Société des Missions Africaines –Province de Hollande
![]() |
né le 18 mars 1920 à Steggerda dans le diocèse de Groningen, Hollande membre de la SMA le 15 juillet 1943 prêtre le 14 mars 1948 décédé le 29 mars 1979 |
1948-1979 missionnaire en Gold Coast décédé à Agroyesum, Ghana, le 29 mars 1979, |
Pater Thijs WESTEN¬BROEK (1920 - 1979)
Afkomst.
Matthias Johannes Westenbroek, zoon van Henricus Westenbroek (+ 1936) en Maria Janssen (1888 - 1956), werd geboren te Steggerda op 18 maart 1920. Thijs was de vijfde in een gezin van 12 kinderen, zes jongens en zes meisjes. Op 16-jarige leeftijd verloor hij zijn vader, moeder achterlatend met een groot gezin met veel nog heel kleine kinderen.
Opleiding.
Als 15-jarige jongen ging hij naar het seminarie 'Nieuw Her¬laer' van de Afri¬kaanse Missiën te St. Michielsgestel en in 1938 naar het missiehuis te Cadier en Keer. Dit waren geen gemakkelijke jaren voor hem. Hij verloor zijn vader, en hij had bovendien op het seminarie de nodige aanpassingsproble¬men. Het eind¬oordeel luidde dan ook:
- Schikt zich niet gemakkelijk, overigens wel correct.
- Goed verstand en ruim voldoende studieaanleg (doch onvol¬doende in sommige levende talen: frans en engels).
- Een zelfstandig karakter, uitgesproken eigenwijs, harde werker, onbeholpen in spreken (boers).
Met deze bemerkingen ging Thijs toch met algemene 'vóór' stemmen van de staf naar het groot seminarie te Aalbeek. Als thuisadres werd toen genoteerd: Hoofdweg 2 Sonnega (Wolvega).
In Aalbeek had men Thijs, zoals nogal gebruikelijk in die jaren, voor toelating tot de Sociëteit eerst naar zenuw¬arts Dr. J. de Jong te Heerlen ge¬stuurd. Hierover werd geno-teerd:
"A été examiné par le Psychiatre, avec très bon résul¬tat".
Op 15 juli 1943 legde hij de eed af. Het eindoordeel van de staf van het grootseminarie lag in dezelfde lijn als dat van Cadier en Keer:
"Serious, willing, hard working, tenacious, not exactly docile and smooth but he obeys when it comes to the point. He has a great self-mastery; will be a good misso-nary; a drudge".
Zo zag men hem: een werkezel, een zwoeger! Doch ondanks dit, met al zijn inzet en energie, heeft hij de intonaties en het gezang voor zijn eerste plechtige heilige Mis te Wolvega op 29 maart 1948 nooit onder de knie kunnen krijgen. Hij had abso¬luut geen muzikaal gehoor. Op 14 maart 1948 was hij, met 2 andere klasgenoten van 'boven de rivieren' in de kapel te Aalbeek door Mgr. Hanssen van Roermond priester gewijd. Vanwe¬ge oorlogsomstandigheden en bevrijding van het zuiden waren de brabantse en limburgse klasgenoten reeds in juli 1947 gewijd.
Missionaris.
Vrij snel na het beëindigen van zijn studie vertrok pater Thijs Westenbroek, in september 1948, naar de Goudkust/Ghana, waar hij benoemd was voor de missie van Kumasi/Ashan¬ti. Na enkele maanden taalstudie te Konongo bij pater Meeuw¬sen, werd hij in december 1948 benoemd tot assistent van pater Kees Bouchier te Techiman. Hier begon zijn missionaire arbeid, zijn trekken van dorp tot dorp, zijn inzet voor de mensen, voor de kerken en scholen. Van 1952 tot 1959 was hij belast met het Donyina district, waar in 1954 ook nog even de 45 buitensta¬ties van het Offinso district bijgevoegd werden. Van 1959 tot 1964 heeft hij vanuit Kumasi de grondslag gelegd voor de nieuwe parochie te Suame, terwijl hij tevens verantwoorde¬lijk bleef voor het Offinso district.
