Société des Missions Africaines –Province de Strasbourg
![]() |
né le 16 juin 1910 à Goch (Allemagne) dans le diocèse de Munster, Allemange membre de la SMA le 15 juillet 1934 prêtre le 18 décembre 1937 décédé le 17 mars 1983 |
1938-1944 Nieuw Herlear, professeur décédé à München-Gladbach, Allemagne, le 17 mars 1983, |
Pater Theo VENHOVENS (1910 - 1983)
Afkomst.
Wilhelm Theodor Venhovens, zoon van slotenmaker ('Schlosser') Mat¬thias Venhovens en zijn vrouw Wilhelmina Janssen, werd geboren te Goch (Kreis Kleve) op 16 juni 1910 en op 19 juni d.a.v. ge¬doopt met de namen Gulielmus Theodorus in de paro¬chiekerk van de H. Maria Magdalena te Goch. Theo (of Thei), zoals hij thuis genoemd werd, had nog twee broers. Later verhuisde de familie naar Swalmen. Theo werd in 1919 door Mgr. Schrijnen gevormd te Gennep.
Opleiding.
Na de lagere school ging Theo in 1924 naar het seminarie van de SVD te Uden. Aan het einde van het studiejaar adviseerden ze hem wegens studiemoeilijkheden een andere richting in te gaan. Theo wilde echter priester-missionaris worden en werd op verzoek aangenomen in het missiehuis te Cadier en Keer, waar hij zijn middelbare opleiding deed van 1925 tot 1931.
Vandaar ging hij naar Bemelen voor zijn noviciaat en philosop¬hie. Na het eerste jaar heeft hij zijn studie vanwege een longaandoening voor een jaar moeten onderbreken. Daarom trad hij door eedaflegging pas toe tot de Sociëteit op 15 juli 1934. De bemerkingen waren
a) godsvrucht, gedrag en toeleg: goed;
b) begaafdheid: zeer zwak, maar werkt hard;
c) karakter: goed, nogal gehecht aan eigen zienswijze, gevoe¬lig, nogal wisselvallig en soms wat neerslachtig.
De studie van de theologie deed hij te Hastings in Engeland van 1934 tot 1938. Op 18 december 1937 werden hij en zijn klasgenoten door Mgr. P. Amigo in de kapel van het seminarie te Hastings tot priester gewijd.
Missionaris.
Na beëindiging van zijn studies werd hij benoemd tot leraar aan het kleinseminarie Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel. In maart 1939 ging hij naar de keuringsraad van het nederlands Medisch Missie Comité te Rotterdam. Dr. Minderop, de secreta¬ris van de keuringsraad schreef aan de provinciaal:
"Ook al konden wij, zelfs bij doorluchting, geen afwij¬kingen meer vinden, op grond van de voorgeschiedenis moeten we helaas deze candidaat voor de missie afkeuren. De kans dat het vroegere proces aldaar plotseling weer opvlamt en alle funeste gevolgen daaraan verbonden, mogen wij niet riskeren".
Hiermee was de kans om naar de missie te gaan voor Theo defi¬nitief verkeken. In het seminarie probeerde hij gestalte te geven aan zijn missie-idealen. In 1941 werd onder de studenten de Studenten-Missie-Actie 'Pater van de Pavoordt' opgericht, waarvan Theo de bezielende moderator werd.
Tot 1944 bleef hij in Herlaer, ging toen voor een jaar als S.M.A.-propagandist voor de pro-vincie Limburg naar Bemelen, doch de oorlogstoe¬standen ver¬hinderden effectief werk. In 1945 ging hij terug naar Herlaer. In juli 1946 werd hij benoemd tot provisor in het missiehuis te Cadier en Keer, doch reeds in mei 1947 opnieuw ingeschakeld bij de lesgevende staf van het seminarie.
