Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 7 avril 1934 à Horn dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1957 prêtre le 11 février 1961 décédé le 23 mars 1992 |
1961-1965 missionnaire au Ghana décédé à Hornerheide, Hollande, le 23 mars 1992, |
Pater Piet FEIJEN (1934 - 1992)
Afkomst.
Petrus Hermanus Josephus Feijen, zoon van Johannes Wilhelmus Feijen (1886 - 7.04.1960) en Lucia Schreurs (1893 - 1981), werd geboren te Horn op 7 april 1934 als nakomertje in een gezin van zeven kinderen, 3 jongens en 4 meisjes, waarvan er één op 20-jarige leeftijd is overleden aan een hartembolie. Piet werd, daags na zijn geboorte, gedoopt in de parochiekerk van de H. Martinus. Vader was in dienst bij rijkswater¬staat.
Opleiding.
In september 1947 kwam Piet naar het missiehuis te Cadier en Keer, waar hij zijn middelbare opleiding volgde. Tijdens zijn laatste jaar brandde het missiehuis af, waardoor Piet nog enkele maanden verblijf in Lilbosch bij Echt heeft meege¬maakt.
In september 1954 kwam hij naar Aalbeek voor de philosophie. In 1956 begon daar, voor de eerste keer, het zogeheten 'spiri¬tual year'. Leerlingen van drie studiejaren namen daar tege¬lijkertijd aan deel. Aan het einde van dat jaar legde Piet, op 15 juli 1957, de eerste tijdelijke eed af voor de periode van één jaar. Na her¬nieuwingen werd op 15 juli 1960 de eeuwige eed afgelegd. Drie maanden ervoor, op zijn verjaardag op 7 april, is zijn vader plotseling overleden aan angina pectoris.
Piet volgde met succes zijn theologische studies en werd, op 11 februari 1961 in de nieuwe kapel van het missie¬huis, door Mgr. Paulissen tot priester gewijd.
Missionaris.
Pater Piet Feijen werd benoemd voor de missie. Van juli tot september 1961 ging hij naar Londen op assistentie tijdens de vakantiemaanden om wat praktijkervaring op te doen, vooral ook in het spreken van het engels. Op 28 november 1961 vloog hij naar Ghana om daar in Winneba onder leiding van pater Frans Pas zijn pastoraal jaar te maken.
In juli 1962 volgde zijn eerste benoeming tot assistent in de parochie Foso, waar Piet Giebels pastoor was. In juni 1963 moest Jan Hassing, pastoor van Prestea, wegens ziekte onver¬wachts terug naar Europa. Omdat Prestea een éénmans-parochie was, werd Piet daarheen gestuurd, om tijdelijk de zaak draai¬ende te houden, totdat andere voorzieningen getroffen konden worden. In augustus kon Piet Prestea verlaten en werd hij benoemd voor Takoradi, waar juist een paar priesters waren overgeplaatst en pastoor Denis Florack dodelijk was veronge¬lukt. Ter overbrugging werd Harrie Portier even waarnemend pastoor tot, in november 1963, Theo Brockhoff benoemd werd als pastoor en Bernard Wieggers als assistent voor de stad. Piet Feijen werd belast met de buitenstaties in het Ahanta-dis¬trict. Twee jaar lang heeft hij dat gedaan. Toen werd hij, wegens een vacature in het propaganda-apparaat te Oosterbeek, teruggeroe¬pen als propagandist voor noordoost-nederland.
In september 1967 kwam Piet weer vrij en werd opnieuw benoemd voor de missie. Hij vertrok in oktober en werd benoemd tot assistent in de parochie Saltpond, waar de afri-kaanse priester Paul Louis pastoor was. Veel tijd en energie heeft hij in die jaren gestoken in de ontwikkeling van de buitenstatie Anoma¬boe, waar hij ook veelvuldig over sprak en tot hilariteit van velen de naam van deze plaats steeds uit¬sprak als Anomaáaboe met een overdreven klemtoon op de derde lettergreep, terwijl deze, na een korte a, hoort te liggen op de vierde letter¬greep. De bouw van een nieuwe kerk in deze plaats is voor een groot gedeelte zijn verdienste.