In december 1964 werd hij benoemd voor Agroyesum. Hierover zei Mgr. Sarpong tijdens de uitvaartdienst:
"There, single-handed, he ministered to the most unsop¬histicated faithful of some 70 villages widely scatte¬red in what is definitely the most difficult area in the Diocese. Noted for his constant and persistent pastoral visits to the outstations, car or no car, he would not, indeed could not 'abandon' all his villages to his Assis¬tant, when, for the first time in his life, he got one in 1974. Up to the day of his death, he remained unflinchin¬g¬ly faithful to his pastoral ministry to the poor, the lowly, the underprivileged, the forgotten, the neglected and the unsung of Ashanti, sometimes walking eight, nine, ten miles in order to reach a handful of them.
Yes, indeed Matthias Johannes Westenbroek was a great priest. He was a great Missionary from a great Missionary country, an exemplary pastor of an illustrious Congrega¬tion. He lived almost to the letter of the Pauline truth that 'when we live we are responsible to the Lord'. Aware of this, he sought to please the Lord by his simple life among rural dwellers."
Meer dan 14 jaar had Thijs gewerkt in Agroyesum en rondgetrok¬ken door dat uitgestrekte district zonder goede infrastruc¬tuur, wegen, waterleiding, electriciteit. Wel was er een missie¬ziekenhuisje te Agroyesum met dokter en Memisa-perso¬neel, beantwoordend aan het missionaire beleid om ook de mensen in afgelegen gebieden van medische hulp te voorzien.
In 1973 vierde Thijs met Frans Spronck zijn 25-jarig priester¬ju¬bileum te Kumasi bij de zusters van St. Louis. Zijn broer Leo was hiervoor uit Friesland overgekomen. Twee andere klas¬genoten, die eveneens in het bisdom Kumasi hadden gewerkt, Pierre Loozen en Piet van Strien, waren reeds in Ashanti gestorven en begraven.
Gestorven.
Op zondag 25 maart 1979 had Thijs nog wel de H. Mis gelezen voor zijn parochianen te Agroyesum, maar hij voelde zich niet goed. Toen dit erger werd, hebben de verpleegsters hem bij zich in huis genomen om hem beter te kunnen verzorgen. Donder¬dag¬morgen 29 maart 1979 verslechterde zijn toestand. Hij had een hartin¬farct gehad. Zijn assis¬tent Fr. Anthony Amponsah-Poku heeft hem de zieken¬zalving toegediend en kumasi werd geïnformeerd. De paters Wim v.d. Laar en Leo van Gastel kwamen van Kumasi en hebben hem daar naar een ziekenhuis gebracht. Daar hebben ook Mgr. Sarpong en pater Yeboah de zieke nog bezocht. Thijs praat¬te veel en toen, om 21.00 uur, de twee aanwezige doktoren hem aanrieden, wat rust te nemen en te gaan slapen, zei hij: "Het gaat een lange nacht worden".
Tien minuten later, om 9.10 p.m., is hij gestorven. Hij was die maand 59 jaar geworden.
Zaterdagmorgen ontving de prokuur te Oosterbeek een tele¬foon¬tje van de familie Lamberts uit Almelo. Hun zoon was apothe¬ker te Kumasi en amateur-radio (ham-radio) liefhebber. Elke zater¬dagmorgen zocht hij contact met zijn familie te Almelo. Hij had hen gevraagd het overlij¬densbericht van pater Westen¬broek naar de SMA prokuur te Oosterbeek door te bellen. Van daaruit werd de pastoor van Wolvega gebeld om de familie te informe¬ren. Onmiddellijk hierna zijn de paters Huisman en van Brakel naar Wolvega ver¬trokken om dit verder met de familie te be¬spreken. Toch zijn dit moeilijke opdrachten en temeer zo, omdat geen bijzonderhe¬den bekend waren. Thijs was dood, dat was alles. Was hij ziek? Verongelukt? Dat was op dat moment nog gissen.
Zondagavond werd pater Thijs opgebaard in de kathedrale kerk te Kumasi in een open kist, waarlangs duizenden mensen defi¬leerden om afscheid te nemen. Om 22.00 uur heeft Mgr. Sarpong in concelebratie met een vijftigtal priesters de H. Mis opge¬dra¬gen. De preek werd gehouden door de vicaris-generaal van het bisdom Joseph Amoako-Adusei. Te Donyina was hij missie-boy geweest van Thijs, die altijd voor hem gezorgd had en bijge-dragen in zijn studiekosten.
