Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 25 août 1907 à Scheveningen dans le diocèse de Rotterdam, Hollande membre de la SMA le 28 juillet 1929 prêtre le 17 décembre 1932 décédé le 26 mars 1989 |
1933-1964 missionnaire en Gold Coast décédé à Arnhem, Hollande, le 26 mars 1989, |
Pater Piet MEEUWENOORD (1907 - 1989)
Afkomst.
Petrus Cornelius Meeuwenoord, zoon van Henricus Josephus Leonardus Meeu¬wenoord en Antonia Welten, werd geboren te Scheveningen op 25 augustus 1907. Hij was de derde in een gezin van acht kinderen: vier jongens en vier meisjes. Vader was loodgieter. Eén van de broers van Piet werd later ambte¬naar bij het ministerie van Finan¬ciën en een andere broer werd chef van de Vroom & Drees¬man afdeling te Tiel en daarna van die te Venlo.
Opleiding.
Na de lagere school te Scheveningen kwam Piet in 1921, samen met zijn plaatsgenoot Arie de Kok, naar Cadier en Keer. In 1927 ging hij naar Chanly in België, waar hij philosophie studeerde en op 28 juli 1929 door eedaflegging lid werd van de Socië¬teit. Piet behoorde tot de klas die, als eerste van de SMA-studenten, in 1929 de studie van de theologie begon in het recent aangekochte huis 'Ore Place' te Hastings. Op 17 decem¬ber 1932 werden hij en zijn klasgenoten daar door Mgr. P. Amigo tot priester gewijd.
Missionaris.
Na beëindiging van zijn studies in 1933, mocht pater Meeuwen¬oord zich voorbereiden op het vertrek naar Afrika. Met meer¬dere klasgenoten vertrok hij per boot op 29 september 1933. Hij ging naar de missie van de Goudkust en werd benoemd voor het district van Asankrangwa bij de Elzasser pater A. Koch. Spoe¬dig hierna werd hij overgeplaatst naar Tarkwa. We kunnen zeggen dat hij een slechte eerste tour heeft gehad. Daarna volgden Elmina en Saltpond, om daar de plaats van de overleden pater Fabri in te nemen. In november 1936 kreeg hij van Mgr. Porter de opdracht om de onvoltooide taak van pater Fabri af te maken, namelijk de opening van een missiepost te Winneba.
Hiertoe behoorde een groot achterland met plaatsen als Apam, Dawu¬rampong, Abodom, Agona Swedru en Nyakrom, die toen nog allemaal buitenstaties waren doch nu bloeiende parochies zijn. Zelfs in Winneba was er geen missie¬huis en een verbouwde cacao-loods diende als kerk en school. 'Father Peter', zoals hij door de mensen ge¬noemd werd, vanwege zijn voor de buiten¬landers haast onuit¬spr¬eek¬bare achternaam, of 'Peet' zoals zijn nederlandse collega's hem noemden, woonde in een klein gehuurd huisje tussen het volk. Doch Peet was een temperamentvolle individualist met ochtendhumeur. In april 1937 volgde de onbegrijpelijke benoe¬ming van pater Arie de Kok, zijn plaats- en klasgenoot, als zijn assistent. Deze bracht ook zijn tempe¬rament en proble¬men mee en gaf in scherpe bewoordingen uiting aan wat hem niet zinde. Winneba was bovendien een plaats, die toen reeds een kerkbestuur had van mondige 'scholars', die gewend waren zelf de beslissingen te nemen. Dit alles tezamen leidde tot een onhoudbare situatie. Eind december 1937 greep het bisdom in en werd Peet Meeuwenoord verplaatst en benoemd tot pastoor van Eikwe, waar pater Adolf Setz alleen zat wegens het vertrek van de zieke pater Haas. Vanuit Eikwe ging hij in april 1939 op vakantie naar Neder¬land.
In februari 1940 slaagden Peet en anderen erin om, vanwege oorlogsomstandigheden, over land naar Lissa¬bon te reizen en daar de boot te nemen naar Afrika. Na aankomst ging hij terug als pastoor te Eikwe. Pater Setz was daar tijdens zijn vakan¬tie alleen gebleven. Nu verdeelden ze het werk en beiden gingen op trek naar de buitenstaties, doch zó, dat er steeds één van hen thuis was, zodat de Zusters Catechisten van het H. Hart (Men¬ton), die in Eikwe een kliniek bedienden, dagelijks de H. Mis konden bijwonen.
Vanwege de oorlog kwamen er geen nieuwe krachten meer uit Europa. In Cape Coast kreeg de jonge priester Johan Heemskerk tubercu¬lose en moest vervangen worden. Piet Meeuwenoord was fysiek een sterke man en werd benoemd om het Cape Coast dis¬trict over te nemen. Het grootste gedeelte van de oorlogstijd is hij daar van dorp tot dorp rondgetrokken. Eind 1943 werd zijn Elzasser pastoor Henri Schoen ernstig ziek en via het Rode Kruis en het britse leger wist men hem met de eveneens zieke engelse bis¬schop Mgr. Porter, met een RAF vliegtuig naar Engeland te krijgen. Een jaar lang was pater Meeuwenoord toen tevens 'acting cathedral administrator'. De onlangs gewijde afrikaan¬se priester Joseph Essuah nam zijn werk in de buiten¬staties over.
