harde en betrouwbare werker, die als het nodig was, niet schroomde om zelf de schop ter hand te nemen. Was hij eenmaal ergens gevestigd, dan hechtte hij zich aan mensen daar en bleef graag lang. De kroon op zijn werk was de opening van Nyakrom als parochie. Hij had die plaats al bezocht als een buitenpost en bleef er acht jaar als de eerste pastoor van de parochie.
Overleden.
Toen een verslechtering van zijn gezondheidstoestand hem noodzaakte om het parochiepastoraat op te geven, kwam hij naar Nederland. Hij werd steeds onzekerder en wist met zichzelf en zijn tijd nog nauwelijks raad. Hij ging terug naar Ghana om behulpzaam te zijn in het Regionaal S.M.A. Huis te Winneba, maar zijn toestand verbeterde niet.
Hij ging weer terug naar Nederland en verbleef in het missiehuis te Cadier en Keer, waar hij zijn vertier vond in het werken in park en tuin. Intussen waren er meer sterfgevallen in de familie, o.a. zijn schoonzus Ali, jarenlang zijn vakantie adres, en zijn jongste broer Ties. Hij was nu de enigst overlevende van de negen. Toch wilde hij nog een keer terug naar Ghana. Een van ‘zijn’ jongens, die hij vanuit Elmina naar het seminarie had gebracht, werd nu priester gewijd. Daar wilde hij bij zijn en daarna zou hij definitief naar Nederland terugkeren, maar de Heer van de Wijngaard heeft het hem gegund om op het missieveld te overlijden en te rusten gelegd te worden bij de mensen, waarmee hij zich meer dan veertig jaren lang zo hecht verbonden heeft gevoeld. Deze rust is hem van harte gegund.
Hij overleed in het St. Dominicus ziekenhuis te Akwatia op 17 februari 2003. Na een druk bezochte Avondwake in zijn parochie te Nyakrom, was er op 28 februari een pontificale uitvaartdienst in de kathedrale kerk van Cape Coast, waarbij vele priesters en religieuzen en bijna alle S.M.A. leden, werkzaam in Ghana, aanwezig waren. Daarna is hij begraven bij zijn collega’s op het priesterkerkhof nabij het hem zo bekende seminarie te Amisano, nabij Elmina. Op dezelfde dag ging provinciaal Jos Pijpers met enkele collega’s voor in de eucharistieviering ter herdenking in de St. Martinuskerk van zijn geboorteplaats Medemblik, in het bijzijn van zijn familieleden, parochianen en bekenden.
Bronnen.
- Archief Nederlandse provincie S.M.A. te Cadier en Keer.
- Onze Krant, nr. 129, april 2003.
Recherchez .../ Search...