Op maandag 2 april was de uitvaartdienst in de kathedrale kerk te Kumasi. Kumasi had nog nooit zoiets gezien. In een stamp¬volle kathedraal leidden de bisschoppen Amissah, Sarpong en Owusu de dienst met een 75 priesters. Ook de Anglikaanse bisschop was aanwezig. Zelfs de Ashantihene, de 'koning' van Ashanti, met zijn gevolg was gekomen om eer te brengen aan deze overledene. De blanken van Kumasi keken zich de ogen uit en vroegen zich af: wie was deze pater, die ze nooit hadden gezien en over wie zij nooit hadden gehoord?
Maar de mensen in Kumasi en verre omgeving, en met name in alle districten van Ashanti waar Thijs gewerkt had, kenden hem wel! Mgr. Sarpong verwoordde dit in zijn preek tijdens de uitvaart¬dienst:
"One of the oldest Missionaries of the Diocese with all his 31 years of sacerdotal service dedicated to us, and one of the oldest priests here, he was nevertheless the least known outside the confines of his parishes.
Right from the outset, after his arrival in Ashanti in 1948, he refused to be identified with the upper classes. Love for the simple folks had consumed him. He would not work in a city. He would not even appear in a city unless duty called him or it became absolutely essential.
Yet, there is no doubt that he was the best known and loved by the faithful. He loved to visit them; he lived with them, ate the food they ate, danced with them, played with them; no one was too con¬temptible to approach or to be approa¬ched by him. Nay, he became one of them, speaking their language fluently, using their proverbs proficient¬ly, singing their songs cheerfully, and telling their stories affec¬tionately.
Applying the words of Christ to himself: 'All that the Father gives me, shall come to me. No one who comes will I ever reject, because it is not to do my own will that I have come down from heaven, but to do the will of Him who sent me (John 6: 37-38)', he rejected nobody. He welcomed all. He realized that it was the will of Him who sent him, that he should lose nothing of what he had been given."
Niettegenstaande fouten en tekortkomingen was het missionaire leven van pater Westenbroek indrukwekkend en zijn bisschop stak dat niet onder stoelen of banken, ofschoon zijn betite¬ling van Thijs als 'singing cheerfully' Thijs toch nooit muzi¬kaal maakte! Doch de strekking van zijn betoog was duide¬lijk. Realistisch was ook het vervolg:
"Even in the moments of his anger, he meant no harm; he meant only to correct and to guide".
Aan het slot van zijn lange toespraak zei de bisschop:
"The life of Fr. Matthias Johannes Westenbroek has a lot more to tell us than we can mention now.
It demonstrates the relevance of the priest to the peace and tranquility of the simple people of our nation.
Many there are, who would claim that priestly presence is meaningless to the prosperity of the people, that, as a matter of fact, priests are a burden to the poor, exploi¬ters who feed fat on the ignorance of simple people. By the simplicity of his life, Father Matthias Westenbroek has forever broken that myth. That mythical best building in the village which is supposed to be occupied by the priest or minister can never be associated with Fr. Matthias Westenbroek".
Na deze, uren durende, uitvaartdienst werd het lichaam overge¬bracht naar het kerkhof te Kumasi, waar het naast dat van pater Kees Klaver begraven werd.
Op woensdagmiddag 4 april werd te Wolvega in de St. Francis¬cuskerk tijdens een plechtige Eucharistieviering pater Thijs Westenbroek herdacht door zijn talrijke broers en zusters, hun kinderen en familieleden, een achttal confraters en enkele collega's, parochianen van Wolvega en bekenden van Thijs. Ook Mgr. Hen¬driksen, emeritus hulp-bisschop van Utrecht, oud vicaris-generaal van kardinaal Alfrink en kapelaan van Wolve¬ga, toen Thijs naar het seminarie ging, was aanwezig.
Gelukkig was die morgen via de KLM een brief van de regionaal overste uit Winneba aangekomen met bijzonderheden over zijn overlijden, zodat de familie, en vooral zijn broers en zus¬ters, geïnformeerd konden worden met meer bijzonderheden over het overlijden van hun broer: hij was de eerste van de twaalf!
Bronnen:
- Archief Nederl. Provincie S.M.A., Cadier en Keer.
- Onze Krant nr. 40, juni 1979.
Recherchez .../ Search...