Société des Missions Africaines – Province de Hollande
![]() |
né le 14 mars 1909 à Venlo dans le diocèse de Roermond, Hollande membre de la SMA le 29 juillet 1928 prêtre le 19 décembre 1931 décédé le 26 mars 1973 |
1932-1937 Keer et Herlaer, professeur décédé à Arnhem, Hollande, le 26 mars 1973, |
Pater Jan van den BROEK (1909 - 1973)
Afkomst.
Joannes Joseph Jacobus Maria van den Broek, zoon van Joannes F. van den Broek en Antoinette F. H. Derkx, werd geboren te Venlo op 14 maart 1909 en daags erna gedoopt in de parochie¬kerk van de H. Martinus. Het gezin telde 9 kinderen t.w. 4 jongens en 5 meisjes. Later zijn ze verhuisd naar Nijmegen, waar vader werkte bij het dagblad 'de Gelderlander'. Twee broers van Johan, zoals hij thuis werd genoemd, kozen voor het religieuze leven en traden in bij de Franciskanen. Twee van zijn zussen traden in het huwe-lijk met K.R.O. mensen: de vrouw van Leon Povel (hoorspelen) en de vrouw van Herman Fikkert (sportver¬slaggever en oud-student van het missiehuis te Keer).
Opleiding.
Na de lagere school te Venlo van 1915 tot 1920, ging Johan naar het seminarie te Cadier en Keer (1920 - 1926), waar hij zijn middelbare opleiding genoot. Te Chanly in België studeer¬de hij philosophie van 1926 tot 1928 en werd daar lid van de Soci¬teit door aflegging van de eed op 29 juli 1928. Hij begon daarna zijn studie van de theologie te Bemelen, doch ging na het eerste jaar verder te Hastings in Engeland. Daar werd Jan, zoals hij bij zijn medestudenten was komen te heten, tijdens zijn vierde jaar theologie priester gewijd op 19 december 1931, samen met de andere leden van de zogenaamde B klas (omdat de naam bij 6 van de 14 met een B begon). Voor Jan was speciale dispensatie voor zijn priesterwijding nodig vanwege zijn jeugdige leef¬tijd. In de O.L. Vr. v. Lour¬des¬kerk te Nijmegen deed hij met Pasen op 27 maart 1932 zijn eerste plechtige H. Mis.
Missionaris.
De meesten van zijn klas werden benoemd voor Afrika. Jan was daar niet bij. Hij ging in september 1932 als leraar naar Cadier en Keer en werd een jaar later overgeplaatst naar het kleinseminarie Nieuw Herlaer te St. Michielsgestel. Deze jonge joviale leraar maakte een heel andere indruk op de studenten dan de oudere, bedachtzamere (en misschien saaiere) leraren en was daarom bij de meesten wel getapt. Tot de zomervakantie van 1937 heeft hij daar lesgegeven. Toen kwam eindelijk zijn benoeming voor de missie.
Op 1 januari 1938 vertrok pater van den Broek naar Afrika. Na aankomst ging hij eerst voor een week of vijf naar Winneba en werd toen benoemd voor de missie van Accra, waar hij aankwam op 3 maart 1938. Pater van den Bronk was de overste en gaf tevens les aan het Achimota college. In september ging hij op vakantie en voor verdere studie naar Rome. Jan van den Broek werd daarom benoemd als 'chaplain/ teacher of Achimota Colle¬ge' totdat de S.V.D. paters zouden arriveren. In februari 1939 werd hij overgeplaatst naar Koforidua bij pater Sjeng Lemmens, om de inlandse taal te leren en zich in te werken in de pasto¬raal. Zes maanden is hij daar geweest. Toen werd hij, met ingang van 1 augustus 1939, benoemd tot assistent van Bibiani.
Dit mijnstadje, afgescheiden van Dunkwa, werd een zelf¬standige hoofdstatie met daarbij het verder Sehwi achterland. Precies twin¬tig jaar zou 'father John', zoals hij daar genoemd werd, hier blijven. Tijdens zijn eerste vier jaar als assistent had hij achtereenvolgens de paters Jacques van Leuven en zijn klasgenoot Jan ter Linden als pastoor. In september 1943 werd hij zelf de overste van deze statie en is dit geble¬ven tot hij in december 1958 op vakantie ging.
Bijna twintig jaar lang is Bibiani een gezellige missie ge¬weest. Father John, zoals hij daar werd genoemd, was een goede gastheer. Hij hield van gezelschap en gezelligheid, van goede muziek en van lekker eten en drinken. De faam van zijn keuken was alom bekend: zowel in kwantiteit als kwaliteit. Bezoekers, mits tijdig aangekondigd, werden zeer gastvrij onthaald en dikwijls ook uitgenodigd hem te vergezellen naar de 'club' van de mijnen voor een gezellige avond. Zelf deed hij mee aan wedstrijdbiljarten en was meerdere malen de plaatselijke 'snooker-champion'.