Hij raakte ook actief betrokken bij Sociëteitsaangelegenheden. Het jaar 1968 was een verkiezingsjaar. Links en rechts werden voorbereidende vergaderingen gehouden. Of dit geschiedde in het regionaal huis te Winneba of op het strand van Busua, Piet was erbij en raakte begeesterd. In 1969 ontstonden er proble¬men over een contract tussen de Sociëteit en de bisdommen in Afrika. Volgens de besluiten van de recent gehou¬den S.M.A.-verga-deringen moesten de werkovereenkomsten nu vastgelegd worden omdat de mis¬siegebie¬den niet langer aan de Sociëteit waren toevertrouwd. Sommige bisschoppen protesteerden. Hierbij kwam ook nog het knelpunt van de lengte van een toer. De S.M.A. wilde deze, voor Ghana, van vijf jaar terugbren¬gen naar drie. Aartsbisschop Amissah weigerde het contract te onderte¬kenen. De Sociëteit hield eraan vast en zond twee missionaris¬sen, die reeds meer dan drie jaar ononderbroken in Ghana werkzaam waren, op vakantie. De aartsbisschop had gedreigd te weigeren hen terug te nemen in zijn bisdom. Tijdens een lang¬durige bijeenkomst werd voorgesteld / afgesproken, om met elkaar solidair te zijn. Deze solidariteitsverklaring, die niet door iedereen op dezelfde wijze geïnterpreteerd werd, heeft veel leed en gewe¬tensproblemen veroorzaakt, ook bij Piet Feijen. Uiteindelijk werd het contract, inclusief de bepaling van de driejarige toer, toch getekend. Doch de aartsbisschop weigerde de twee missionarissen, die reeds door de Sociëteit op vakantie ge-stuurd waren, terug te nemen, pretenderend dat hij hiermee zijn authoriteit zou verliezen.
Piet Feijen ging na zijn drie jaren, in januari 1971, op vakantie. Hij meende, vanwege de solidariteitsverklaring, niet naar het bisdom te kunnen terugkeren, zolang die andere twee geweigerd werden. Wat nu? Even werd nog gedacht aan Osu-Accra, waar Brockhoff en Wieggers een prokuur aan het opzetten waren, doch bisschop Andoh vond een derde man niet nodig. Nigeria, in het bisdom Ijebu-Ode bij G. van Hout, leverde visa-moeilijkhe¬den op. Tenslotte aanvaardde Piet een functie op de prokuur in Oosterbeek vanaf januari 1973. Hij werd verantwoordelijk voor het hele pakket van inkoop en verzending.
Toen begin 1974 te Oosterbeek dicht bij de Tafelberg door de S.M.A. een herenhuis gekocht werd, was Piet één van de eerste bewoners en richtte zijn kamer stijlvol in en had iets van een liturgisch museum met een missaal op standaard, wierookvat, beelden en kandelaars. Piet had iets deftigs, iets stijlvols, of, zoals collega's weleens opmerkten: hij liep niet, hij schreed! Tijdgenoten herinneren zich nog de waardige figuur van zijn vader, een oude deftige heer met bolhoedje, en reeds de zestig gepasseerd, toen hij Piet in 1947 naar het missiese¬minarie in Keer bracht.
Piet heeft met hart en ziel op de missieprokuur gewerkt. Daar ook ontmoette hij mensen en hij hield van praten. 's Avonds nodigde hij bezoekers uit voor een borreltje en dan werd het gewoonlijk laat, want Piet was een avondmens en hield van discussies. Reeds in het seminarie te Aalbeek had de staf over hem als seminarist geobserveerd en genoteerd:
"Open, diligent, devoted, inclined to see the dark side, exaggerated sense of responsibility".
Dit alles kwam in werk en discussie duidelijk naar voren. Hij bleef zwaar op de hand en onderdrukte en verdrong veel in overdreven veel werkzaamheden. Hij leefde met hart en ziel mee met de Sociëteit en haar ontwikkelingen. Het jaar 1973 was weer een verkiezingsjaar. Hij had de problemen rond de solida¬riteitsverklaring van 1978 en de gevolgen ervan nog steeds niet verwerkt. Het was voor hem dan ook een diepe teleurstel-ling dat Harrie van Hoof herkozen werd in Rome, en daardoor niet beschikbaar was voor provinciaal, en dat Gerrit Bles nog¬maals herkozen werd. Hij liet deze teleurstelling aan de daarbij betrokken personen in bestuursfuncties dan ook duide¬lijk blijken.