Na de ziekte van pater Janssen werd Theo, in maart 1952, be¬noemd om pater Blom te assisteren in de wijnzaak. In oktober 1958 werd hij benoemd tot provisor van het seminarie te Aal¬beek. Zijn karaktereigenschappen begonnen zich meer te profi¬leren naar buiten: minder gecontroleerd en meer last van kwade buien, opvliegend. Hij kon zijn draai niet vinden en kon daar moeilijk mee omgaan: hij begon vragen te stellen bij zijn functioneren en begon zich over te geven aan zelfverwijt. Dit alles werkte weer op zijn gemoed. Hij verliet Aalbeek in april 1959 en, na enkele maanden rust bij zijn familie te Swalmen en Erp, werd hij assistent bij pastoor Janssen te Ijsselsteyn-Venray. Pastoor Janssen was indertijd medekapelaan met pater Gootzen te Blerick. In deze parochie heeft Theo meer dan 3 jaar gewerkt. Intussen was pater Florack provinciaal en daar¬mee had hij veel betere contacten, dan met zijn voor¬gan¬ger.
Op 12 december 1963 ging hij naar Duitsland en werd rector in het 'St. Mariën Hospital' te Kerpen. Doch begin juni 1964 kreeg Theo een telefoontje van een zekere 'Prälat Dr. J. Schlafke, Personalreferent von das Erzbischöfliches Generalvi¬kariat'. Deze meende dat Kerpen zich wel kon redden, en wilde hem graag hebben voor een ziekenhuis in Düsseldorf (ook een 'Marien Krankenhaus') met 200 bedden. Theo schreef naar de provinciaal:
"Doch bij informatie bleek het veel groter te zijn en het stond onder lekenleiding. Pater, kort en goed, ik voel er niets voor. Ik ben nu zo'n beetje ingeburgerd hier in Kerpen. Kan met de geestelijken van het dekenaat goed overweg. Heb in de parochiekerk een eigen biechtstoel met bijzondere biechturen wekelijks. Ik kom er dus in en, wat toch wel meer is, ik voel totaal niets voor een groot¬stad. Om de Hochw. Herr Dr. Schlafke tevreden te stellen, heb ik hem voorgeslagen U te schrijven en u te vragen of u er mogelijk iemand voor hebt".
Nog vier jaar heeft pater Venhovens in Kerpen kunnen werken. In 1967 viel het besluit dat de zusters uit Kerpen zouden vertrekken. Het toeval wilde, dat de zusters elders om een priester verlegen zaten en dus kwam de provinciaal hem hier¬voor vragen. Op 17 april 1967 ging Theo over van het bisdom Keulen naar het bisdom Aken. Na zijn dood schreef de bisschop van Aken:
"Im Mai 1967 kam er in unser Bistum und übernahm die Stelle des Hausgeistlichen im früheren Provinzialat der Armen Dienstmägde Jesu Christi, jetzt Altenheim 'St. Maria' in Mönchengladbach-Hehn. Hier war er bis zu seinem Tode tätig".
in 1967 verbleven in dat huis: 54 bejaarden, 36 leerlingen van de ver¬pleegsters¬opleiding en een twintigtal zusters.
Theo bleef een gevoelig mens, soms wat kinderlijk, onzeker, plaatste vraagtekens bij zijn functioneren en bij bepaalde geloofspraktijken, miste erkenning en bevestiging, kortom alles meer emotioneel dan rationeel. Hij begon zich ook steeds meer zorgen te maken over zijn gezond¬heid en kreeg moeilijkhe¬den met de bloedsomloop.
Gestorven.
Op 17 maart 1983 is hij plotseling gestorven in het bejaarden¬huis 'St. Maria' te Mömnchengladbach-Hehn, 72 jaar oud. Op 21 maart 1983 vond in de parochiekerk van Mönchengladbach-Hehn de plechtige uitvaartdienst plaats. Daarna is hij daar op het parochiekerkhof begraven.
Bronnen:
- Archief Nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant, nr. 56, juni 1983.
Recherchez .../ Search...