Na terugkeer van pater Schoen werd pater Meeuwenoord in febru¬ari 1945 opnieuw benoemd tot pastoor van Eikwe. Pater Setz was sinds zijn komst in Afrika in 1934 niet op vakantie geweest en niemand wist hoelang de oorlog nog zou duren. Hij ging nu op vakantie naar Zuid-Afrika en pater Meeuwenoord nam als overste van hem over. Kort na terugkeer van pater Setz, ontstond in Half Assini een noodsituatie: pater Kerckhoffs kwam plotseling te sterven, enkele dagen nadat Denis Florack voor de eerste keer uit Nederland was aangekomen. Dus werd pater Meeuwenoord nu benoemd tot pastoor van Half Assini. Als één van de laatst gearriveerden vóór de oorlog, vertrok hij nu ook als één van de laatsten op vakantie in september 1947.
Na zijn terugkeer, in 1948, wachtte pater Meeuwenoord een heel andere taak. Hij werd benoemd tot econoom van het vicariaat Cape Coast, dat twee jaar later zou verheven worden tot aarts¬bisdom. Dit bleek een ideale oplossing. Peet was een pietje-precies, een systematicus, die alles keurig en netjes op een rijtje had. De econoom van het bisdom was tevens de 'bursar of the Catholic Education Unit' van het bisdom. Hij ontving de betaalcheque van het ministerie voor de salarissen van de onderwijzers en was verantwoordelijk voor de uitbeta¬ling via de plaatselijke 'managers', de priesters van de missieposten. Iets dergelijks gold, in die jaren, ook voor de in¬koop, dis¬tributie en verkoop van de school¬boeken en school¬artikelen ('bookstore'). Ook hiervoor was de econoom verant¬woordelijk, evenals voor de jaarlijkse controle van de finan¬ciën in de paro¬chies van het bisdom. De katholieke druk¬kerij C.M.P. bracht de wekelijkse afrekening naar de econoom, doch ook het seminarie kwam om de maandelijk¬se finan¬ciële bijdrage.
Peet behartigde die zaken zeer plichtsgetrouw en nauwgezet. Zat die aanleg hiervoor in de familie, gezien de functies van zijn broers bij het ministerie van financiën en V & D.?
Peet resideerde in de benedenverdieping van het oude bis¬schopshuis op de missieheuvel. Uit hoofde van zijn belangrijke functie werd hij tevens 'consultor' van de aartsbisschop, evenals Jan Rothoff, die op de eerste verdieping van het oude bisschopshuis woonde en daar kantoor had als 'General Manager of the Catho¬lic Scho¬ols ¬in the Archdiocese'. Beiden assisteer¬den regelmatig als troondiakens bij de pontificale diensten in de kathedraal. Piet was nu gelukkig in zijn werk, had het vertrouwen van Mgr. Porter, en deed dit werk uitstekend. Elke zondagmorgen beklom hij de Amanfulheuvel, waar hij in het schoolgebouw daar de H. Mis las voor de mensen uit dat gedeel¬te van de stad.
Hier leefde hij op zichzelf, had zijn eigen werk, las elke morgen de H. Mis bij de Zusters van St. Mary's (OLA) en nam in het missiehuis deel aan de maaltijden met de paters van de parochie. Systematisch luisterde hij elke dag vier keer, met atlas en dictionaire onder handbereik, naar het nieuws op de radio, wisselend naar de BBC, Voice of America, GBC (Ghana Broadcasting Cooperation) en de Wereld¬omroep van Radio Neder¬land en kwam dan 's avonds, al pratend, de trap van het mis¬siehuis op, waar de paters gemeenschappe¬lijk hun avondrecrea¬tie hielden, om hen te onderhouden over het wereldnieuws: hij was een zeer goed en origineel causeur.
In 1957 werd de Goudkust het onafhankelijke Ghana en werd John Kodwo Amissah benoemd als hulpbisschop van de engelse Mgr. Porter, van wie hij in 1960 overnam als aartsbisschop. Hij benoem¬de 'Father Peter Meeuwenoord' opnieuw als consultor van de aartsbisschop.
De tijden veranderden snel en ook het werk. Het ministerie van onderwijs trok steeds meer zaken naar zich toe, wat voor¬heen was toevertrouwd aan het 'management' door de kerken, zoals b.v. de benoeming van onderwijzers en uitbetaling van salaris¬sen. Ook de 'bookstore' werd een aflopende zaak.
Hierbij kwam nog, dat de manier van werken bij de nieuwe aartsbisschop totaal verschillend was van wat Peet jarenlang gewend was en daar moei¬lijk van af kon wijken. Dit alles schreef hij in 1963 naar de provinciaal en suggereerde voor¬zichtig de mogelijkheid van een andere benoeming.