Toch wist men Piet te overtuigen dat voor hem verandering van werk noodzakelijk was omdat hij in het huidige werk dreigde ten onder te gaan. Hij volgde de KPV-cursus (Klinische Pasto¬rale Vorming) in het Radboud-ziekenhuis te Nijmegen. Deze KPV-cursus was in die dagen voorgeschreven voor ziekenhuispas¬tores. Deze interne, zeer intensieve, cursus van drie maanden heeft Piet zeer goed gedaan. Het advies van de staf was: eerst enkele jaren jeugdpastoraat, want ze hadden geobserveerd, dat Piet 'te oud was in zijn doen en laten' voor zijn leeftijd.
Piet werd te Posterholt kapelaan bij pastoor Kust¬ers. Truus, een nicht van Piet, die haar man verloren had, ging mee als huishoudster op de kapelanie. Ruim vijf jaar is Piet kapelaan geweest te Posterholt. Op 1 januari 1985 heeft hij overgenomen van zijn collega Arjen van Balen als rector van verpleeghuis en astmacentrum Hornerheide, dat voorheen sanatorium was geweest. Arjen van Balen bleef part-time in functie als con¬rector. De verantwoordelijkheidszin bleef, evenals zijn be¬trokkenheid bij de mensen. Buiten de geestelijke verzorging van de pati¬nten en contacten met hun familieleden, werkte Piet in een instelling met bestuur, directie en personeel, waar hij mee te maken had. Ook gaf hij les aan de leerling-verpleegkundigen. Zes jaar lang heeft hij hier met liefde en plezier gewerkt en zich totaal kunnen geven aan zijn werk.
Overleden.
In 1991 werd bij hem kanker geconstateerd. Op 23 januari 1992 werd Piet geopereerd, doch het kankergezwel had zich te ver verspreid: alles werd meteen weer dicht gemaakt. Het keiharde oordeel luidde: genezing is onmogelijk. Piet begon aan zijn laatste taak en opnieuw zeer nauwgezet. Bijna klinisch, in alle betekenissen van het woord, begon hij zijn laatste le¬vensfase, tot en met uitvaartdienst en begrafe¬nis, te regelen. Hij wikkelde zijn zaken af, organiseerde de uit¬vaartdienst, maakte rouwcirculaire en bidprentje en veran-derde zijn werkka¬mer in een ziekenkamer, zodat hij thuis kon ster¬ven. Arjen Rijp¬kema was zijn vertrouwensman en zou ook voor¬gaan in de uit¬vaartdienst. Piet hoopte nog zijn 58ste verjaar¬dag op 7 april te kunnen vieren. Het mocht niet zo zijn. In mei was Truus 12½ jaar bij hem in dienst. Vrezend dat hij dit niet meer zou halen, heeft hij haar in december uitge-nodigd voor een etentje. "We kunnen het altijd overdoen, als ik dan nog leef". Zijn nicht en huisgenote Truus Stelten-Stemkens en zijn zus Alda en haar man uit Horn hebben de laatste maanden alles gedaan, wat mogelijk was, om Piet zo goed mogelijk te verzor¬gen.
Op 17 maart stierf zijn oudste zus Toos te Venlo en werd daar op de 20ste begraven. Drie dagen hierna stierf Piet te Horner¬heide op 23 maart 1992, een paar weken vóór zijn 58ste ver¬jaardag. Getrouw aan zijn leefpa¬troon was het nu ook 's avonds laat, om 23.30 uur. Hij is rustig ingeslapen. Op vrij¬dagavond 27 maart werd Piet herdacht in de Boska¬pel van Stich¬ting Horner¬heide te Horn. Zaterdag 28 maart vond de plechtige uitvaartdienst plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. In deze kapel was Piet, 31 jaar geleden, tot priester gewijd. Nu ging klasgenoot Jos Smits voor in concelebratie, want de door Piet hiervoor ge¬vraagde Arjen Rijpkema lag met een hartinfarct in het zieken¬huis. Concele-branten waren o.a. provin¬ciaal Ton Storcken en de S.M.A. buurtpastores M. Florack en A. van Balen. De provinci¬aal verrichtte de absoute en leidde het lichaam naar de be¬graaf-plaats van de overleden missionarissen.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant, nr. 92, juni 1992.
Recherchez .../ Search...