Doch vóór alles was 'Father John' pastoor van de parochie met de normale terugkerende taken van preken en dopen, voorberei¬dingen voor eerste communies en vormen, ziekenbezoek en begra¬fenissen. Er moest een kerk gebouwd worden, waar hij aan begonnen is (en later voltooid door zijn opvolger). De scholen vroegen voort¬durende aandacht: gebouwen en onderwijzers, onderhoud, meubi¬lair en lesmateriaal. Daarbij kwamen de maan¬de¬lijkse betalingen van de salarissen en de bijbehorende admini¬stratie. Twee keer is hij sinds zijn aankomst in 1939 op vakantie naar Europa ge¬weest: in 1947 en in 1953. Na terugkeer van vakantie, in augus¬tus 1959, kreeg hij te horen dat hij werd overgeplaatst en benoemd was tot plebaan ("cathedral administrator") aan de kathedrale kerk van Cape Coast. Met pijn in zijn hart nam hij afscheid van zijn geliefde St. Theresia parochie van Bibiani. St. Theresia was zijn favoriete heilige, en ook had hij een speci¬ale devotie en verering voor de wonderbare medaille, welke hij altijd bij zich droeg.
Vier jaar is Jan van den Broek pastoor geweest van de kathe¬drale parochie te Cape Coast en tevens overste van een behoor¬lijke communiteit: een paar assistenten en priesters die op de curia werkzaam wa¬ren of op de missiedrukkerij. Hier zat hij met gemengde gevoe-lens. Hij genoot van het gezelschap, de mensen om hem heen, het voorgaan in liturgische diensten in de kathedraal, geno¬digd worden bij belangrijke gebeurtenissen en contacten hebben met de plaatselijke notabelen. Hij voelde ook het harnas van conventie en verplichtingen: hij was de vrij¬heid kwijt, zoals hij die twintig jaar lang in Bibiani gekend had. Hier moest overal en met van alles rekening gehouden worden. Jan had behoefte aan erkentelijkheid, aan een woord van waardering en dank, doch in Cape Coast, provinciehoofdstad en bisschopsstad met de aanwezigheid van hoger geplaatste autoriteiten, kwam de pastoor dikwijls op de tweede plaats.
In 1964, na zijn europese vakantie, werd hij benoemd tot pastoor/ deken van Dunkwa, een buurtparochie van zijn vroeger Bibiani. Hier heeft hij nog enkele jaren kunnen werken.
In 1969 kreeg hij problemen met zijn gezondheid. Het begon met een hardnekkige hoge koorts, die maar aanhield, en waarvan de dokter in Dunkwa de oorzaak niet kon ontdekken. Op vrijdag 7 november heeft buurtpastoor Henk Smeele van Obuasi hem naar het ziekenhuis te Maase-Offinso gebracht. Mevr. Dr. Ine van Leeuwen was ervan overtuigd dat longkanker de oorzaak was. Absolute zekerheid kon ze niet krijgen en wilde de mogelijk¬heid van longtuberculose nog niet helemaal uitsluiten. Zij insisteerde op een urgente opname in een ziekenhuis in Neder¬land voor verder diepgaand onderzoek, hetgeen ter plaatse in de missie niet mogelijk was.
Op 20 november 1969 kwam Jan te Schiphol aan. Hij opteerde voor opname in het (oude) St. Anthoniusziekenhuis te Utrecht. De 15de december werd hij geopereerd aan een tumor, die zich in het bovenste gedeelte van de rechterlong bevond. In de daarop volgende nacht raakte hij in een crisis. Pater Evert Heijmans, rector van dit ziekenhuis, had hem reeds bediend en belde 's morgens om half vijf naar het provincialaat om de overheid van de zorgelijke toestand op de hoogte te stellen. Jan knapte echter weer op. Na ontslag uit het ziekenhuis in januari 1970 ging hij eerst voor een maandje rust en revalida¬tie naar zijn vriend pater Aalbers, die toen pastoor te Scry-Abee in België was. Samen hadden ze plezie-ri¬ge jaren beleefd te Nieuw Her¬laer, toen ze beiden daar leraar waren. Bovendien was 'n nicht van hem huishoudster bij pastoor Aalbers.
In februari 1970 kwam Jan naar Oosterbeek en heeft daar meege¬holpen in de administratie van de fondswerving. Hij bleef de levensgenieter, die hij zijn hele leven lang geweest was. En gastheer! Donderdags ging hij naar de markt en kocht een 'lekker vissie', zoute haring, gerookte paling of makreel en nodigde daarna een paar huisgenoten uit 'om even te proeven'. In 1972 ging hij naar Rome om zijn andere goede vriend, pater Bernard Eerden, te bezoeken. Daar voelde hij zich niet lekker. Zr. Cunera regelde een ziekenhuisbezoek en Jan begreep van de dokter, dat alles er prima uitzag. Doch deze had pater Eerden, die hem naar het ziekenhuis had vergezeld, te verstaan gege¬ven, dat het hopeloos mis was met de gezond¬heidssituatie van de patiënt.
Gestorven.
Na thuiskomst zou dit spoedig blijken. Hij begon zich ziek te voelen, kreeg borstpijnen en bronchitis. En hij begon kilo's af te vallen. Jan vreesde nu kanker. In januari 1973 diende hij zijn ontslag in als medewerker van de administratie.
Begin maart werd hij in het St. Elisabeth-ziekenhuis te Arnhem opgenomen. Op eigen verzoek heeft pater Eerden hem daar op zijn verjaardag, 14 maart, de ziekenzalving toegediend. In rotsvast geloof heeft hij de dood aanvaard. Op 26 maart 1973 is pater John van den Broek overleden. Hij werd 64 jaar.
Op 29 maart 1973 werd hij, na een plechtig gezongen uitvaart¬dienst, begraven op het kerkhof van het missiehuis te Cadier en Keer.
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- J. ter Linden (klasgenoot en oud-pastoor van overledene) in 'Onze Krant', juni 1973.
Recherchez .../ Search...