Begin 1964 informeerde hij aartsbisschop J.K. Amissah, en op zijn verzoek noemde hij de namen van drie personen, die hij ge¬schikt achtte om over te kunnen nemen. Twee van hen zijn in latere jaren ook inderdaad door Mgr. Amissah voor deze functie benoemd. In juni 1964 verliet pater Meeuwenoord Ghana defini¬tief en ging eerst naar Amerika voor een bezoek aan de Holy Cross Brothers en met name aan Br. Rex, waar hij in Cape Coast veel contact mee had gehad. Tevens ging hij pater Erkens voor een paar maanden vervangen in het 'St. Mary's novitiate' te Hun¬ting¬ton in West Virginia. Hij maakte van de gelegenheid ge¬bruik om goed om zich heen te kij¬ken, informatie in te winnen en con¬tacten te leggen.
Hij ging daarna op vakantie naar Nederland en bereidde zich voor om terug te keren naar de U.S.A. Tijdens zijn medische check-up in het St. Franciskusziekenhuis te Rotterdam kreeg hij reeds bericht van Mgr. Joseph H. Hodges van Wheeling dat het voor hem moge-lijk was naar dat bisdom te komen 'as chap¬lain of the Catholic Hospital in Parkersburg'. Op 21 maart 1965 vertrok pater Meeuwenoord met de ss. 'Maasdam' naar Amerika, waar hij op 1 april aankwam. Ruim drie jaar was hij rector in het 'St. Joseph's hospital' te Parkersburg. Op 1 juli 1968 werd hij benoemd tot pastoor van Rainelle, W.Va.
In 1972 werd hij 65 jaar en besloot terug te keren naar Neder¬land.
In september 1972 arriveerde hij in huize Tafelberg te Ooster¬beek en bood daar zijn diensten aan. Hij werd benoemd tot assistent op de prokuur. Daar heeft hij, tot zijn laatste levensjaar, met plezier, nauwgezet de financiële administratie van de fondswerving verzorgd. Hij had het geluk te kunnen werken in een eigen klein kantoortje, 'zijn heiligdom', met een brandkastje voor het geld. Zoals in Cape Coast liep hij weer met zijn stompje potlood de optelrijtjes langs en was zijn 'stuffie' weer binnen handbereik. Dagelijks maakte hij zijn fietstocht of wandeling en jaarlijks ondernam hij een wel voor¬bereide vakantiereis met bus of boot naar de oostenrijkse bergen, noorse kusten, griekse eilanden, om nadien aan zijn huisgenoten uitvoerig verslag te doen over Ierland, Malta, Kreta, Wenen of andere interessante plaatsen. Hij obser¬veerde zeer scherp!
Gestorven.
Het was een hele slag voor deze oersterke, gezonde man, te moeten horen van de dokter dat hij leed aan een kwaadaardige ziekte. Hij wilde niet toegeven en bleef werken, nog bijna twee jaar lang. Begin maart 1989 gaf hij te kennen dat het niet meer ging en wilde bedanken als medewerker van de admini¬stratie. Hij werd ook wat onrustig. Dat zijn eind zo snel zou komen had niemand vermoed of verwacht. Terugziend denk ik, dat hij de laatste weken meer heeft geleden, dan wij ons reali¬seerden. Hij liep er niet mee te koop: dat moest en zou hij zelf verwerken en niet anderen hiermee lastig vallen. Hij wilde bovendien zelfstandig en onafhankelijk blijven, zijn eigen zaken regelen, zijn eigen leven leiden, zoals altijd, zijn hele leven lang!
Op Paasdag, 26 maart 1989, is hij gevallen op zijn kamer met een diepe snee in zijn voorhoofd. Hij werd opgenomen in het St. Elisabethgasthuis te Arnhem. Daar is hij nog dezelfde avond gestorven, 81 jaar oud. Een lang ziekbed is hem gelukkig gespaard gebleven.
Op donderdag 30 maart 1989 vond de plechtige uitvaartdienst plaats in de kapel van het missiehuis te Cadier en Keer. Namens het provinciale bestuur ging pater van Brakel, die zowel in Ghana als in Nederland met hem heeft samengewerkt, voor in de dienst. Hij zei in zijn homilie:
"Father Peter, in Afrika en Nederland,
pater Peet in Nederland,
was trouw!
- trouw aan klok en dagschema....
- trouw aan werk en gebed....
- trouw aan Kerk en Sociëteit....
- trouw aan zijn God!
Met de Verrezen Heer is hij op Paasdag opgegaan ten hemel waar hij de woorden zal horen:
- kom trouwe vriend, treed binnen in de eeuwige vreugde.
Hierna werd het victimae pascalis gezongen.
Overste van het missiehuis, pater Jaap Bakker, plaatsgenoot van de overledene, ging voor bij de absoute.
Daarna werd pater Peet Meeuwenoord begraven op het missiona¬rissenkerkhof van het¬ missiehuis.
Bronnen:
- Archief nederl. provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- In Memoriam in 'Onze Krant' nr. 80, juni 1989.
Recherchez .../ Search...